Onder leiding van de minister van Religieuze Zaken, Matan Kahana (Yamina), zelf een religieuze Jood, wordt een hervorming doorgevoerd in de wijze waarop de Staat Israël bekeringen tot het Jodendom uitvoert. Dit heeft tot doel om plaatselijke orthodoxe rabbijnen, en opperrabbijnen van steden en gemeenten, in staat te stellen zelfstandig bekeringen uit te voeren, welke door de Staat en het opperrabbinaat worden erkend. Niettemin zullen zowel een toezichthoudende raad binnen het Israëlische opperrabbinaat als ook de opperrabbijn nog steeds de bevoegdheid houden om individuele bekeringen goed te keuren dan wel af te keuren.
De kwestie van de bekering tot het Jodendom in Israël ligt erg gevoelig, omdat zij raakt aan de vraag wie de bevoegdheid heeft om te bepalen wie formeel een Jood kan worden. Na de bekendmaking van Kahana’s plannen kwam er een golf van kritiek, met name van charedische (ultraorthodoxe) rabbijnen en politieke partijen zoals Verenigd Torah Jodendom (UTJ).
Andere invloedrijke figuren en rabbijnen in religieus-zionistische kringen, zoals Rabbi Eliezer Melamed van Har Bracha, stemden echter openlijk met het de voorgenomen hervormingen in. Hij legde uit dat hij gelooft dat deze hervorming ‘Torah en de mitzvot (samenstel van religieuze wetten) zal toevoegen in Israël, en dat daardoor veel (niet-Joodse) immigranten zullen terugkeren naar hun Joodse wortels’.
Zoals elke belangrijke verandering op het gebied van religie en Staat, konden de hervormingen niet worden doorgevoerd zonder een politieke storm op te wekken.
Op 24 december kondigde minister Kahana aan dat hij het contract van het huidige hoofd van Israëls ‘Bekerings-autoriteit’, Rabbi Moshe Weller, niet zal verlengen, waarbij hij de uitleg gaf dat ‘hij niet de juiste persoon is om aan de implementatie van de nieuwe hervormingen leiding te geven’. Kahana’s bekendmaking kwam na een persoonlijk gesprek dat de twee hadden, waarin duidelijk werd dat de Ashkenazische opperrabbijn David Lau zich tegen het plan zal verzetten. Rabbi Weller is een naaste medewerker van Rabbi Lau.
In Weller’s plaats heeft Kahana nu Rabbi Benayahu Brunner benoemd. Rabbi Brunner is het hoofd van een yeshiva en tevens Av Bet Din (het hoofd van de rabbinale rechtbank) voor bekeringen in Tsfat (Safed). Hij is in het bezit van een doctoraat in Bijbelse Wetenschappen van de Haifa Universiteit, en is aangesloten bij een liberale groep van orthodoxe rabbijnen genaamd Tzohar.
Zijn benoeming wekte de verontwaardiging van charedische rabbijnen en -politici en andere betrokken conservatieve Joden, met name vanwege zijn banden met Tzohar
Wie of wat is Tzohar en wat heeft hun standpunt te bieden aan Israëls Bekerings-autoriteit?
Volgens hun officiële website zijn meer dan 1.000 rabbijnen aangesloten bij Tzohar, met als missie ‘het bevorderen van een levendige en inspirerende Joodse identiteit, gericht op het waarborgen van de Joodse toekomst in de Staat Israël’. Tzohar probeert het Joodse leven in Israël vorm te geven door middel van belangenbehartiging en wetgeving en zij identificeert zichzelf als een ‘sociaal bewuste beweging die een ethische, inclusieve en verenigde Joodse samenleving veilig wil stellen’.
