
De vijf boeken van Mozes zijn verdeeld in wekelijkse lezingen. Vijfentwintig jaar geleden schreef mijn vader Ludwig Schneider het boek “Sleutel tot de Torah” om de 54 wekelijkse lezingen te begeleiden. Een messiaanse draad van lijden door de Torah. De Torah heeft 70 gezichten, staat er in het Hebreeuws. Ik wil op enkele van deze facetten wijzen om onze blik te verruimen. De wekelijkse lezingen van de Torah openen onze ogen en harten voor het hele Woord van God, de Bijbel. De Torah werpt licht op de hele bijbelse tekst, en zo ontdekken we elke keer iets nieuws dat ons aan het denken zet en de Bijbel relevant en levend maakt.
Het derde boek van de Torah begint met het volgende vers “En Hij riep (vayikra) Mozes, en de HEER sprak tot hem vanuit de tabernakel, zeggende”. Deze oproep komt nadat de toegang tot de tabernakel voor mensen was geblokkeerd. God riep Mozes, maar Hij roept ook jou.
Een mens heeft meer nodig dan geluk alleen. Een mens heeft betekenis nodig in zijn leven. Ik zou willen beweren dat geluk en betekenis hetzelfde zijn. Iemand die betekenis in zijn leven vindt, is een gelukkig mens. En een gelukkig persoon heeft betekenis gevonden. Toch zijn het twee verschillende dingen die niet altijd samenvallen. Geluk is vooral een gevoel van vervulling van behoeften en verlangens. Zingeving daarentegen heeft te maken met de zin van het leven en in het bijzonder met het doel en de reden om te leven. Geluk heeft betrekking op gevoelens van het heden. En zingeving in het leven heeft betrekking op het verleden, het heden en de toekomst. Geluk wordt meestal geassocieerd met ontvangen, terwijl zingeving in het leven meer te maken heeft met geven. Mensen die blootstaan aan stress, zorgen of angst zijn vaak niet gelukkig, maar hun leven kan nog steeds zinvol zijn. Droevige ervaringen die ons in het verleden zijn overkomen, temperen ons geluk in het heden, maar veel mensen hebben ook het gevoel dat ze juist daardoor de zin van hun leven hebben ontdekt.
En dit is waar de betekenis van het Hebreeuwse woord Wajikra – “En Hij riep” – begint, niet alleen voor de eerste Toralezing in het boek, maar voor het hele derde boek van de Torah. Het woord vayikra is eigenlijk overbodig, want in hetzelfde vers staat direct daarna “en de HEER sprak tot hem vanuit de tabernakel”. Als God hem riep, waarom moet Zijn spreken dan daarna vermeld worden? Dezelfde herhaling komt voor wanneer Mozes naar de berg Sinaï wordt geroepen. “En Mozes ging op naar God, want de HEERE riep (Vayikrah) tot hem vanaf de berg en sprak tot hem”. Ook bij het brandende braambos in de woestijn: “Maar toen de HEER hem zag naderen, riep God (Vayikra) hem vanuit het midden van het braambos en zei: ‘Mozes, Mozes!’ Hij antwoordde: Hier ben ik!” De doornstruik, de berg Sinaï en de tabernakel – God riep Mozes eerst vanuit alle drie en richtte zich toen tot hem. Drie geestelijke mijlpalen waarin God Mozes dichter bij de betekenis van zijn roeping bracht met verbonden en regels voor verlossing.
Toen de profeet Jesaja door God werd geroepen, staat er ook: “En de een riep (Vayikra) tot de ander en sprak: Heilig, heilig, heilig is de HEER der heerscharen; de hele aarde is vol van zijn heerlijkheid. Toen schudden de palen van de drempel door de stem van hun geroep en het huis werd gevuld met rook. Later in Jesaja’s verlossingsboodschap (40) staat: “Een stem roept in de wildernis – Kol Koreh Ba’Midbar.” Roepen en wildernis kan ook gelezen worden als roepen en spreken, want wildernis en spreken (מדבר) komen van dezelfde Hebreeuwse wortel. Dus ook hier wordt de roep gevolgd door het spreken.
Een roeping in het leven begint met een oproep, daarna komt het spreken. Is dit niet de oorsprong van een centraal idee in het westerse denken? Mensen kiezen een beroep of een manier van leven niet alleen om er plezier aan te beleven, maar omdat ze zich ertoe geroepen voelen. Ik ken artsen die geneeskunde hebben gestudeerd puur uit een innerlijke roeping, omdat ze mensen in nood willen genezen.
Als we onrecht zien dat rechtgezet moet worden, ziekte die genezen moet worden of gebrek dat vervuld moet worden en we voelen dat deze roeping tot ons spreekt, dan benaderen we deze roeping – om de roep van God te horen. “En Hij roept – Wajikra”. Maar wat heeft dit te maken met naderen? In het Hebreeuws betekent naderen karev (קרב) en karev is hetzelfde stamwoord voor offer – kurban (קורבן). Met de oproep nader je God. Het hele derde boek van Mozes bevat de verschillende offers en instructies over hoe je ze voor God moet offeren. “Een echt offer dat geldig is voor God is een offer van jezelf aan God en zo dichter bij God komen. Wie alleen offers brengt uit zijn overvloed, offert zichzelf niet,” schreef mijn vader in de “Sleutel tot de Tora”.
Dus waarom verschijnt Vayikra hier, aan het begin van het derde boek van de Tora, precies in het midden van de vijf boeken van Mozes? Omdat dit boek over offers gaat, over regels tussen God en de mens, zoals regels in elke relatie. En dat is een deel van de oproep. We zijn bereid om offers te brengen als we voelen dat dit onze roeping in het leven is, waartoe we geroepen zijn. Hoe weten we wat onze roeping in het leven is? Waar de innerlijke “wat kan ik doen” en “wat moet ik doen” elkaar ontmoeten, daar ligt de goddelijke roeping. Dat is waar God wil dat we zijn en daarover spreekt Hij tot ons.