Dinsdagavond kondigde ’s werelds grootste staatsinvesteringsfonds aan dat het zich volledig had teruggetrokken uit het Israëlische telecombedrijf Bezeq, dat diensten verleent aan gemeenschappen in Judea en Samaria.
Het staatspensioenfonds van Noorwegen overweegt ook zijn aandelen te verkopen in Israëlische bedrijven die actief zijn in de betwiste gebieden en de oorlog van Jeruzalem tegen Hamas in Gaza steunen.
De beslissing komt nadat de ethische commissie van het fonds een strenger beleid had aangenomen ten aanzien van bedrijven die actief zijn in Judea en Samaria.
“Het bedrijf draagt door zijn fysieke aanwezigheid en het leveren van telecommunicatiediensten aan Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever bij aan het faciliteren van de instandhouding en uitbreiding van deze nederzettingen, wat in strijd is met het internationaal recht”, aldus de raad in zijn aanbeveling over de desinvestering.
“Op deze manier draagt het bedrijf zelf bij aan de schending van het internationaal recht”, voegde de raad eraan toe.
Jeruzalem verwerpt de bewering dat de gemeenschappen in Judea en Samaria het internationaal recht schenden en beschouwt het gebied als “betwist gebied” totdat er een akkoord is bereikt over de definitieve status.
Het Oslo Prosperity Fund beheert wereldwijd activa ter waarde van 1,7 biljoen dollar (ca. 1,6 biljoen euro). Bezeq is de grootste telecommunicatiegroep van Israël.
Deze beslissing weerspiegelt de toenemende internationale druk op Israël over zijn beleid in Judea en Samaria. Zowel de Verenigde Staten als de Europese Unie hebben sancties opgelegd aan personen en organisaties die banden hebben met de betwiste gebieden.
Het Scandinavische land is een felle criticus van Israël in zijn jarenlange oorlog tegen Iran en zijn regionale terreur proxies, die werd aangewakkerd door de Hamas aanval op 7 oktober 2023.
In oktober gaf de Noorse minister van Buitenlandse Zaken Espen Barth Eide een verklaring uit waarin hij Jeruzalem beschuldigde van “willekeurige en disproportionele aanvallen” in de Gazastrook en het verhinderen dat de Gazaanse bevolking humanitaire hulp ontvangt – beschuldigingen die Jeruzalem ten stelligste ontkent.
In de zomer liet de toenmalige Israëlische minister van Buitenlandse Zaken , Israël Katz, Oslo weten dat hij de diplomatieke status van acht Noorse vertegenwoordigers die vanuit de Noorse ambassade in Tel Aviv werkten, introk. Hun enige taak was het vertegenwoordigen van de Scandinavische natie bij de Palestijnse Autoriteit in Ramallah.
De stap van het ministerie was een vergelding voor de anti-Israël acties van Noorwegen sinds het bloedbad van 7 oktober.
“Er is een prijs voor anti-Israëlisch gedrag,” zei Katz in een verklaring van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
“In plaats van het Palestijnse terrorisme na 7 oktober te bestrijden en Israël te steunen in de strijd tegen de as van het kwaad, koos Noorwegen ervoor om de verkrachters en moordenaars van Hamas te belonen in de vorm van de erkenning van een Palestijnse staat,” legde hij uit.
Katz verwees ook naar de houding van Noorwegen tegenover Israël bij het Internationaal Strafhof, “eenzijdige” anti-Israël verklaringen van Noorse vertegenwoordigers en de onafhankelijke stappen van Noorwegen met betrekking tot de Palestijnse Autoriteit.
Het ministerie zei dat de beslissing “bijzonder pijnlijk” was voor Oslo, dat een leidende rol heeft gespeeld in de Palestijnse kwestie.
Israël heeft ook een overeenkomst geannuleerd die in januari met Noorwegen was gesloten over de bewaring van PA-belastingen en douanerechten, die deel uitmaakte van een overeenkomst om PA-fondsen aan Hamas in Gaza te bevriezen.
(JNS)
“Pijn. Pijn. Er zijn geen woorden”
Israël woedend over “morele faillietverklaring” VN-chef
Egyptisch parlementslid dreigt Tel Aviv binnen te vallen
