Deze analyse biedt achtergrondinformatie over de dood en de begrafenis van AlJazeera-verslaggeefster Shireen Abu Akleh vorige week, alsmede nieuwe feiten die niet eerder door de internationale media zijn vermeld.
De dood van een journaliste van Al Jazeera tijdens een operatie van het Israëlische leger (IDF) in de door de Palestijnen gecontroleerde stad Jenin in Noord-Samaria afgelopen woensdag, 11 mei, blijft voor controverse zorgen.
De internationale kritiek nam toe nadat vrijdag gewelddadige confrontaties uitbraken tijdens de begrafenis van Shireen Abu Akleh.
Palestijnse propaganda
De Palestijnse versie van de gebeurtenissen is, dat de politie van Jeruzalem buitensporig geweld gebruikte tegen “de rouwende menigte”. Beelden van dit gedeelte van de begrafenis verspreidden zich snel over de wereld, aanvankelijk via sociale media.
De internationale media namen onmiddellijk het Palestijnse relaas over, wat op zijn beurt leidde tot een reeks veroordelingen van de aanpak van Israël door talrijke regeringen, waaronder ook de regering van de Verenigde Staten. Ook de Europese Unie heeft het “politiegeweld” tijdens de begrafenis van Abu Akleh veroordeeld.
Dat deze veroordelingen volledig waren gebaseerd op verklaringen van Palestijnse woordvoerders en op video’s die door pro-Palestijnse activisten op sociale media waren geplaatst, stoorde de internationale gemeenschap kennelijk niet.
Hetzelfde gebeurde nadat Abu Akleh in Jenin werd doodgeschoten.
Israël kreeg rechtstreeks de schuld van de dood van de journaliste en werd door Al Jazeera en door Mahmoud Abbas, de leider van de Palestijnse Autoriteit, die de ongegronde campagne tegen het Israëlische leger leidde, zelfs beschuldigd van moord.
Abbas heeft de dood van Abu Akleh op een cynische wijze gebruikt om zijn aanzien bij de Palestijnse bevolking op te vijzelen, door een nationale rouwplechtigheid te organiseren in zijn hoofdkwartier in Ramallah.
Bovendien dreigde Abbas naar het Internationaal Strafhof in Den Haag te stappen om de “misdadigers” (de IDF) aan te klagen.
Tegelijkertijd weigerde de PA-leider echter in te gaan op een Israëlisch verzoek, om een onpartijdig internationaal forensisch onderzoek naar de dood van Abu Akleh in te stellen.
Nieuwe onthullingen over de dood van Abu Akleh
De Palestijnse Autoriteit verklaarde later dat de kogel die de journaliste in het hoofd had geraakt, in haar bezit was en afkomstig was van een M-16 sluipschuttersgeweer dat door Israëlische troepen zou zijn gebruikt. Abu Akleh zou gedood zijn door een 5.6-millimeter kogel.
De sluipschutters van het Israëlische leger bevonden zich echter op 800 meter afstand van de Al Jazeera-journaliste. In dergelijke omstandigheden gebruiken IDF-sluipschutters een geweer met 7,62-millimeter kogels.
Palestijnse terroristen zijn overigens in het bezit van gestolen M-16 geweren, zoals maandagavond bleek bij een inval van de IDF. Israëlische soldaten namen een M-16 geweer in beslag tijdens een arrestatiepoging in de stad Ras Karkar.
Daarnaast is er een video-opname, die gemaakt werd onmiddellijk na de schietpartij van Abu Akleh. In deze video is een gewapende Palestijn te horen, die schreeuwt dat hij zojuist een “Israëlische soldaat” heeft neergeschoten. Het Israëlische leger heeft echter geen gewonde of dode gemeld bij de inval in het vluchtelingenkamp Jenin.
Een analyse van deze video levert voorlopig bewijs op dat Abu Akleh waarschijnlijk is beschoten door Palestijnse schutters en dat deze zich in de buurt bevonden van de plaats waar Abu Akleh werd gedood.
We zullen waarschijnlijk nooit te weten komen wie verantwoordelijk was voor dit tragische incident, omdat de Palestijnse Autoriteit geen onafhankelijk onderzoek toestaat.
Een gekaapte begrafenis
Voeg bij dit alles de internationale verontwaardiging over het politieoptreden bij de begrafenis van Shireen Abu Akleh. Hier wordt beweerd dat de politie rouwende Arabieren aanviel en buitensporig en bruut geweld gebruikte.
