Hamas in de Bijbel

In onze Torah-weekpassage Noach wordt de terroristische organisatie Hamas twee keer genoemd, en de vertaling is zelfs heel toepasselijk, misschien zelfs profetisch.

In het zesde hoofdstuk van het eerste boek van Mozes staat:

“En de aarde was verdorven voor God, en de aarde was vervuld van ongerechtigheid. En God zag op de aarde, en zie, zij was verdorven; want alle vlees had zijn weg verdorven op de aarde.

Toen zeide God tot Noach: Het einde van alle vlees[2] is bij Mij bepaald; want de aarde is door hen met ongerechtigheid vervuld; en zie, Ik zal hen met de aarde verdelgen! (Genesis 6:11-13)

De woorden “verdorven” en “ongerechtigheid” zijn hetzelfde woord in het Hebreeuws: Hamas. Zijn dit niet heel treffende beschrijvingen voor de terroristische groepering die Gods volk op zo’n verderfelijke en heiligschennende manier heeft aangevallen en dat al tientallen jaren doet?

De context van deze verzen is ook interessant, want hier krijgen we de redenen voor de zondvloed. Hamas is zoiets verschrikkelijks dat God heeft besloten om de mensheid erom te vernietigen.

De naam van de terreurgroep Hamas betekent vanuit het Arabisch vertaald enthousiasme, ijver, vechtlust en is ook een acroniem voor Islamitische Verzetsbeweging.

Omdat wij in Israël niet in toeval geloven, heeft deze terreurgroep een naam gekozen die zijn aard in het Hebreeuws weerspiegelt. Bovendien waarschuwt de Bijbel ons met deze vingerwijzing dat Hamas zeer, zeer kwaadaardig is. God walgt zo van Hamas dat hij de kroon op zijn schepping vernietigt om ongerechtigheid en corruptie uit de wereld te verwijderen.

Dat is hoe we Hamas vandaag de dag moeten zien. Het is hatelijk voor God en moet worden geëlimineerd. Maar haar aanhangers moeten zich ook niet te veilig voelen. Zelden heb je zo duidelijk gezien met wat voor vijand je te maken hebt als op 7 oktober in Israël.

Dat was onze Bijbelse acrobatiek van de week, maar zoals de Hasids zeggen: “Wie het niet gelooft is een ketter, en wie het gelooft is een dwaas”.