Na een pauze van drie maanden heeft de Knesset maandag haar winterzitting geopend – en keert daarmee terug naar een politieke situatie waarin de regering van premier Benjamin Netanyahu zonder stabiele meerderheid regeert. De coalitie steunt op wankele afspraken, tactische onthoudingen en de stille steun van de ultraorthodoxe partijen, die officieel niet meer deel uitmaken van de regering.
Coalitie zonder fundament
De partijen Shas en Verenigd Torah-Jodendom hebben in juli uit protest tegen de geplande hervorming van de dienstplicht voor yeshiva-studenten de regering verlaten. Sindsdien heeft Netanyahu geen duidelijke meerderheid meer in de Knesset. Hoewel de charedische partijen individuele stemmingen steunen om nieuwe verkiezingen te voorkomen, blijven ze reguliere plenaire vergaderingen boycotten.
Ook op de openingsdag werd er geen enkele wet in stemming gebracht. Veel waarnemers spreken van een regering “op proef”, die alleen blijft bestaan zolang niemand haar actief ten val brengt.
Dienstplicht of vrijstelling – het centrale conflict
Centraal in de nieuwe zittingsperiode staat de vraag of ultraorthodoxe mannen vrijgesteld moeten blijven van militaire dienst. Een wetsontwerp van Boaz Bismuth, voorzitter van de commissie Buitenlandse Zaken en Defensie, moet de huidige uitzonderingen wettelijk vastleggen en juridisch veiligstellen.
Maar juist deze kwestie zou de coalitie kunnen doen uiteenvallen: voor de ultraorthodoxe partijen is de vrijstelling van Torahstudenten onmisbaar. Voor veel seculiere parlementsleden en delen van het nationaal-religieuze electoraat is het daarentegen een symbool van toenemende onrechtvaardigheid in de Israëlische samenleving.

Toespraak van Netanyahu: veiligheid, eenheid – en een eerste concessie
In zijn toespraak bij de opening van de winterzitting combineerde Netanyahu oorlogsretoriek met signalen over binnenlandse politiek. Hij prees het Israëlische leger en zei dat Israël zich had hersteld van de schok van 7 oktober – van Gaza tot aan de hemel boven Teheran. Een overhaaste wapenstilstand zou volgens Netanyahu “een nederlaag voor Israël hebben betekend”.
Tegelijkertijd beloofde hij alle gijzelaars “naar huis te brengen – tot de laatste”.
Wat betreft de omstreden dienstplicht voor charedim kondigde Netanyahu aan een wet in te voeren die binnen twee jaar ongeveer 10.000 ultraorthodoxe mannen in militaire dienst moet integreren. Daarmee deed hij voor het eerst een concreet concessie aan seculiere eisen, maar riskeerde hij de onvrede van zijn religieuze coalitiepartners.
Hij riep ook op tot sociale eenheid en waarschuwde voor een “verruwing van het taalgebruik”. Kritiek is legitiem, maar “geen oproepen tot geweld tegen gekozen vertegenwoordigers”.
Tussen verkiezingsgeruchten en begrotingsdruk
Sommige adviseurs raadden Netanyahu aan om na het door de VS bemiddelde gijzelaarsakkoord met Hamas nieuwe verkiezingen uit te schrijven – op een moment dat zijn populariteit stijgt. Volgens een peiling van Channel 14 vindt 58 procent van de Israëli’s hem momenteel de meest geschikte regeringsleider. Toch besloot hij af te zien van nieuwe verkiezingen – althans voorlopig.
Tegelijkertijd staat de staatsbegroting in het middelpunt van de belangstelling: als deze niet voor eind maart wordt goedgekeurd, wordt het parlement automatisch ontbonden. Netanyahu streeft ernaar de begroting al vóór januari goedgekeurd te krijgen om tijd en stabiliteit te winnen.

Een winter vol spanningen
President Isaac Herzog gebruikte de openingszitting om op te roepen tot meer verantwoordelijkheid en respect voor de staatsinstellingen. Knessetvoorzitter Amir Ohana zorgde daarentegen meteen voor opschudding toen hij de nieuwe president van het Hooggerechtshof niet met zijn officiële titel aansprak – een symbolische belediging voor de rechterlijke macht.
De komende weken zullen uitwijzen of deze regering kan blijven regeren, of er nieuwe politieke allianties ontstaan – of dat Israël opnieuw in een verkiezingscampagne terechtkomt.