De organisatie werd opgericht in 1995 na de moord op premier Yitzhak Rabin, een traumatische gebeurtenis voor de Israëlische samenleving. Deze moordaanslag zaaide diepe verdeeldheid in de Israëlische Joodse samenleving. Er heerste grote vijandigheid en verwarring over de religieuze praktijk en identiteit, vooral over de relatie van religie met de Israëlische politiek. Dit is misschien gedeeltelijk te wijten aan het feit dat de moordenaar, Yigal Amir, lid was van de religieus-zionistische gemeenschap, en dit riep vervolgens veel vragen op over de normen en waarden van de religieuze Joodse gemeenschap in Israël.
Tzohar ziet dat de scheuringen in de Israëlisch-Joodse samenleving ertoe hebben geleid dat veel Joden zich ‘vervreemd gingen voelen in het land dat was opgericht als een thuis voor alle Joden’.
Voor wat de Israëlische samenleving betreft, zijn zij sterk betrokken bij twee centrale gebieden op het raakvlak van Jodendom en Staat: de kashroet (koshere voedingswetten) en de huwelijksvoltrekking.
Een ieder die besluit een wandeling te maken door de straten van Jeruzalem of van Tel Aviv, zal waarschijnlijk kosher-certificaten zien, die niet door het Opperrabbinaat zijn uitgegeven, maar in plaats daarvan door Tzohar. Uit afkeer van het Rabbinaat hebben veel bedrijven een alternatieve route gekozen door halachisch (Joods-wettelijk) kosher voedsel aan te bieden, echter onder toezicht van Tzohar en niet van het Rabbinaat, dat feitelijk het enige rabbinale instituut is dat historisch erkend is door de regering. Hoewel Tzohar zich ook houdt aan strikte halachische richtlijnen, wordt zij gezien als veel toegankelijker dan het Opperrabbinaat.
Na jaren van praktijk en exponentiële groei zullen de huidige hervormingen van de kashroet een einde maken aan het monopolie van het Rabbinaat, en zullen ook andere rabbinale instellingen, zoals Tzohar, de mogelijkheid krijgen om ‘kashroet-certificaten’ af te geven.
Naast de kashroet-certificering is Tzohar heel actief binnen de Joodse huwelijksvoltrekkingen in Israël. Hoewel tegenwoordig alleen het Opperrabbinaat bevoegd is om Joodse huwelijken te voltrekken en goed te keuren, vormt Tzohar een brug tussen het publiek en het Rabbinaat. Echtparen die niet rechtstreeks met het Rabbinaat in contact willen treden, kunnen begeleiding krijgen, en het hele proces doorlopen onder begeleiding van rabbijnen van Tzohar. Het betreft daarbij het registreren tot en met het uitvoeren van de ceremonie onder de choepah (huwelijksbaldakijn). De paren die van deze dienst gebruik maken komen zowel uit religieuze, traditionele als seculiere milieus. Dit is ook belangrijk, omdat dit een toegankelijk kanaal blijkt te bieden waarlangs paren met verschillende achtergronden op een gemakkelijke manier binnen de Joodse traditie kunnen blijven.
Tzohar is een organisatie die trouw blijft aan de Joodse traditie en de Halacha, maar die voor de gemiddelde Joodse Israëli vandaag de dag veel gemakkelijker benaderbaar en meer toegankelijk is dan het Opperrabbinaat. Voor veel Joodse ondernemers die kosher willen blijven werken, en paren die een traditionele Joodse bruiloft willen houden, vormt Tzohar een belangrijke factor om hen in staat te stellen dit te doen. We kunnen constateren dat Tzohar een alternatieve route binnen het Jodendom biedt, die vele Joodse Israëli’s dichter bij de Joodse traditie brengt en op die manier bijdraagt tot het behoud van de Joodse identiteit binnen de Joodse Staat.
Zoals Tzohar een grote bijdrage heeft geleverd op het gebied van het huwelijk en de kashroet, zal de benoeming van Rabbi Benayahu Brunner tot hoofd van de Bekerings-autoriteit hetzelfde tot stand brengen. Deze ‘regering van verandering’ biedt nieuwe kansen voor een meer praktisch en toegankelijk Jodendom in de Israëlische samenleving – iets dat hard nodig was om de Joodse identiteit van het land in de komende jaren te behouden.