In Israël zijn zeer weinig munten van dit soort gevonden. Volgens dr. Donald Tzvi Ariel, hoofd van de afdeling Numismatiek van de Israel Antiquities Authority (IAA), zijn er slechts elf van dergelijke munten van bekende vindplaatsen in de collectie van het National Treasures Department. Alle munten zijn gevonden in Noord-Israël, van Megiddo en Tzippori tot Tiberias en Arbel.
De munt vertoont op de voorzijde het hoofd van de Romeinse keizer Antoninus Pius, die regeerde van 138 tot 161 CE, en op de keerzijde de Syrische maangod Men (de maangod) met de inscriptie ‘het volk van Geva Phillipi’, en het burgerlijke jaar 217 (158-159 n.C.).
Ido Gardi pronkt met zijn ongelooflijke vondst (Beide foto’s: Nir Distelfeld/IAA).
Keizer Pius was de opvolger van keizer Hadrianus, die de provincie Judea hernoemde tot ‘Syria Palestinae’, in een poging de herinnering aan het Joodse volk uit te wissen.
Dr. Avner Ecker, docent klassieke archeologie bij de afdeling Israël Studies en Archeologie van de Bar-Ilan Universiteit, legde uit dat de munt een van de stadsmunten is die werden geslagen in de stad Geva Philippi, ook bekend als Geva Parashim (Stad van Ruiters).
In de Romeinse tijd kregen de steden, poleis genaamd, het recht om hun eigen munten te slaan. Het jaartal op de munt is het jaar waarin het stadsbestuur werd ingesteld en de burgers zelfbestuur werd toegestaan onder het Romeinse Rijk.
Geva is een oude nederzetting, die door Josephus wordt genoemd als een stad in de uitlopers aan de rand van de Jezreel-vallei. Herodes vestigde er zijn ruiters, vandaar de naam Stad van de Ruiters. Tijdens de Grote Opstand van 66 tot 70 na Chr. trokken lokale en Romeinse troepen van hieruit op tegen Joodse rebellen in de buurt van Bet She’arim.
Bij opgravingen, die de Bar Ilan Universiteit vorige zomer op deze plaats heeft uitgevoerd, werden resten van vestingwerken en gebouwen uit de Hellenistische tot de Byzantijnse periode gevonden.
Nir Distelfeld, inspecteur van de IAA’s Northern District Robbery Prevention Unit, schat dat de munt waarschijnlijk door zijn eigenaar was verloren op een van de wegen die dit gebied doorkruisen, totdat de soldaat hem bijna 2000 jaar later ontdekte.
‘Dit is een gelegenheid om alle burgers die munten of andere antieke kunstvoorwerpen hebben gevonden, op te roepen deze bij de IAA te melden’, zei hij. Hij benadrukte dat antiquiteiten nationaal bezit zijn, dat het illegaal is er actief naar te zoeken en dat elke toevallige vondst aan de IAA moet worden gemeld.
Gardi ‘heeft voorbeeldig gedrag als burger getoond en we hopen dat hij een rolmodel zal zijn voor anderen die antieke vondsten doen,’ zei Distelfeld. Gardi kreeg een certificaat van erkenning voor goed burgerschap.
Wilt u meer nieuws ontvangen over Israël? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.