Palestijnen zijn slachtoffers van apartheid in Libanon

Als Um Wissam door Israël was gearresteerd, zou haar verhaal voorpaginanieuws zijn geweest in alle grote media in het Westen.

Door Bassam Tawil | | Onderwerpen: Palestijnen
Aan de Libanese kant van de grens wapperen Palestijnse vlaggen. Maar het land is een onvriendelijke gastheer voor de zogenaamde Palestijnse "vluchtelingen". Foto: Ayal Margolin / Flash90

De recente arrestatie van een 64-jarige Palestijnse vrouw door de Libanese autoriteiten heeft opnieuw de systematische discriminatie van de Palestijnen in Libanon aan het licht gebracht.

De arrestatie is het zoveelste voorbeeld van de hypocrisie van de Arabieren die lippendienst blijven bewijzen aan de Palestijnen terwijl ze hen hun basisrechten ontzeggen.

Libanon verdient een prijs voor uitmuntende hypocrisie en dubbele standaarden. De Libanese regering laat nauwelijks een gelegenheid voorbij gaan om Israël te veroordelen omdat het zich verdedigt tegen Palestijns terrorisme. Toch is het hetzelfde Libanon dat de Palestijnen decennialang systematisch heeft gediscrimineerd door ze in smerige gettoachtige kampen te houden, omgeven door prikkeldraad en muren.

Het is ook hetzelfde Libanon dat een Palestijnse vrouw in de gevangenis gooide omdat ze geen bouwvergunning had.

Nasra Musa Mubarakeh, ook bekend als Um Wissam, een inwoonster van het Rashidieh vluchtelingenkamp, het op één na grootste Palestijnse vluchtelingenkamp in Libanon, werd op 3 juli gearresteerd door veiligheidstroepen omdat ze een huis zou hebben gebouwd zonder vergunning.

In 1997 vaardigden de Libanese autoriteiten een decreet uit dat Palestijnse vluchtelingen verbood om bouwmaterialen naar de vluchtelingenkampen in het zuiden van het land te brengen.

De Libanese autoriteiten beweerden dat het verbod bedoeld was om te voorkomen dat Palestijnen zich permanent in Libanon zouden vestigen. De verboden materialen omvatten cement, betonijzer, grind, zand, tegels, aluminium, verf, watertanks en elektriciteitsgeneratoren. In het verbod staat dat deze materialen in beslag zullen worden genomen en Palestijnen die het verbod overtreden kunnen worden gearresteerd, ondervraagd en beboet.

De arrestatie van Um Wissam heeft geleid tot een golf van protesten van Palestijnen die in Libanon wonen.

Palestijnse activisten, die erop wezen dat Um Wissam aan chronische ziekten lijdt en medicijnen slikt, eisten haar onmiddellijke vrijlating.

Haar familie riep de Palestijnse facties op om “onmiddellijk actie te ondernemen om haar vrij te laten nadat de Libanese autoriteiten weigerden dit te doen totdat ze haar huis in het kamp hadden gesloopt”.

In een audio-opname deed de kleinzoon van Um Wissam een beroep op alle betrokken Palestijnen om zich in te zetten voor de vrijlating van zijn grootmoeder, die door de Libanese autoriteiten wordt vastgehouden in de Alma gevangenis in het noorden van Libanon.

“Ieder mens heeft het recht om in een huis te wonen dat hem of haar waardig is; dit is een van de noodzakelijkheden van het menselijk leven,” zei Hassan al-Sayyida, een onderzoeker en mensenrechtenactivist bij de Palestijnse Associatie voor Mensenrechten.

Israël heeft ook illegale huizen gesloopt – maar zowel onder Arabieren als Joden. Bovendien is er geen decreet of wet in Israël die de import van bouwmaterialen in Arabische steden verbiedt. Israël doet zelfs niet veel aan de massale illegale bouwactiviteiten door Arabieren, die naar verluidt 30% van het land dat onpoëtisch “Gebied C” wordt genoemd, in beslag hebben genomen: Land dat volgens de Oslo-akkoorden aan Israël toebehoort. Je kunt naar de buitenwijken van Jeruzalem lopen en letterlijk talloze illegale woontorens zien die door Arabieren zijn gebouwd, evenals kleinere illegale gebouwen die zich mijlenver naar het zuiden uitstrekken.

“Op dit moment [2022] zijn er 81.317 illegale gebouwen gebouwd door Arabieren in het gebied,” volgens de onderzoeksgroep Regavim. Bovendien arresteert of houdt Israël nooit iemand vast voor een bouwovertreding.

Al-Sayyida benadrukte dat de Organisatie van de Verenigde Naties voor Hulpverlening aan Palestijnse Vluchtelingen (UNRWA) “snel moet handelen en haar wettelijke verantwoordelijkheden ten opzichte van de Palestijnse vluchtelingengemeenschap in Libanon moet nakomen”.

In een verklaring aan Quds Press riep Al-Sayyida ook de Palestijnse strijdkrachten en facties op om “hun plicht te vervullen tegenover ons Palestijnse volk in Libanon en alle middelen te gebruiken om aan te dringen op de dringende vrijlating van de Palestijnse vrouw die vandaag nog steeds wordt vastgehouden door de Libanese autoriteiten”.

