Wat is de status quo van de Tempelberg?

Geheime documenten vrijgegeven door de Israëlische archieven onthullen de werkelijke “status quo” ingesteld in 1967.

Door Jewish News Syndicate (JNS) | | Onderwerpen: Tempelberg
De huidige status quo op de Tempelberg was het besluit van één man, en is grotendeels in tegenspraak met wat de moslims zelf slechts 100 jaar geleden erkenden met betrekking tot de Joodse band met de heilige plaats. Foto: Olivier Fitoussi / Flash90

Op 17 juni 1967, 55 jaar geleden, nam de toenmalige Israëlische minister van Defensie Moshe Dayan een van de meest noodlottige beslissingen in de geschiedenis van de staat Israël en het Joodse volk. Slechts enkele dagen na het einde van de Zesdaagse Oorlog stemde Dayan in met het vaststellen van een nieuwe “status quo” voor de Tempelberg. Uit angst voor een open discussie over zijn besluit, werd Dayans akkoord niet positief bekrachtigd door de toenmalige regering – of door welke regering dan ook sindsdien.

De Tempelberg is de heiligste plaats van het Judaïsme. Het is de Bijbelse berg Moriah, waar Abraham zijn zoon Isaak moest offeren. Het is de plaats waar koning Salomo de eerste Joodse tempel bouwde, die in 586 voor Christus werd verwoest. Het is de plaats waar de Joden 70 jaar later de Tweede Tempel bouwden. Zoals een pamflet voor toeristen, gepubliceerd in 1924 door de Opperste Moslimraad, openlijk verklaart:

“Deze plaats is een van de oudste in de wereld. Zijn heiligheid dateert van de vroegste (misschien prehistorische) tijden. Zijn identiteit met de plaats van Salomo’s Tempel staat buiten kijf”.

De Tempelberg is ook heilig voor moslims, die ernaar verwijzen als Al-Haram Al-Sharif (“Het Nobele Heiligdom”). De moslims hebben twee dominante bouwwerken aan de plaats toegevoegd: de Rotskoepel, gebouwd in 691 n.C., die in het midden van de berg staat, direct boven de ruïnes van de binnenste heiligdommen van de twee tempels; en de Al-Aqsa moskee, gebouwd in 693 n.C., in de zuidwestelijke hoek van de berg.

In de jaren 1990 heeft de Waqf het gebied dat bekend staat als “Salomo’s Stallen” opgegraven en er een nieuwe moskee van gemaakt, die de El-Marwani Moskee wordt genoemd. Het ligt 12 meter (40 voet) onder de huidige binnenplaats; het pamflet van de Opperste Moslimraad merkt op dat het gebied van de Stallen “waarschijnlijk dateert van zo ver terug als de bouw van Salomo’s Tempel. Volgens Josephus bestond het en werd het gebruikt als toevluchtsoord door de Joden ten tijde van de verovering van Jeruzalem door Titus in het jaar 70 n.C.” Het was Titus die de Tweede Tempel verwoestte.

Overtuigende verklaring: De Opperste Moslimraad geeft toe dat de Tempelberg diep verbonden is met de Joodse geschiedenis.

Nadat Israël Jeruzalem en de Tempelberg had bevrijd van Jordanië, dat deze van 1948 tot 1967 illegaal had bezet, moest een besluit worden genomen over de toegang tot de plaats.

In een poging de moslims na hun ondubbelzinnige nederlaag te sussen, bood Dayan de Jordaanse Waqf controle aan over de activiteiten binnen de muren van de berg zelf, terwijl Israël verantwoordelijk zou zijn voor de externe veiligheid en de openbare orde. Dayan gaf verder toe dat de moslims vrije toegang tot de berg zouden krijgen, en dat er geen beperkingen zouden gelden voor het aantal Joden dat de berg zou betreden, maar dat zij er niet zouden mogen bidden.

Het argument is aangevoerd dat Dayan, door de interne activiteiten op de berg over te dragen aan de Waqf, het religieuze ingrediënt van het Israëlisch-Arabische conflict trachtte te neutraliseren. Geheime documenten, vrijgegeven door de Israëlische archieven en bestudeerd door Palestinian Media Watch, leggen echter de authentieke en officiële “status quo” bloot die in 1967 werd ingesteld.

Op 15 augustus 1967, om de dag te markeren die Joden herdenken als de dag van de vernietiging van beide tempels (de negende van de Hebreeuwse maand Av), had toenmalig hoofdrabbijn van de Israel Defense Forces generaal-majoor Shlomo Goren geregeld dat Joden naar de Tempelberg zouden gaan om te bidden.

