(JNS) De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Gideon Sa’ar heeft een verzoek van negen EU-lidstaten om maatregelen te nemen tegen goederen en diensten uit Joodse steden in Judea en Samaria “beschamend” genoemd.
“Het is betreurenswaardig dat zelfs in een tijd waarin Israël vecht voor zijn bestaan, wat ook in het vitale belang van Europa is, sommigen hun anti-Israëlische obsessie niet kunnen weerstaan”, twitterde Sa’ar. “Beschamend!”
Sa’ar reageerde daarmee op de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Maxime Prévot, die samen met zijn ambtgenoten uit Finland, Ierland, Luxemburg, Polen, Portugal, Slovenië, Spanje en Zweden het initiatief had genomen.
Prévot zei dat zij de Europese Commissie hadden gevraagd te onderzoeken “hoe de handel in goederen en diensten die verband houden met illegale nederzettingen in de bezette Palestijnse gebieden in overeenstemming kan worden gebracht met het internationaal recht”.
Deze stap was een reactie op het niet-bindende advies van het Internationaal Gerechtshof van juli 2024, waarin volgens Prévot “duidelijk wordt vastgesteld dat derde landen zich moeten onthouden van elke vorm van handel of investeringen die bijdragen aan het in stand houden van een illegale situatie in de bezette Palestijnse gebieden”.
“We hebben geen voorstel gezien om gesprekken te starten over hoe de handel in goederen en diensten met de illegale nederzettingen effectief kan worden stopgezet”, schreven de negen ministers volgens Reuters in een brief aan EU-buitenlandvertegenwoordiger Kaja Kallas, die Reuters in handen heeft.
“We hebben de Europese Commissie nodig om voorstellen te ontwikkelen voor concrete maatregelen waarmee de naleving van de door het Hof vastgestelde verplichtingen door de Unie wordt gewaarborgd”, schreven zij volgens het persbureau.
De oproep komt voorafgaand aan een bijeenkomst in Brussel op 23 juni, waar de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU zullen beraadslagen over de naleving van de mensenrechtenbepalingen in de handelsovereenkomst van de EU met Jeruzalem.
Het onderzoek werd voorgesteld door de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp, die Kallas in mei in een brief had gevraagd om een evaluatie van de oorlog met Hamas.
Een van degenen die een evaluatie niet steunden, was de Tsjechische minister van Buitenlandse Zaken Jan Lipavský, die voorstelde dat de EU met Jeruzalem zou moeten overleggen om haar bezorgdheid kenbaar te maken.
Kallas zei dat EU-sancties tegen Joodse inwoners van Judea en Samaria klaar waren, maar dat de maatregelen door een lidstaat waren geblokkeerd. Volgens Reuters gaat het om Hongarije.
In de vroege ochtend van 13 juni vielen meer dan 200 Israëlische gevechtsvliegtuigen tientallen vijandelijke doelen aan, waaronder militaire en nucleaire installaties, in een “preventieve, nauwkeurige, gecombineerde” eerste aanval op het nucleaire programma van Teheran.
Sinds het begin van de oorlog op 13 juni zijn bij Iraanse aanvallen op burgercentra in Israël 24 mensen in de Joodse staat omgekomen. Drie werden vrijdag gedood, 13 in de nacht van vrijdag op zaterdag en acht in de vroege ochtend van maandag.
Kallas, voormalig premier van Estland, is een scherp criticus van de Russische oorlog tegen Oekraïne en heeft Teheran herhaaldelijk bekritiseerd voor zijn militaire steun aan Moskou en voor zijn raketaanvallen op de Joodse staat.
Vorige maand riep Kallas de Islamitische Republiek in een telefoongesprek met de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Abbas Araghchi op om “de militaire steun aan Rusland te staken en uitte zij haar bezorgdheid over gevangen genomen EU-burgers en de mensenrechten”.
Israël publiceert geheime dossiers over 7 oktober
ICC verwerpt beroep Israël tegen arrestatiebevelen voor Netanyahu en Galant
Krijgt Trump vrijdag de Nobelprijs voor de Vrede?