“De procedures en beperkingen op de toegang van bouwmaterialen tot Palestijnse kampen in Libanon zijn in strijd met de principes van de mensenrechten,” zei Al-Sayyida.

Dit is het tweede geval in een jaar waarin een Palestijn is gearresteerd in Libanon op beschuldiging van een “bouwovertreding”. Op 28 juli 2022 arresteerden de Libanese autoriteiten een andere Palestijnse, Amal Mousa, ook onder het voorwendsel van het bouwen van een huis zonder vergunning. Mousa werd pas vrijgelaten nadat ze gedwongen was de funderingen van haar huis af te breken.

De Palestinian Association for Human Rights riep de Libanese autoriteiten op tot een humane aanpak die rekening houdt met de rechten van Palestijnse vluchtelingen tijdens de bouw.

De groep wees erop dat er dringend nieuwe huizen moeten worden gebouwd voor de Palestijnen in Libanon, “vooral omdat de bestaande huizen ontoereikend zijn en niet voldoen aan de demografische groei van de bevolking”, en merkte op dat veel Palestijnen, zoals in het geval van Um Wissam, gedwongen zijn om huizen te bouwen op de daken van bestaande gebouwen.

Volgens UNRWA:

“Palestijnse vluchtelingen in Libanon worden geconfronteerd met aanzienlijke uitdagingen bij het volledig uitoefenen van hun mensenrechten. Ze zijn sociaal uitgesloten, hebben zeer beperkte burgerlijke, sociale, politieke en economische rechten, waaronder beperkte toegang tot gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten van de Libanese overheid, en worden geconfronteerd met aanzienlijke beperkingen op hun recht om te werken en hun recht op eigendom.”

UNRWA meldde ook dat Palestijnen nog steeds verhinderd worden om te werken in 39 beroepen zoals geneeskunde, rechten en techniek:

“Palestijnse vluchtelingen melden consequent discriminatie bij aanwerving en tewerkstelling. Ze worden geconfronteerd met informele beperkingen op de soorten banen en industrieën waarvoor ze kunnen worden aangenomen, als gevolg van extra bureaucratie in verband met contracten en werkvergunningen, evenals discriminatie … .”

In 2001 nam de Libanese regering wet 296 aan, die de regels voor eigendom van onroerend goed door buitenlanders aanpaste. De wet noemt Palestijnen niet specifiek, maar verbiedt “elke persoon die geen onderdaan is van een erkende staat … om onroerend goed van welke aard dan ook te verwerven” – en dient dus duidelijk om Palestijnen die in Libanon wonen te verbieden huizen te kopen of te verkopen.

Zoals de Libanese journalist Sawssan Abou-Zahr schreef:

“Het is Palestijnen bij wet verboden om eigendom te bezitten of te erven, zelfs als ze Libanese moeders en/of vrouwen hebben! Ze hebben letterlijk niets in Libanon.”

Palestijnse kampen in Libanon, zei hij, zijn gettoachtige nederzettingen, soms omgeven door scheidingsmuren, prikkeldraad en militaire bewaking: “De kampen zijn overbevolkte en ongeorganiseerde betonnen blokken met een vervallen infrastructuur.”

“Het valt moeilijk te ontkennen dat de Palestijnse vluchtelingen die in Libanon leven het slachtoffer zijn van systematische discriminatie en schending van hun fundamentele mensenrechten”, schreef het Palestine-Israel Journal al in 2008.

“Palestijnse vluchtelingen zijn gedwongen tot bittere armoede omdat de Libanese regering hen het recht op betaald werk, sociale zekerheid, openbare gezondheidszorg, openbaar onderwijs en eigendom ontzegt. Het argument dat de integratie van Palestijnen in de Libanese samenleving ertoe zou leiden dat ze hun recht op terugkeer zouden verliezen of dat het sektarisch evenwicht in Libanon zou worden verstoord, is slechts een voorwendsel dat door de Libanese regering wordt gebruikt om de Palestijnen, die veel Libanezen de schuld geven van de Libanese burgeroorlog, te discrimineren. De Palestijnse vluchtelingen eisen geen burgerschap, maar alleen de rechten die aan andere vluchtelingen over de hele wereld worden toegekend.”

De zaak Um Wissam onthult niet alleen de mishandeling van Palestijnen door een Arabisch land, maar ook de dubbele standaarden van de internationale gemeenschap en alle zogenaamde pro-Palestijnse individuen en groepen.

Als Um Wissam was gearresteerd door de Israëlische autoriteiten, zou haar verhaal voorpaginanieuws zijn geweest in alle grote media in het Westen. Haar lot zou aan de orde zijn gesteld door de Verenigde Naties, door elke zogenaamde mensenrechtenorganisatie en door elke anti-Israël groep op universiteitscampussen in de Verenigde Staten en het Westen. Buitenlandse journalisten zouden in de rij hebben gestaan voor het huis van haar familie, in de hoop Israël nog verder te belasteren met de details van haar zaak. Maar omdat Um Wissam de pech had om door de Libanese autoriteiten te worden vastgehouden, is haar zaak niet interessant voor het Westen.

Israel Today nieuwbrief

Dagelijks nieuws

Gratis in uw mailbox

Israel Heute Newsletter

Tägliche Nachrichten

FREI in Ihrer Inbox