Wetsvoorstel: “Judea en Samaria” in plaats van “Westelijke Jordaanoever

Het Israëlische Ministeriële Comité voor Wetgeving heeft zondag een wetsvoorstel van de Knesset goedgekeurd dat ervoor zorgt dat de term “Westelijke Jordaanoever” in Israëlische overheidsdocumenten wordt vervangen door “Judea en Samaria”.

“Judea en Samaria zijn een onlosmakelijk deel van het historische thuisland van het Joodse volk,” stelt het wetsvoorstel. “De meest beslissende gebeurtenissen in onze geschiedenis vonden plaats in deze regio’s, waar onze voorvaderen, profeten, wijzen en koningen hun hoofdstad en hun koninkrijk vestigden.

“De term ‘Westelijke Jordaanoever’, die voortkomt uit een periode van buitenlandse overheersing, weerspiegelt daarentegen een kolonialistisch perspectief dat de diepe historische verbondenheid van het Joodse volk met hun land negeert,” gaat het verder.

Commissievoorzitter Simcha Rothman, die het wetsvoorstel introduceerde, vertelde JNS: “De woordkeuze is belangrijk, omdat de verkeerde terminologie de leugen doet winnen. Je moet de realiteit correct beschrijven en de waarheid vertellen, en dat is de eerste stap naar het corrigeren van de realiteit.”

“Judea en Samaria” is een oude term. Judea is afgeleid van de naam van het koninkrijk Juda, gesticht in 934 voor Christus, waarvan de term “Joden” is afgeleid.

“Samaria” komt van de oude stad Samaria, de hoofdstad van het noordelijke koninkrijk Israël, een onafhankelijk koninkrijk bestaande uit de Hebreeuwse stammen Ruben, Simeon, Dan, Nafthali, Gad, Aser, Issachar, Zebulon, Manasse en Efraïm, tegenwoordig bekend als de Tien Verloren Stammen, die rond 720 voor Christus door Assyrië gevangen werden genomen.

De term “Westelijke Jordaanoever”, die in het moderne spraakgebruik vaker wordt gebruikt, is van recentere datum en werd bedacht door Jordanië, dat het gebied korte tijd controleerde (1948-1967) om de historische Joodse connectie van het gebied uit te wissen.

De Romeinen hadden dezelfde bedoeling toen ze de Romeinse provincie Judea (een gebied dat groter was dan het huidige Judea) in 135 voor Christus hernoemden tot “Syrië Palaestina” (vandaar de moderne term “Palestina”) na de onderdrukking van de Tweede Joodse Opstand. Ze wilden de band tussen de Joden en het land verbreken. Palaestina verwees naar de Filistijnen, een volk dat aan de kust leefde maar in de 6e eeuw voor Christus verdween.

“Als voorzitter van de grondwetcommissie krijgen we vaak wetgeving die termen vervangt door meer ‘correcte’ termen, en ik dacht dat in plaats van de cultuur van politieke correctheid na te jagen, het tijd was dat we [onze eigen geschiedenis] eens najaagden,” vertelde Rothman aan JNS.

Zijn timing werd ook beïnvloed door de verandering van de Amerikaanse regering in de Verenigde Staten. De nieuwe Amerikaanse regering en het nieuwe Congres zijn toegewijd aan de historische waarheid dat het land van Israël behoort tot het Israëlische volk,” zei hij.

Hij wees op parallelle wetgevende inspanningen in de Verenigde Staten.

De Amerikaanse senator Tom Cotton (R-Ark.) en vertegenwoordiger Claudia Tenney (R-NY) hebben beide wetsvoorstellen ingediend die “alle officiële Amerikaanse documenten en materialen verplichten om de historisch correcte term ‘Judea en Samaria’ te gebruiken in plaats van ‘Westelijke Jordaanoever’”.

Op 29 februari zei Tenney in een verklaring op haar website waarin ze haar wetsvoorstel aankondigde: “Het Israëlische volk heeft een onbetwistbare en onbetwiste historische en wettelijke aanspraak op Judea en Samaria.”

Cotton, die zijn wetsvoorstel op 4 februari aankondigde, zei: “De wettelijke en historische rechten van het Joodse volk op Judea en Samaria gaan duizenden jaren terug. De VS moeten stoppen met het gebruik van de politiek beladen term Westelijke Jordaanoever om te verwijzen naar het bijbelse hart van Israël.

Er is enige discussie geweest in de coalitie over het wetsvoorstel van Rothman. Shlomo Karhi van de Likud-partij, die minister van Communicatie is, suggereerde tijdens de bespreking in de commissie op zondag dat het beter zou zijn als de coalitie zich zou richten op soevereiniteit in plaats van op semantiek.

“Het is iets dat we op een heel andere manier willen oplossen,” zei Karhi volgens Kan News.

Rothman vertelde JNS echter dat de onenigheid geen invloed zou hebben op de doorgang van het wetsvoorstel.

“Zelfs Karhi’s woorden waren niet bedoeld als oppositie tegen de wet, maar als een verklaring en hoop, die ik onderschrijf, dat soevereiniteit binnenkort zal worden toegepast en deze wet, evenals andere wetten waarvoor ik samen met mijn collega’s van de Land van Israël Lobby pleit, achterhaald zal zijn,” zei hij.

Rothman zei dat hij “zeker” verwachtte dat de wet zou worden aangenomen.