
(JNS) De in Brussel gevestigde Hind Rajab Foundation vierde het besluit van het Belgische Openbaar Ministerie om een onderzoek in te stellen naar haar aangifte wegens vermeende oorlogsmisdaden door twee Israëli’s als een “grote overwinning”, zo meldden Belgische media maandag.
Zaterdag heeft de politie in België twee Israëli’s ondervraagd die in het Israëlische leger (IDF) hebben gediend, waarna ze weer zijn vrijgelaten. De ondervraging vond plaats naar aanleiding van een aangifte van de Hind Rajab Foundation.
Volgens de nieuwssite HLN dienden de twee mannen in de Givati-infanteriebrigade en werden ze volgens het verslag in de krant Le Soir ondervraagd tijdens het muziekfestival Tomorrowland in Boom, een stad tussen Brussel, Antwerpen en Gent.
Ze werden niet gearresteerd en zonder voorwaarden vrijgelaten, maar volgens het verslag loopt het onderzoek tegen hen nog.
De Israëlische televisiezender Kanal 12 meldde dat een van de ondervraagde Israëli’s – wier namen niet bekend zijn gemaakt – aan de zender had verteld dat Belgische politieagenten de twee mannen hadden aangevallen en in het gezicht hadden geslagen. De Belgische federale politie heeft vooralsnog niet gereageerd op een verzoek van JNS om commentaar op deze beschuldiging.
Ook het in Groot-Brittannië gevestigde Global Legal Action Network is betrokken bij de klachten die bij het Openbaar Ministerie zijn ingediend. Het eist de onmiddellijke arrestatie en vervolging van de twee mannen op grond van het Belgische beginsel van universele rechtsmacht.
De Hind Rajab Foundation beweert dat de twee Israëli’s betrokken waren bij aanvallen op burgers, gedwongen verdrijving en opzettelijke vernieling van Palestijnse infrastructuur. Volgens getuigen zou een groep Israëlische mannen op het festival de vlag van de Givati-brigade hebben getoond.
De stichting verzamelt openbaar beschikbare informatie over IDF-soldaten, inclusief de militaire operaties waaraan zij hebben deelgenomen, met als doel hen in het buitenland strafrechtelijk te vervolgen.
Zie ook: Samenzwering tegen Israëlische soldaten: hoe een groep Israëli’s in het buitenland aangevallen wordt
Het besluit om een onderzoek in te stellen is gebaseerd op een wijziging van het wetboek van strafvordering die vorig jaar van kracht is geworden. Deze geeft Belgische rechtbanken “extraterritoriale bevoegdheid om misdrijven buiten ons grondgebied te vervolgen, met name misdrijven die onder het conventionele volkenrecht vallen – in dit geval de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949 inzake oorlogsmisdaden”, verklaarde het federaal parket aan Le Soir.
De in Brussel gevestigde European Jewish Association (EJA) veroordeelde de inleiding van de procedure.
“We zijn opnieuw getuige van een verontrustende dubbele moraal. We zien niet dezelfde ijver wanneer het gaat om personen uit regimes als Iran, Turkije, China of zelfs westerse democratieën die betrokken zijn bij conflicten in het buitenland. Waarom wordt Israël er altijd uit gepikt?“, zei een woordvoerder van de EJA tegen de European Jewish Press.
”België moet een land blijven waar Joden en Israëli’s zich veilig en welkom kunnen voelen – en niet een plek waar ze onder het mom van mensenrechten politiek worden lastiggevallen”, aldus de woordvoerder.
Volgens de in Jeruzalem gevestigde organisatie NGO Monitor is de Hind Rajab Foundation opgericht door Dyab Abou Jahjah, een langdurig voorstander van terrorisme en verspreider van antisemitische haatzaaiende uitlatingen, woonachtig in België.
In 2015 beledigde Abou Jahjah de burgemeester van Antwerpen op X (voorheen Twitter) als “zionistische klootzak”. Hij richtte een moslim-Europese groep op, de Arab European League, die op haar website een foto publiceerde van Anne Frank in bed met Adolf Hitler en een karikatuur die suggereerde dat Joden de holocaust hadden verzonnen.
De Jewish Chronicle uit Londen beschreef Abou Jahjah, die zich ooit met een AK-47-aanvalsgeweer in zijn Libanese thuisland liet fotograferen, als een voormalig Hezbollah-strijder.
Na de aanslagen van 11 september 2001 sprak Abou Jahjah van een “gevoel van overwinning”. Volgens de Nederlandse krant NRC noemde hij Antwerpen, waar een grote gemeenschap van orthodoxe Joden woont, de “internationale hoofdstad van de zionistische lobby”.