4000 jaar oude Israëlitische nederzetting ontdekt in Binyamin

“Deze ontdekkingen zijn een antwoord aan iedereen die twijfelt aan de juistheid van onze aanwezigheid hier en in heel Israël.”

Door Aryeh Savir/TPS | | Onderwerpen: archeologie
De archeologie blijft aantonen dat al dit land aan Israël toebehoort. Foto: Benyamin Regional Council

Een archeologische opgraving in Tel Tibnah in de regio Binyamin heeft geleid tot de blootlegging van een 4.000 jaar oude nederzetting, die dateert uit de tijd toen de Israëlieten het Land Israël binnenkwamen.

Aan het einde van een maand van opgravingen in Tel Tibnah in opdracht van de Regionale Raad van Benyamin en de Bar Ilan Universiteit, werden ook vele vondsten blootgelegd van een oude stad die diende als hoofdstad van het district aan het einde van de Tweede Tempel-periode.

De opgraving in Tel Tibnah, die werd geleid door dr. Davir Raviv van de Bar Ilan-universiteit, is een van de eerste in Judea en Samaria sinds de jaren 1980.

De resultaten van de opgravingen op de plaats, alsmede de vermeldingen ervan in historische bronnen, tonen de aanwezigheid aan van een centrale nederzetting vanaf de Vroege Bronstijd tot de Ottomaanse periode, en was bij tijden van regionaal administratief en militair belang.

De plaats wordt geïdentificeerd met Yehoshua ben Nun‘s stad Timnat Serach en wordt door oude bronnen beschouwd als de stad waar hij woonde en werd begraven. Het stond later bekend als Timnath-Heres, een Hellenistisch-Hasmoneïsche versterkte plaats die een districtshoofdstad was in de vroeg-Romeinse en Byzantijnse perioden.

De opgravingen legden een groot openbaar mikwe (ritueel bad), compleet aardewerk, munten en beenderen bloot. Er werd ook een zeldzame munt gevonden uit de tijd van de Grote Opstand tegen de Romeinen rond 70 n.C., met de inscriptie “Jaar twee voor de vrijheid van Zion”.

Tijdens de opgravingen werden ook aardewerkscherven gevonden, die wijzen op een voortdurende nederzetting, samen met 18 munten, waarvan er vier geïdentificeerd konden worden. Een van de munten werd geïdentificeerd als een Romeinse munt uit 58-89 n.C., en een andere was een zilveren Mamluk munt uit de 13de eeuw met de afbeelding van een leeuw – het symbool van de Mamluk Sultan Baibars.

Een goed bewaarde Romeinse speerpunt uit de 2e eeuw n.C. met een gebogen punt, een zeldzame vondst in Israël, werd ook op deze locatie gevonden.

Tel Timna is een van de grootste in het centrale berggebied van Israël. De nabijheid van een van de hoofdroutes van het laagland naar de bergen en tussen Samaria en Jeruzalem, en de nabijheid van een vruchtbare vallei met veel bronnen, trok kolonisten aan.

Ondanks de omvang en het belang van de plaats waren er tot voor kort geen opgravingen verricht en de informatie erover is afkomstig van archeologische onderzoeken en literaire bronnen. Vóór de Zesdaagse Oorlog deed de plaats dienst als Jordaanse militaire post, en tot op de dag van vandaag zijn er communicatieloopgraven die door het Jordaanse leger werden gebruikt.

De heuvel heeft een oppervlakte van ongeveer 50 dunams en is verdeeld in twee hoofdgedeelten, de kop van de heuvel en de zuidelijke en westelijke hellingen. De bevindingen van de onderzoeken wijzen erop dat de top van de heuvel bewoond was van de Bronstijd tot de Romeinse periode, terwijl de hellingen bewoond waren van de Hellenistische en Romeinse perioden tot de late Arabische periode, toen het centrum van de nederzetting zich op de westelijke helling van de heuvel bevond. De bevindingen van de onderzoeken wijzen op twee piekperioden in de geschiedenis van de loactie – het Tweede IJzertijdperk en het Vroeg-Romeinse tijdperk.

Ten zuiden van de heuvel strekt zich een grote necropolis uit met twee graven met versierde gevels, die tot het begin van de 20e eeuw zichtbaar waren, en die worden gedateerd op het einde van de Tweede Tempelperiode. Aan de voet van de graven bevond zich een grote reinigingsmikwe uit de Tweede Tempelperiode, die werd gebruikt door de bewoners van de plaats en misschien door pelgrims die de plaats passeerden op weg naar Jeruzalem.

Dr. Raviv zei dat “de studie van de opgravingsvondsten licht zal werpen op de geschiedenis van het gebied en de materiële cultuur van zijn bewoners in verschillende perioden, en vooral op de vroeg-Romeinse periode toen het in Tel-Timna lag, een van de hoofdsteden van het district Juda.”

Het hoofd van de Regionale Raad van Benjamin Yisrael Gantz verklaarde dat “in het centrum van Benyamin, het centrum van het land, een gevestigde Joodse stad werd blootgelegd die een brandpunt was op de hoofdweg naar Jeruzalem. Het is opwindend om de graven en overblijfselen aan te raken en daadwerkelijk onze wortels en erfgoed aan te raken. We verdienen het om onze voorouders hier voort te zetten.”

“Deze ontdekkingen zijn een antwoord aan iedereen die twijfelt aan de juistheid van de weg en onze aanwezigheid hier en in heel Israël,” verklaarde hij.

Israel Today nieuwbrief

Dagelijks nieuws

Gratis in uw mailbox

Israel Heute Newsletter

Tägliche Nachrichten

FREI in Ihrer Inbox