
(JNS) Sinds het begin van het jaar hebben maar liefst 54.231 Joden de Tempelberg beklommen, waaronder 7.500 in de afgelopen Hebreeuwse maand Av, zo maakte de ngo Tempelberg-Administration maandag bekend.
Volgens de organisatie hebben meer dan 950 Joodse gelovigen op zondag en maandag de heiligste plaats van het Jodendom betreden, ter gelegenheid van Rosj Chodesj Eloel, het begin van de Hebreeuwse maand Eloel.
De meer dan 7.500 bezoeken in de maand Av, die voorafgaat aan Eloel, betekenden een stijging van 15 % ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, aldus de organisatie.
Onder leiding van de Israëlische minister van Nationale Veiligheid Itamar Ben-Gvir heeft de Tempelberg een aanzienlijke toename van het aantal Joodse bezoekers gekend, vooral tijdens belangrijke religieuze feestdagen zoals Tisha beAv, de nationale Joodse rouwdag, die dit jaar op 2 en 3 augustus werd gevierd.
Ben-Gvir en de minister van Negev, Galilea en Nationale Veerkracht, Yitzhak Wasserlauf, behoorden tot de ongeveer 4.000 Joden die dit jaar op Tisha beAv de Tempelberg bezochten en daar baden.
Het kantoor van de Israëlische premier benadrukte echter op Tisha beAv dat het beleid van Jeruzalem om de status quo te handhaven, die Joods gebed op de Tempelberg verbiedt, “niet is veranderd en niet zal veranderen”.
Maandag veroordeelde de Palestijnse Autoriteit pogingen van Joodse activistische groeperingen om op de Tempelberg op de sjofar te blazen en noemde het ramshoorn een “gevaarlijk instrument” dat door Israël wordt gebruikt om soevereiniteit te claimen.
Het gouverneurschap van Jeruzalem van de PA waarschuwde in een verklaring dat de Joodse traditie van het blazen op de sjofar tijdens de Hebreeuwse maand Eloel “niet langer louter een religieus ritueel is, maar een van de gevaarlijkste instrumenten van de bezetting is geworden om haar vermeende soevereiniteit af te dwingen”.
De sjofar, een ramshoorn die al duizenden jaren in Joodse rituelen wordt gebruikt, is nauw verbonden met de feestdagen Rosj Hasjana en Jom Kippoer, die dit jaar worden gevierd van 22 tot 24 september en van 1 tot 2 oktober.
De klanken ervan moeten oproepen tot bekering en spirituele vernieuwing. In veel Joodse gemeenschappen wordt het ook geblazen tijdens de ochtendgebeden op werkdagen in de maand Eloel, die voorafgaat aan de Hoge Feestdagen.