
Hij was redacteur van de zesdelige “Geschiedenis van het antisemitisme”. We vochten beiden tegen de oppervlakkige theologie die de oorzaak is van veel vooroordelen.
Het Hebreeuwse woord voor hoop is Tikva. Daarom werd de eerste stad van Israël in de moderne tijd Petach Tikva genoemd – Poort van de Hoop. De term hoop drukt hier uit wat in Ezra 10:2 staat: “Wij hebben tegen God gezondigd, maar toch is er hoop voor Israël”.
Een ander woord voor hoop is verwachting in de zin van “in blijde verwachting”, Lehamtin: in goede verwachting – uitkijkend naar binnenkort. Zo zijn tikva en lehamtin, ondanks hun verschil, verwant: “in goede hoop en blijde verwachting”.
Mijn punt is het bijbelse verschil tussen joodse verwachting en christelijke hoop.
Omdat God het Joodse volk onherroepelijk heeft uitverkoren (Deut. 7:6; Rom. 11:29), geldt in het Jodendom de gegarandeerde “verwachting”. Bij christenen daarentegen is het “hoop”. Voor de Joden is de verwachting als een door God ingestelde wekker die gegarandeerd afgaat op het door Hem bepaalde tijdstip, of de Joden er nu in geloven of niet.
Wie nu denkt dat God de Joden zou bevoordelen omdat zij Zijn uitverkoren volk zijn, vergist zich, want God heeft geen volk op aarde zo zwaar gestraft en opgevoed voor hun zonden als Zijn Joden. Daarom schrijft de schrijver van Hebreeën: “Wie de HERE liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt iedere zoon die Hij aanneemt” (12:6). En Openbaring 3:19 zegt: “Ik bestraf en kastijd allen die Ik liefheb.”
Israël is alleen al door zijn bestaan een onmiskenbare aanwijzing voor de gegarandeerde vervulling van Gods beloften. Het volk Israël leeft en de gemeente van Jezus ook, want de christelijke hoop is de dochter van de joodse verwachting!
De wereld veroordeelt de Joden als een grillig blok dat de weg kwijtraakte en daardoor verstrooid raakte. Toch zijn de Joden als volk in de wereld de enige constante, want God koos het Joodse volk in eenheid uit (Deuteronomium 7:6); de christenen daarentegen zijn door God als individuen uitverkoren (Johannes 15:16).
Joden en christenen zijn beiden nog onderweg. Joden hebben een gemeenschapsticket; christenen daarentegen hebben een individueel ticket. Daarom kan er geen “christelijke natie” zijn, maar wel een “joodse staat”.
Het is een grote fout van de Kerk dat zij zich stevig heeft gevestigd in deze wereld, terwijl zij in Hebreeën 13:14 zegt dat wij hier geen blijvende stad hebben, omdat wij nog op zoek zijn naar de komende.
Een aardse hoop van christenen valt niet samen met Gods heilsplan en kan daarom niet worden vervuld. Hoe dan ook, de Kerk heeft de Joden de schuld gegeven van het niet uitkomen van aardse verlangens. En dat terwijl Jezus zegt dat zijn koninkrijk niet van deze wereld is.
De Joden daarentegen zijn als koninkrijk Israël een aards volk. Daarom overheerst in het Jodendom de menselijke verwachting van de komst van de Messias, die zijn koninkrijk op deze wereld zal vestigen, dat een koninkrijk van God op aarde zal zijn. Daarom is de verwachting van de Joden (Lehamtin) als aardse verwachting anders dan de christelijke hoop, die gebaseerd is op het hiernamaals.
Door Jezus’ verlossing werden Joden en Jezus-gelovige niet-joden verenigd. In de geschiedenis zijn joden en christenen helaas ieder hun eigen weg gegaan, ze zijn van elkaar verwijderd en vreemden voor elkaar geworden, zodat achterdocht en haat de onderlinge verhouding bepaalden. Zogenaamde christenen voelden zich geroepen om in naam van het kruis miljoenen Joden af te slachten of te vergassen.
Hoe dan ook, God heeft noch de Joodse verwachting noch de christelijke hoop ontbonden en zal zijn heilsplan tot een stipte en volledige voltooiing brengen.
Zoals er een verschil is tussen tikva (hoop) en lehamtin (verwachting), en zij toch functioneren als een door God bijeengebracht echtpaar, zo blijft de eenheid bestaan ondanks onmiskenbare verschillen tussen Adam en Eva, man en vrouw, en Israël en de gemeente.
Daarom wachten Joden op de komende Messias en hopen christenen op de terugkerende Christus. Hoe dan ook: Joden en Christenen horen bij elkaar.