Vorige week werden Joodse zionisten geconfronteerd met enkele zeer verontrustende beelden van Joden die protesteerden tegen het zionisme en Israël. Deze antizionistische Joden hekelden het bestaan van Israël op een universiteitscampus en uitten beschuldigingen als “genocide”, “apartheid” en “onderdrukking”.
Alsof dat nog niet verontrustend genoeg was, waren er ook foto’s van Joden gekleed in traditionele Hasidische kledij en met sjaals gemaakt van Palestijnse vlaggen die de Iraanse president Ebrahim Raisi ontmoetten tijdens de Algemene Vergadering van de VN. Naar verluidt hebben ze hem de les gelezen over het verschil tussen zionisme en Jodendom.
Het was bijna een opluchting om foto’s te zien van Joden die protesteerden tegen de bezoeken van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu aan New York en Californië. Deze demonstranten waren zionisten met Israëlische vlaggen die van Israël houden.
Gezien het kleine aantal antizionistische Joden en hun beperkte invloed, lijkt het overbodig voor Joden om boos te zijn over hun activiteiten.
Toch is er een reden voor. Anti-Zionistische Joden zijn zo verontrustend omdat het zionisme staat voor de vereniging van het Joodse volk in één natie met het recht op zelfbeschikking in hun historische thuisland. Anti-Zionistische Joden vallen dus de basisprincipes van het Joodse bestaan aan die Zionisten dierbaar zijn.
Veel antizionistische Joden beschouwen het Joodse volk niet als een natie en zien het Jodendom liever uitsluitend als een religie. Daarom geloven ze ook niet dat Joden recht hebben op zelfbeschikking. Ze beweren ook vaak dat Joden geen aanspraak kunnen maken op het land Israël.
Deze overtuigingen zijn in directe tegenspraak met de basispijlers van het zionisme. Het is al erg genoeg als niet-joden de identiteit van het Joodse volk ontkennen, maar als mede Joden dat doen, kan het nog erger zijn.
Joods antizionisme is niet nieuw. Het is zo oud als het zionisme zelf. Historici hebben geschat dat 95% van het Jodendom in de wereld vijandig of op zijn minst onverschillig stond tegenover het zionisme in de eerste decennia van de beweging. Dit was het geval in bijna alle Joodse bewegingen en denominaties. De stichter van het politieke zionisme, Theodor Herzl, ondervond vaak meer tegenstand van medejoden dan van niet-joden, waaronder de moslimleiders van het Ottomaanse Rijk. Pas toen het Jodendom in de wereld de verwoestende gevolgen van de Holocaust ondervond, vond het zionisme brede steun onder het Joodse volk.
Vandaag de dag kunnen Joodse antizionisten in twee kampen worden verdeeld: Het ene verzet zich tegen het zionisme op religieuze gronden. Het andere beroept zich op de principes van de mensenrechten of heeft de Palestijnse nationalistische ideologie omarmd.
De eersten zijn buitenstaanders onder de religieuze Joden. Zij beweren dat, volgens een complexe Talmoedische passage, het Joodse volk verboden is om Israël te regeren tot de komst van de Messias. De overgrote meerderheid van de Talmoedische geleerden, die kunnen terugkijken op duizenden jaren rabbijnse literatuur, interpreteren deze passage anders.
Het tweede kamp ziet het zionisme als een beweging die gebaseerd is op een valse vooronderstelling. Zij geloven dat het Joodse volk niet inheems is in het land Israël en daarom geen recht heeft om het te regeren. Zij beweren dat de Palestijnen de inheemse bevolking van het land zijn en daarom over het land zouden moeten heersen “van de rivier tot aan de zee”. Hieruit concluderen ze dat het bestaan van Israël een onrecht is voor de Palestijnen dat hersteld moet worden.
Deze argumenten zijn oud en hebben bewezen ineffectief te zijn. Zionistische leiders zoals Herzl, Chaim Weizmann en David Ben-Gurion overwonnen het antizionisme en creëerden eerst een sterke zionistische gemeenschap in Palestina en vervolgens een Joodse staat. Dit was deels te danken aan de politieke en financiële steun van zionisten in de diaspora. Dit liet de wereld zien dat het Joodse volk klaar was om terug te keren naar hun eigen staat in hun historische thuisland en deze te besturen.
Zelfs op het hoogtepunt van zijn populariteit kon het Joodse antizionisme de realisatie van de doelen van het zionisme niet voorkomen. Vandaag de dag is het Joodse antizionisme nog minder effectief. De Joodse staat is al meer dan 75 jaar sterk en blijft groeien. Er is vrijwel geen antizionisme onder de 6,5 miljoen Joden in Israël. Meer dan 85% van de zes miljoen Joden in Amerika steunen het bestaan van een Joodse staat. Het is duidelijk dat het Joodse antizionisme een mislukte beweging is.
De zionisten van vandaag moeten hun kinderen en studenten leren dat Joodse antizionisten het Jodendom en de Joodse rechten in het Land Israël verkeerd beoordelen. Tegelijkertijd moeten zionisten de protesten en evenementen negeren die door antizionistische Joden worden georganiseerd. Aandacht voor deze randverschijnselen bevordert alleen maar de media-aandacht waar antizionisten naar hunkeren. Tenzij het rechtstreeks wordt gevraagd door niet-joden, media of overheidsfunctionarissen, moeten zionisten joodse antizionisten negeren. Het laatste wat Zionisten zouden moeten doen is nog meer aandacht vestigen op een stervende en ineffectieve beweging.