
Woensdagavond hebben Palestijnse terroristen vanuit de Gazastrook vijf raketten afgevuurd op het zuiden van Israël – midden in de heiligste periode van het Joodse jaar, Jom Kipoer. De sirenes loeiden in Ashdod en omgeving, maar gelukkig raakte niemand gewond.
Mobilisatie van haat op de dag van verzoening
Volgens de IDF werden vier van de vijf raketten met succes onderschept door de luchtverdediging, terwijl één raket in een open gebied insloeg.
In de regio Lachish en in Ashdod klonken luchtalarmsirenes.
Enkele uren eerder meldde het leger dat nog twee raketten uit Noord-Gaza waren onderschept – er kwamen waarschuwingen binnen in Kfar Aza, Sa’ad, Mefalsim en het gebied rond Nir Am.
Daarnaast meldden de strijdkrachten dat een drone, gelanceerd door Houthi-militanten in Jemen, boven Eilat was onderschept – volgens het protocol zonder sirenealarm, omdat er geen onmiddellijke dreiging was.
Symbolische aanvallen en gerichte sabotage van hulpgoederen
Het afvuren van raketten op een religieuze dag als Jom Kipoer is meer dan alleen militaire vijandigheid – het is een symbolische aanval op het Joodse volk op een moment van bezinning en boetedoening. Bij veel Israëli’s roept dit een mengeling van woede, pijn en vastberadenheid op: wie het aandurft om de heiligste dag te gebruiken voor geweld, kent geen vrede.
Op dezelfde dag meldde de IDF verdere aanvallen vanuit Gaza: vanuit de regio Khan Yunis werden projectielen afgevuurd in de richting van een hulpgoederencentrum in Rafah. De projectielen kwamen neer in de buurt van het distributiepunt in de Morag-corridor, zonder schade aan te richten. Toch werd de distributie van voedselpakketten voortgezet en konden duizenden noodhulp pakketten worden uitgedeeld aan mensen in nood, zonder tussenkomst van Hamas. Het leger beschreef de aanval als onderdeel van een voortdurende poging om het humanitaire hulpprogramma systematisch te saboteren en de burgerbevolking in gevaar te brengen.