
De regering Biden beweert dat Israël geen bewijs heeft geleverd dat de zeven niet-gouvernementele organisaties (ngo) wier kantoren het vorige week sloot, banden hadden met een terreurgroep. Ook de Europese Unie en het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken blijven dit beweren. Toch is er een berg van publiek beschikbaar bewijsmateriaal dat het bestaan van dergelijke banden bewijst – en een deel daarvan komt van de Amerikaanse regering zelf.
De regering was duidelijk in haar steun aan de ngo’s. Ned Price, woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, zei dat de regering “onze bezorgdheid heeft geuit” over de acties van Israël. De bewering van Israël dat de groepen banden zouden hebben met de terroristische organisatie het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP) betwistend, beweerde Price dat “we die informatie nog niet hebben”.
Voor wie het vergeten is, het PFLP was een pionier bij de beruchte vliegtuigkapingen in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Meer recentelijk omvatte haar bloedige staat van dienst de moord op de Israëlische minister Rehavam Ze’evi in oktober 2001. En in november 2014 de slachting van vijf rabbijnen, waaronder Amerikaanse burgers, in de wijk Har Nof in Jeruzalem.
Als Ned Price en andere ambtenaren van de regering-Biden werkelijk geïnteresseerd zijn in informatie over de banden van ngo’s met de PFLP, moeten zij om te beginnen de telefoon pakken en het Amerikaanse Bureau voor Internationale Ontwikkeling (USAID) bellen.
In 1993 heeft USAID een audit uitgevoerd om vast te stellen of Palestijnse liefdadigheidsorganisaties die door de Verenigde Staten werden gefinancierd, betrokken waren bij terrorisme. Bij de controle werd vastgesteld dat zowel de Unie van Landbouwcomités als de Unie van Palestijnse Vrouwencomités – twee van de groepen die deze week door Israël werden gesloten – “filialen” waren van de PFLP.
Bovendien hebben de Nederlandse regering en de liefdadigheidsinstelling World Vision Australia de banden met de Union of Agricultural Work Committees verbroken vanwege de banden met de PFLP.
Hier volgt een greep uit de berg van bewijzen dat de andere groepen die Israël heeft gesloten ook banden hadden met de PFLP. Dit is geen topgeheime informatie. Het is gemakkelijk te vinden op de website van de waakhond groep NGO Monitor. Buitenlandse Zaken heeft er net zoveel toegang toe als ik.
- Al-Haq. De directeur van deze groep, Shawan Jabarin, is veroordeeld voor het rekruteren en trainen van PFLP-terroristen. De regering van Jordanië – hetzelfde Jordanië waarvan de regering-Biden ons vertelt dat het gematigd, redelijk en betrouwbaar is – heeft Jabarin een uitreisvisa geweigerd vanwege zijn banden met de PFLP.
In 2018 hebben Mastercard, Visa en American Express creditcarddonaties aan Al-Haq verboden vanwege de banden met de PFLP. Dergelijke transacties zijn het levensbloed van creditcardmaatschappijen. Zij zouden zichzelf geen inkomsten ontzeggen tenzij zij er absoluut zeker van waren dat Al-Haq betrokken was bij terroristen. - Addameer. De Fatah-partij, die wordt voorgezeten door Mahmoud Abbas, het hoofd van de Palestijnse Autoriteit, heeft Addameer aangemerkt als een “filiaal” van de PFLP. De ngo verleent gratis rechtsbijstand aan PFLP-terroristen, en personeelsleden Khalida Jarrar, Naser Abu Khdair en Bashir al-Kahiri waren opgenomen op de kandidatenlijst van de PFLP voor de Palestijnse parlementsverkiezingen van 2021, die uiteindelijk niet plaatsvonden.
Bovendien blokkeerde de regering van de VS zelf de aanvraag van Addameer om adviseur te worden bij de Economische en Sociale Raad van de VN totdat Addameer “opheldering zou verschaffen over zijn banden met de PFLP”. Addameer verkoos deze verduidelijking niet te geven; in plaats daarvan trok het zijn aanvraag in. - Bisan Centrum voor Onderzoek en Ontdekking. De uitvoerend directeur van het centrum, Ubai Aboudi, heeft onlangs een gevangenisstraf uitgezeten nadat hij was veroordeeld wegens “lidmaatschap en activisme” van de PFLP. Aboudi’s opvolger, Itiraf Hajaj, zit momenteel in de gevangenis voor zijn PFLP-activiteiten. Hoeveel directeuren van het Centrum moeten er nog veroordeeld worden, voordat de regering Biden erkent dat het Centrum op zijn minst enige connectie heeft met de PFLP?
- Defence for Children International-Palestine (DCIP). Toen DCIP-medewerker Hashem Abu Maria werd gedood tijdens een aanval op Israëliërs in Beit Ummar, prees de PFLP hem als een van haar “leiders”. Een andere medewerker van de DCIP, Nassar Ibrahim, was redacteur van de wekelijkse krant van de PFLP. DCIP-bestuurslid Mahmoud Jiddah heeft 17 jaar in de gevangenis gezeten voor het gooien van granaten naar Israëliërs. Bestuurslid Mary Rock en personeelslid Samer Ajaj hebben op de verkiezingslijsten van de PFLP gestaan. De veroordeelde PFLP-terrorist Shawan Jabarin (nu directeur van Al-Haq) zat eerder in het bestuur van DCIP.
- Samidoun Palestinian Prisoner Solidarity Network. In 2016 heeft de PFLP zelfs publiekelijk dank betuigd aan Samidoun voor de steun van de ngo. De vlag van de PFLP wordt getoond op persconferenties van Samidoun. Sprekers op Samidoun-evenementen zijn onder meer beruchte PFLP-terroristen als kaper Leila Khaled. In 2019 stopten PayPal, Donor Box en Plaid met het accepteren van donaties aan Samidoun vanwege de banden met de PFLP. Samidouns coördinator voor Europa heeft gezegd dat PFLP Centraal Comité lid Khaled Barakat Samidouns campagne leidt om de gevangen PFLP-leider Ahmad Saadat vrij te krijgen.
Waarom beweert de regering-Biden, gezien deze berg bewijsmateriaal, dat er geen bewijs is dat deze ngo’s banden hebben met de PFLP? Waarom doet het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken zijn uiterste best om Israël af te schilderen als een onderdrukker en deze terreurorganisaties af te schilderen als onschuldige mensenrechtengroeperingen? Waarom ondermijnt onze regering, die heeft toegezegd het terrorisme te zullen bestrijden, de terreurbestrijdingsmaatregelen van Israël? Deze vragen schreeuwen om een antwoord.
Stephen M. Flatow is advocaat en de vader van Alisa Flatow, die in 1995 werd vermoord in een door Iran gesponsorde Palestijnse terroristische aanslag. Hij is de auteur van “A Father’s Story: My Fight for Justice Against Iranian Terrorism”.