Bijna 50.000 Joden bezochten de Tempelberg in het afgelopen jaar 5783

Volgens de Beyadenu Beweging, een activistengroep voor de Tempelberg die het Joodse bezoek aan de heiligste plaats van het Jodendom volgt, bezochten bijna 50.000 Joden de Tempelberg in Jeruzalem in het Joodse jaar 5783.

In totaal bezochten 49.000 Joden de Tempelberg, vergeleken met 51.644 in het vorige Joodse jaar, dat een schrikkeljaar van 13 maanden was.

Onder de Joodse bezoekers waren meer dan 230 bruiden en bruidegommen die de berg beklommen op hun trouwdag, 72 jongeren die de berg bezochten voor hun bar en bat mitswa, en 2.000 mensen die deelnamen aan rondleidingen door Beyadenu.

Tijdens het Joodse jaar werden 236 bezoekers gearresteerd en kregen 62 bezoekers een bezoekverbod opgelegd door de autoriteiten.

“De gegevens zijn geruststellend en bemoedigend. Het aantal Joden dat de Tempelberg bezoekt is stabiel en constant,” zegt Tom Nisani, uitvoerend directeur van Beyadenu.

“Ondanks de intimidatie en de beperkingen die de politie dit jaar heeft aangescherpt, hebben tienduizenden Joden er nog steeds voor gekozen om de heiligste plaats van het Jodendom te betreden. Het lijdt geen twijfel dat er zonder het onethische gedrag van de politie nog veel meer zouden zijn geweest. Wij wensen iedereen een gelukkig nieuwjaar, een jaar waarin bezoekers meer respect krijgen en waarin er een einde komt aan het draconische beleid tegen bezoekers van de Tempelberg.”

Afgelopen dinsdag onthulde JNS dat de Islamitische Beweging in Israël, een uitloper van de Moslim Broederschap, haar inspanningen opvoert om anti-Joodse rellen aan te wakkeren in de aanloop naar de Hoge Feestdagen, die vrijdagavond beginnen met Rosj Hasjana.

Sjeik Kamal Khatib, plaatsvervangend voorzitter van de verboden noordelijke tak van de Islamitische Beweging, riep zijn volgelingen op X (voorheen Twitter) zaterdag op om “hun ogen gericht te houden op Al-Aqsa”, waarmee hij de moskee op de Tempelberg in Jeruzalem bedoelde.

“Al weken, ja zelfs maanden, roepen de Joodse religieuze gemeenschappen op om de gezegende Al-Aqsa moskee te bestormen,” zei Khatib in een video die opgenomen is op de Tempelberg en gezien is door duizenden gebruikers van sociale media.

Hij vervolgde: “Ze eisen de sloop van onze gezegende Al-Aqsa moskee aan het begin van een nieuw Joods jaar. Ze willen een nieuw Joods jaar beginnen door de heiligheid van onze gezegende Al-Aqsa Moskee te schenden.”

In de opname beschuldigde Khatib de Israëlische regering ervan een religieuze oorlog te voeren. “Blijf veilig en vertrouw erop dat we dichter bij de bevrijding zijn, inshallah [als God het wil],” verzekerde hij de Palestijnen.

JNS benaderde de Israëlische politie voor opheldering over waarom Khatib toestemming kreeg om opruiende toespraken te houden vanaf de Tempelberg.

Khatib’s opmerkingen leken op de retoriek van de terreurgroep Hamas, de Palestijnse afdeling van de Moslim Broederschap. Haar functionaris Haroun Nasser al-Din waarschuwde op 11 september dat Israël van plan was om “de ‘Joodse feestdagen’ te gebruiken om de Al-Aqsa moskee aan te vallen”.

Dit vermeende Israëlische plan was “onderdeel van de religieuze oorlog van de Israëlische regering tegen de heilige plaatsen van de Palestijnen”, beweerde al-Din en riep de Palestijnen op om hun “verzet” op te voeren.

Vermeende bedreigingen voor de Al-Aqsa moskee, de op twee na heiligste moskee van de Islam, gebouwd op de plaats van de oude Joodse tempel, zijn al lange tijd een aansporing voor terroristen. Het bloedbad in Hebron in 1929, waarbij Arabieren 67 van hun Joodse buren vermoordden, werd aangewakkerd door valse geruchten dat Joden van plan waren om de moskee over te nemen.

Meer recentelijk hebben de Palestijnse Autoriteit en Hamas van de kwestie van de Tempelberg en de slogan “Al-Aqsa is in gevaar” een belangrijk middel gemaakt om Israëlische moslims op te hitsen tegen de staat. De ophitsing vindt plaats in het Palestijnse onderwijssysteem, in de moskeeën, in de officiële media en in de sociale media.