
Dit artikel verscheen in het april/mei 2025 – magazine van Israel Today. Leden van Israel Today lezen de artikelen eerst. Ben je nog geen lid? Klik hier!
Vóór 1948, het jaar waarin de Joodse staat werd gesticht, waren het bijna alleen de Joden die er woonden die zichzelf Palestijnen noemden. De andere inwoners van de regio, voornamelijk moslim-Arabieren, definieerden zichzelf in de eerste plaats als moslims. Een zeker bewustzijn van territoriale verwantschap bestond alleen in kleine intellectuele kringen, die de regio beschouwden als Groot Syrië, Zuid-Syrië of Ash-Sham (de Levant). De moderne Palestijnse identiteit ontstond pas grotendeels in 1964 met de oprichting van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO). Of de huidige inwoners van Gaza en de ‘Westelijke Jordaanoever’ historische banden hebben met het Palestina van het Britse Mandaat (vóór 1948) wordt betwist.
Huwelijk en handel: Een netwerk van regionale banden
Historisch gezien worden familie- en stamverbanden in het Midden-Oosten vaak bepaald door economische en commerciële netwerken, niet door geografische grenzen. In veel delen van de moslimwereld volgden de huwelijkspatronen de handelsroutes en versterkten ze de economische en sociale banden op lange termijn. Het westerse concept van vaste grenzen speelde daarbij geen rol. Deze dynamiek kon ook worden waargenomen in het Palestina van voor 1948, waar traditionele huwelijkspraktijken gemeenschappen met elkaar verbonden over de moderne staatsgrenzen heen.
Zo trouwden families uit Nablus vaak met families uit Al-Balqa, een regio ten oosten van de Jordaan. Als gevolg daarvan verschenen prominente familienamen zoals Toukan en Masri aan beide zijden van de rivier. Er bestonden vergelijkbare banden tussen families in Jenin en de stad Irbid in het noorden van Jordanië, evenals tussen moslimfamilies in Nazareth. Hooggeplaatste Jordaanse politici verwijzen vaak naar familiewortels in Hebron of Safed, wat de nauwe historische banden aan de overkant van de Jordaan nog eens benadrukt. Deze banden laten zien dat identiteit in de regio historisch gezien veranderlijk was en meer werd gekenmerkt door sociale en economische relaties dan door moderne politieke grenzen.
Demografie van de negentiende eeuw: een leeg land?
Tot de negentiende eeuw was een groot deel van wat nu de Westelijke Jordaanoever en Gaza omvat dunbevolkt en onderontwikkeld. Reizigers als Mark Twain en de Amerikaanse president Ulysses S. Grant beschreven de regio als grotendeels dor en onbewoond. Deze verslagen, geschreven zonder politieke agenda, geven inzicht in de staat van het land vóór de latere demografische veranderingen.
In deze periode probeerde het Ottomaanse Rijk de regio nieuw leven in te blazen door er moslimmigranten uit Albanië, Bosnië en de Kaukasus te vestigen. Dit beleid was bedoeld om het land economisch nieuw leven in te blazen, maar droeg ook bij aan de etnische diversiteit van de bevolking die later als ‘Palestijnen’ werd geïdentificeerd. Sommige jonge Saoedische commentatoren wijzen tegenwoordig op deze geschiedenis om te beweren dat Palestijnen geen ‘echte Arabieren’ zijn – een bewering die de complexe identiteitspolitiek van de regio weerspiegelt.
Migratie en het ontstaan van de Palestijnse identiteit
Historische verslagen en mondelinge familietradities suggereren dat belangrijke migratiegolven hebben bijgedragen aan het ontstaan van de huidige Palestijnse bevolking. In de jaren 1840 bezetten Egyptische troepen het gebied, wat leidde tot de vestiging van veel Egyptenaren. De familienaam Masri (‘Egyptisch’ in het Arabisch) is vandaag de dag wijdverspreid onder Palestijnen en getuigt van deze migratie. Sommige van deze Egyptische kolonisten verhuisden later naar Salt, ten oosten van de Jordaan.
Aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw kwam er een andere migratiegolf naar de regio, veroorzaakt door de aanleg van de Ottomaanse spoorweg, die het zuidoosten van Turkije verbond met de Hejaz (en Mekka). De Haifa-tak van deze spoorweg trok veel arbeiders aan uit Jordanië en Syrië, van wie velen bleven. Deze arbeidersbewegingen leidden ertoe dat de regio bekend werd als Umm al-Amal (‘Moeder van de Arbeid’), wat de rol van de regio als economisch centrum onderstreept.
Verdere demografische verschuivingen vonden plaats tijdens het Britse Mandaat. Terwijl de Joodse immigratie toenam, stroomden ook Arabische arbeiders uit Transjordanië naar het gebied, aangetrokken door de werkgelegenheid en de verbeterde gezondheidszorg die de Joodse immigranten boden. Terwijl de Britse autoriteiten de Joodse immigratie streng controleerden, negeerden ze grotendeels de Arabische migratie naar het gebied.

Palestijnen in Gaza met op de achtergrond een portret van Arafat. Foto: Abed Rahim Khatib/Flash90
Gaza’s culturele autonomie
Gaza heeft van oudsher nauwere culturele en taalkundige banden met Egypte dan met andere delen van ‘Palestina’. Het plaatselijke Arabische dialect en vele tradities weerspiegelen deze invloed en wijzen op een culturele identiteit die verschilt van die van de Westelijke Jordaanoever. Veel Palestijnen zijn zich tegenwoordig bewust van hun familiewortels en erkennen openlijk hun diverse afkomst. Dit historische perspectief stelt het idee ter discussie dat de Palestijnse identiteit uitsluitend gekoppeld is aan het Palestina van het Britse Mandaat (vóór 1948) en roept vragen op over de oorsprong van het Palestijnse nationalisme en territoriale aanspraken.
Kunstmatig gecreëerd en conflict?
Gezien de historische migratiepatronen en de veranderlijkheid van identiteiten, is de Palestijnse nationale identiteit een relatief nieuwe constructie. Dit perspectief voedt het debat over het internationale beleid ten aanzien van de Palestijnse gebieden. Het voorstel van de Amerikaanse president Donald Trump om inwoners van Gaza en mogelijk de Westelijke Jordaanoever te vestigen in Arabische buurlanden sluit aan bij deze historische realiteit. Volgens deze visie zouden Palestijnen – van wie velen eeuwenlang migratie hebben meegemaakt – niet moeten lijden onder de heerschappij van onderdrukkende groepen zoals Hamas of de Palestijnse Autoriteit (PA).
Critici van de Arabische reactie op de Palestijnse kwestie stellen dat regionale leiders de kwestie lange tijd hebben gebruikt als politiek drukmiddel tegen Israël, in plaats van actief te werken aan oplossingen voor Palestijnse vluchtelingen. Ondanks hun retoriek hebben veel Arabische staten volledige integratie van de Palestijnen voorkomen om hen te behouden als een geopolitieke onderhandelingstroef.
De westerse dubbele standaard
Het Westen heeft de Palestijnen uitgebreid gesteund – in tegenstelling tot de bijna volledige afwezigheid van steun van Arabische of islamitische landen. Westers schuldgevoel over kolonialisme en vermeend onrecht aan de niet-westerse wereld heeft onevenredig veel steun voor de Palestijnse zaak gegenereerd. De aanpak van Trump roept Arabische staten daarentegen op om verantwoordelijkheid te nemen voor ‘hun broeders’ in plaats van te vertrouwen op westerse vrijgevigheid.
Conclusie
De historische banden tussen de Palestijnen in Gaza, de Westelijke Jordaanoever en het Brits Mandaat Palestina zijn complex en worden gekenmerkt door eeuwen van migratie, handel en politieke veranderingen. De Palestijnen zijn niet één etnische groep, maar een mix van verschillende volkeren die zich pas de laatste tweehonderd jaar in de regio hebben gevestigd. Terwijl de debatten over hervestiging en politieke oplossingen doorgaan, blijft de vraag: moeten Arabische machten een actievere rol gaan spelen in de Palestijnse kwestie, of blijft de status quo gehandhaafd?
Dr. Harold Rhode was 28 jaar lang adviseur voor islamitische wereldzaken in het kantoor van de Amerikaanse minister van Defensie. Hij is lid van het Jerusalem Center for Security and Foreign Affairs en het Gatestone Institute in New York.