
Joden kunnen en moeten God aanbidden, waar ze zich ook ter wereld bevinden. En dat hebben ze ook steeds gedaan. Maar het Joodse volk, de natie als geheel, kreeg de opdracht om voor dat doel op één bepaalde publieke plaats samen te komen: dat is op de Tempelberg in Jeruzalem.
In de afgelopen millennia werd Israël terechtgewezen, omdat het probeerde alternatieve plaatsen van publieke aanbidding op te zetten. God had ervoor gekozen om Zijn naam alleen op één plaats te bevestigen, en Hij verwachtte dat het land zich daar voor Hem zou verzamelen.
“Maar naar de plaats die de HEERE, uw God, uit al uw stammen zal uitkiezen om Zijn Naam daar te vestigen, naar Zijn woning moet u vragen en daarheen komen. Daarheen moet u uw brandoffers brengen, uw slachtoffers…” (Deuteronomium 12:5-6)
“… maar Ik heb Jeruzalem verkozen om daar Mijn Naam te laten zijn…” (2 Kronieken 6:6)
“Want nu heb Ik dit huis verkozen en geheiligd, zodat Mijn Naam daar tot in eeuwigheid is. Alle dagen zullen Mijn ogen en Mijn hart daar zijn.” (2 Kronieken 7:16)
De grootmoefti van Jeruzalem, de islamitische opperheer die vandaag op de Tempelberg zit, vertelt ons dat “de hele wereld” het met hem eens is dat Joden deze verzen niet mogen vervullen. Hij zegt dat de hele wereld de publieke Joodse eredienst verwerpt. De wereld is het met hem eens dat Joden moeten worden uitgesloten van de heilige stad Jeruzalem.
“De hele wereld verwerpt elke poging van de bezetting [lees: Israël] om de religieuze en historische status [van de Tempelberg] te veranderen. Samen met de Al-Aqsa Moskee behoren ze alleen toe aan de moslims”, benadrukte sjeik Mohammed Hussein tijdens een bijeenkomst van hoge islamitische functionarissen in Jeruzalem eerder deze maand.
Jordanië en de Palestijnse Autoriteit hebben een wereldwijde PR-campagne gelanceerd om de internationale gemeenschap ervan te overtuigen de komende rechtse religieuze regering van Israël tegen te houden om de “status quo” op de Tempelberg te veranderen. Maar hoewel dit allemaal speelt in de politieke arena, is het uiteindelijk een spiritueel godsdienstige zaak.
Geloven we God op Zijn woord dat Israël als natie (volk) Hem op één bepaalde plek moet aanbidden? Of accepteren we de moderne status quo uit angst voor een islamitische tegenreactie?
En als het dat laatste moet zijn, betekent dat dan dat er nog steeds geen publieke gebedsplaats zal komen voor het Joodse volk, maar dat alleen privé of in samenkomsten, zoals het geval al duizenden jaren ballingschap het geval is? En als dat waar is, is de ballingschap van Israël dan echt geëindigd?