De verontwaardiging is gebaseerd op een videoclip van 30 seconden die op de sociale media circuleerde, voordat de beelden door de internationale media werden opgepikt. De meeste mediaberichten concentreerden zich op het optreden van de politie. Dat zonder de context waarin de gebeurtenissen plaatsvonden en daardoor in feite de indruk wekten van onnodig en bruut gebruik van geweld.
Een christelijke begrafenis verandert in een islamitische gebeurtenis
Er is echter meer aan de hand dan men op het eerste gezicht zou denken.
Ten eerste was Abu Akleh een christen, zij werd begraven op een protestantse begraafplaats op de berg Zion in Jeruzalem. De ouders van Abu Akleh woonden ooit in Bethlehem en verhuisden vervolgens naar Jeruzalem, al voordat Shireen werd geboren. De familie Abu Akleh was met de politie overeengekomen dat de begrafenis volgens de christelijke traditie zou plaatsvinden, en dat haar kist daarom in een begrafenisauto naar het kerkhof zou worden gebracht.
Een groep van ongeveer 300 moslims nam echter de leiding van de begrafenisplechtigheid over, en veranderde deze in een evenement in islamitische stijl, zoals ook gebruikelijk is bij begrafenissen van terroristen. Op die manier verhinderde de menigte moslims, dat de kist naar de begrafenisauto kon worden vervoerd, terwijl zij de chauffeur bedreigden en vervolgens de kist op de schouders van een aantal mensen plaatsten. Daarna riepen zij “Allah Hu’Akbar” en zwoeren zich nooit voor iemand anders dan Allah te zullen neerwerpen en het bloed van deze “martelaar” van Al-Jazeera te zullen “wreken”.
De broer van Shireen en een EU-ambassadeur, die op dat moment aanwezig waren, eisten tevergeefs dat de Arabische moslims de kist in de auto zouden terugzetten. Toen de relschoppers ook nog een Palestijnse vlag over de kist drapeerden en met stenen en flessen naar de politie begonnen te gooien, grepen de politieagenten in en vielen de groep moslims aan.
Op dit moment was het nog steeds de bedoeling van de politie om de begrafenis op de geplande wijze door te laten gaan, maar zich te ontdoen van de groep moslims. De moslims waren echter vastbesloten door te gaan met de kaping van de begrafenis van Abu Akleh en werden uiteindelijk gewelddadig, en trachtten de politie ervan te weerhouden de orde te herstellen.
Fatah verantwoordelijk voor het geweld
Dinsdagmiddag werd bekend dat Fatah-terroristen, die in Israëlische gevangenissen hebben gezeten, verantwoordelijk waren voor de ontvoering van de kist van Abu Akleh. Degenen die de “eer” kregen om de kist van Shireen te ontvoeren en op hun schouders naar een nabijgelegen kerk te dragen, waren allen leden van Fatah, de Palestijnse factie die de Palestijnse Autoriteit regeert. Sommigen van hen werd door de politie de toegang tot de Oude Stad van Jeruzalem ontzegd, en werden zelfs gezocht door de Israëlische politie. De groep stond in voortdurend contact met de Muqata, het hoofdkwartier van de Palestijnse Autoriteit in Ramallah, en deze groep zorgde ervoor dat honderden moslims de begrafenis bijwoonden.
Zoals gezegd was de internationale verontwaardiging dus slechts gebaseerd op een videoclip van 30 seconden, terwijl in de aanloop naar de begrafenis al duidelijk was dat er opnieuw chaos zou ontstaan in Jeruzalem. De politie had de familie van Abu Akleh gevraagd het aantal aanwezigen te beperken, uit vrees voor rellen, en desondanks is dat helaas precies wat er gebeurd is.
De politie had ook aangekondigd dat zij niet zou toestaan dat de begrafenis zou worden omgevormd tot een demonstratie voor de Palestijnse nationale zaak, maar was blijkbaar niet op de hoogte van het complot van Fatah en werd verrast door deze groep van 300 moslims.
Na de begrafenis arresteerde de Palestijnse politie Milad Musa, een aanhanger van Hamas uit de buitenwijk Bir Zeit van Jeruzalem. Musa was ook aanwezig op de begrafenis, waar hij slogans verspreidde tegen de Palestijnse Autoriteit, zoals werd gerapporteerd door de Israëlische Arabische journalist Khaled Abu Toameh.