Een vergadering van het Israëlische Ministeriële Comité voor de Bescherming van de Heilige Plaatsen kwam op 13 augustus 1967 bijeen om de plannen van rabbi Goren te bespreken. Het comité verwierp uitdrukkelijk een voorstel om het Joodse gebed op de Tempelberg te verbieden, en gaf er de voorkeur aan het hoofd van het comité op te dragen rabbi Goren te ontmoeten en hem te laten weten dat hij moest afzien van het organiseren van gebeden aldaar. Een soortgelijke instructie werd gegeven aan Dayan om over te brengen aan rabbi Goren via de chef-staf van de IDF. Interessant is dat de schriftelijke samenvatting van het besluit dat tijdens de vergadering werd genomen, is gedateerd op 16 augustus 1967. Het originele protocol van de besluiten van de vergadering en de vertaling ervan staan hieronder.

De beloften van premier Menachem Begin vóór de verkiezingen om Joden toe te staan openlijk op de berg te bidden, werden niet gewijzigd.

Gedurende bepaalde perioden was de Tempelberg volledig gesloten voor Joden, voornamelijk tijdens en na vlagen van Arabisch geweld en terreur. Daarentegen is de plaats bijna nooit gesloten voor moslims, behalve in uitzonderlijke omstandigheden, zoals in juli 2017, toen de berg een paar dagen gesloten was nadat terroristen er twee Israëlische politieagenten hadden vermoord.

Hoewel geen enkele Israëlische regering ooit Dayans overeenkomst heeft geratificeerd, is tot op de dag van vandaag de “status quo” op de Tempelberg dat het interne deel van de site wordt beheerd door de Waqf en Israël verantwoordelijk is voor de externe veiligheid en het handhaven van de openbare orde. Moslims mogen de Tempelberg vrij bezoeken, in onbeperkte aantallen en onder voorbehoud van veiligheids- en voorzorgsmaatregelen. Joden mogen de plaats slechts gedurende beperkte uren van de dag en in beperkte aantallen betreden, en mogen er meestal geen individuele of gezamenlijke gebeden houden.

Sinds haar oprichting heeft de Palestijnse Autoriteit de Tempelberg voortdurend en consequent gebruikt als een middel om religieuze vurigheid aan te wakkeren en als een verzamelplaats voor geweld en terreur. Door herhaaldelijk te beweren dat Israël van plan is de “Al-Aqsa moskee” te vernietigen, die zij bedrieglijk definieert als 144 dunams (36 acres) in oppervlakte – d.w.z. het gehele gebied van de Tempelberg – misleidt de PA de Palestijnen, en in feite de gehele moslimwereld, door ten onrechte te laten geloven dat “Al-Aqsa in gevaar is”.

Terwijl documenten en 55 jaar realiteit duidelijk aantonen dat Israël niet van plan is om ook maar enig deel van de plaats te ondermijnen, laat staan te vernietigen, beweert de PA nog steeds, zoals blijkt uit PMW, dat “Sinds de Juni-oorlog (d.w.z. de Zesdaagse Oorlog in 1967)-we hebben het over de 55e verjaardag ervan – er [Israëlische] bedoelingen zijn om de Al-Aqsa moskee te vernietigen en de vermeende Tempel te bouwen” (Officiële PA TV, 6 juni, 2022).

Voor de PA, die geen enkele zeggenschap heeft over de manier waarop het gebied wordt beheerd, zou het toestaan van Joden om te bidden op de Tempelberg neerkomen op het uitroepen van de Derde Wereldoorlog. Soortgelijke loze kreten deed de PA ook al voordat de Verenigde Staten hun Israëlische ambassade naar Jeruzalem verplaatsten.

Sinds 1967 is er veel veranderd. In de afgelopen decennia hebben de meeste westerse samenlevingen een veel groter besef van persoonlijke vrijheden en rechten ontwikkeld en aangenomen, waaronder vrijheid van godsdienst. Het idee dat het besluit van één persoon alleen – Moshe Dayan – alle Joden zou verhinderen te bidden op de heiligste plaats van het Jodendom, zou vandaag ondenkbaar zijn. Tegelijkertijd is in de loop der jaren de wens en bereidheid van Joden om de Tempelberg te betreden dramatisch toegenomen.

Aangezien het onredelijk is te geloven dat moslims van nature niet in staat zijn de legitieme rechten van Joden om op de Tempelberg te bidden te erkennen en de vereiste religieuze verdraagzaamheid aan de dag te leggen, is misschien voor de Israëlische regering de tijd gekomen om eindelijk duidelijk te maken wat nu precies de “status quo” op de Tempelberg was, is en zou moeten zijn.

Hieronder volgt het protocol van de besluiten van het Ministerieel Comité voor de Vrijwaring van de Heilige Plaatsen, alsmede een vertaling in het Engels:


IDF Lt. Col. (res.) Maurice Hirsch is de directeur van Legal Strategies voor Palestinian Media Watch. Hij diende 19 jaar in het IDF Military Advocate General Corps. In zijn laatste functie was hij directeur van de Militaire Vervolging in Judea en Samaria.

Dit artikel werd voor het eerst gepubliceerd door Palestinian Media Watch.

 

Israel Today nieuwbrief

Dagelijks nieuws

Gratis in uw mailbox

Israel Heute Newsletter

Tägliche Nachrichten

FREI in Ihrer Inbox