
In de schaduw van een acute economische crisis zoals misschien geen enkel ander land in 150 jaar gekend heeft…
In een land waar 80% van de bevolking onder de armoedegrens leeft…
Het Libanese volk heeft twee weken geleden zijn 128 parlementsleden gekozen.
Slechts 41% (bijna 1,5 miljoen Libanezen) nam deel aan het democratische proces in Libanon en bracht zijn stem uit in de verkiezingen. Er zijn 3,7 miljoen kiesgerechtigden geregistreerd in Libanon en ongeveer 226.000 in het buitenland. Ter vergelijking: bij de vorige verkiezingen vier jaar geleden in 2018 heeft 49% gestemd.
Wat opvalt in deze verkiezingen is de afname van de macht van het Hezbollah-kamp met 10 zetels van 71 naar 61. Het Hezbollah-kamp omvat de sjiitische partijen en de partij van president Michel Aoun, de “CPL”. Daarnaast werden 13 nieuwe onafhankelijke leden in het parlement verkozen die niet bij een bepaalde partij zijn aangesloten. De lage opkomst bij de verkiezingen en de opkomst van de onafhankelijke politici getuigen van de afkeer van de Libanezen voor hun politieke systeem.
De verzwakking van Hezbollah is in ieder geval veelbetekenend: dit kamp heeft de parlementaire meerderheid verloren, dat wil zeggen, het is onder de 65 zetels gezakt. Nu kan dit kamp niet meer zelf beslissen wie de volgende premier wordt. Wat nog belangrijker is: de parlementsleden die aan Hezbollah zijn gelieerd, kunnen niet alleen de keuze maken voor de volgende president van de Republiek.
De benoeming van de premier en de president zijn de belangrijke zaken die het politieke systeem nu moet doen. Ervaringen uit het verleden in Libanon hebben echter geleerd dat het vele maanden zal duren om deze taken uit te voeren als er geen brede consensus tussen alle partijen bestaat.
Democratie in een verdeelde samenleving
In de jaren ’40 hebben de zeventien leiders van de religieuze en etnische gemeenschappen in Libanon samengewerkt en een formule gevonden die het mogelijk maakt naast elkaar te bestaan en onderling begrip te kweken – door een verdeling van de macht tussen de gemeenschappen op te stellen volgens hun relatieve grootte.
In november 1943 werd Libanon onafhankelijk van de Fransen die hier waren op grond van de Sykes-Picot Overeenkomst. En in datzelfde jaar werd het ongeschreven “nationale pact” gesloten tussen de twee belangrijkste denominaties van dat moment in Libanon: de christenen en de soennitische moslims. Het pact was gebaseerd op een delicaat systeem van “checks and balances”, dat hielp de angst van de Libanese christenen te verminderen dat zij zouden worden overwonnen en gemarginaliseerd in deze overwegend islamitische “buurt”. Voor Libanese soennitische moslims beloofde het verdrag het “Arabische gezicht” van Libanon te bewaren en zijn onafhankelijkheid van westerse inmenging te verzekeren.
Het nationale pact was bedoeld om de politieke macht onder de gemeenschappen te verdelen, min of meer volgens hun geschatte numerieke gewicht, en om vreedzame co-existentie te bevorderen. De overeenkomst creëerde een regeringssysteem gebaseerd op religieuze groepen.
Behalve op politiek gebied is dit systeem van machtsdeling een algemene structuur geworden die het economische, sociale en culturele leven in Libanon beïnvloedt. Dit heeft geleid tot de voortdurende uitgesproken afbakeningen en scheidingen tussen de verschillende groepen. Naast een formule van machtsdeling was het pact van 1940 ook bedoeld om de christelijke maronitische suprematie te bestendigen (de president van Libanon moet een maronitische christen zijn). Maar het verdrag vormde ook een compromis tussen de maronieten en de soennieten, volgens hetwelk de meeste sleutelposities in de Libanese regering werden toevertrouwd aan de vertegenwoordigers van deze twee gemeenschappen.
In de daaropvolgende decennia is de etnische Druzenbevolking in Libanon, net als de sjiieten, toegenomen en zelfs groter geworden dan die van de christenen. Zij zien het pact van 1940 als een reëel obstakel voor het bestaan van een nationale staat gebaseerd op gelijkheid tussen alle religieuze groepen.

In de begindagen heeft de samenwerking tussen de leiderrs van de verschillende religieuze gemeenschappen bijgedragen tot het behoud van de eenheid en de stabiliteit van Libanon. Dit model van democratie, gevormd door de samenwerking van verschillende sociale/religieuze groepen die samenwerken op basis van gedeelde macht, wordt “Consociational Democracy” genoemd. Maar de Libanezen hadden niet verwacht dat in de jaren zeventig de Palestijnen zouden komen en de sjiieten en druzen zouden ophitsen tegen de christenen. Evenmin had iemand durven dromen dat de christelijke partij CPL een alliantie zou sluiten met de sjiieten (met Hezbollah), zoals zij hebben gedaan.
Libanon was immers, zoals gezegd, in de eerste plaats opgericht om de maronitische christelijke suprematie te handhaven. De christenen in Libanon eisten dat Frankrijk niet zou vertrekken voordat het een politiek systeem had ingesteld dat de heerschappij van de christenen zou waarborgen. Deze eis deden zij, omdat zij de moslimmeerderheid vreesden, en terecht. De Libanese christenen waren niet vergeten wat er twee decennia eerder, in 1915, niet ver in het noorden was gebeurd. De islamitische Ottomaanse Turken moordden de christelijke Armeense minderheid in hun midden uit. Meer dan anderhalf miljoen mensen werden vernietigd. De eerste moderne genocide vond dus plaats in het Midden-Oosten.
Terug naar het heden
Wie de loftrompet steekt over Hezbollah vanwege de lichte parlementaire “inkrimping”, begrijpt niet dat Hezbollah veel meer is dan een politieke partij.
Het is een terroristische organisatie met aantallen soldaten en wapens die die van het Libanese leger evenaren en zelfs overtreffen. Het is een alternatief leger dat heerst over de helft van Beiroet en over grote gebieden in de Beqaa-vallei, alsmede over andere gebieden van Libanon, waaronder de internationale luchthaven. Hezbollah heeft zijn eigen speciale telecommunicatiesysteem, zijn eigen wapendepots, zijn eigen inlichtingenapparaat en gevangenissen, enz. Het is een leger. Niets meer en niets minder. Ondanks het lichte parlementaire verlies controleert Hezbollah Libanon nog steeds. Hezbollah controleert het leger en beïnvloedt dankzij haar macht vele politici. Het is heel goed mogelijk dat ze zal proberen de 13 nieuw verkozen onafhankelijken om te kopen, te intimideren, te verleiden of te vermoorden om hun stem te winnen. Het is per slot van rekening een maffia en een terroristische organisatie.
Wat kan er nog gebeuren?
Het is mogelijk dat de Libanese regering en de volgende president geen Hezbollah-aanhangers zijn en zich tot de Golfstaten of het Westen wenden om de Iraanse invloed op Libanon te verminderen en de economische situatie van Libanon te verlichten. Een beetje meer westerse invloed en minder Iranisering van Libanon is een mogelijke uitkomst van de verkiezingsuitslag.
Hezbollah is er echter nog steeds. Niemand denkt er realistisch over om die te ontwapenen, en juist dat is het grootste probleem van dit land. Hezbollah en zijn wapens.
Zie ook: Israël biedt Libanon hulp nadat Beiroet verwoest werd door een explosie, die lokale gouverneur beschrijft als “zoals Hiroshima en Nagasaki”.