De Amerikaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties, Linda Thomas-Greenfield, beschreef dinsdag de uitbreiding van Joodse woonwijken in Judea en Samaria als “een obstakel voor de realisatie van een tweestatenoplossing – de eindstaat waar we allemaal naar streven.”
Tijdens de maandelijkse vergadering van de VN-Veiligheidsraad over het Israëlisch-Palestijnse dossier zei Thomas-Greenfield dat de uitbreidingen “onverenigbaar zijn met het internationaal recht” en “de Israëlische veiligheid alleen maar verzwakken”.
De raad kan ook niet voorbijgaan aan het recordaantal Palestijnen dat in 2023 werd gedood in Judea en Samaria of de “aanzienlijke toename van dodelijk geweld” door “kolonisten”, voegde ze eraan toe.
Thomas-Greenfield riep de Israëlische autoriteiten op om aanvallen van Joodse inwoners van Judea en Samaria te beteugelen en wees daarbij op de recente sanctie tegen de Israëlische protestbeweging Tzav 9.
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken bestempelde Tzav 9 als “een gewelddadige extremistische Israëlische groepering die konvooien met levensreddende humanitaire hulp aan Palestijnse burgers in de Gazastrook heeft geblokkeerd, lastiggevallen en beschadigd”.
Tzav 9 ontkent het aanvallen van hulpkonvooien en houdt vol dat haar activiteiten vreedzaam zijn.
“We verzetten ons vreedzaam tegen de blokkade en gebruikten ons recht op vrijheid van meningsuiting om te protesteren tegen de verduistering van humanitaire hulp door Hamas. We betreuren het in brand steken van de vrachtwagens en het geweld,” vertelde Tzav 9 woordvoerster Rachel Touitou op zondag aan JNS.
Thomas-Greenfield bekritiseerde dinsdag ook de recente beslissing van de Israëlische minister van Financiën Bezalel Smotrich om belastinginkomsten in te houden van de Palestijnse Autoriteit.
Op 22 mei riep Smotrich op tot een reeks strafmaatregelen tegen de Palestijnse Autoriteit als reactie op Ramallah’s streven naar unilaterale soevereiniteit en steun voor de zaak van het Internationaal Strafhof tegen de Joodse staat, die hij omschreef als “diplomatiek terrorisme”.
In een brief aan premier Benjamin Netanyahu kondigde de minister van Financiën zijn voornemen aan om onmiddellijk te stoppen met de overdracht van alle maandelijkse belastinginkomsten die Jeruzalem int voor de Palestijnse Autoriteit.
Thomas-Greenfield riep op tot steun van Ramallah: “Israël en de Palestijnen moeten vertrouwen hebben in het vermogen van de Palestijnse Autoriteit om te regeren als een niet-corrupte, trouwe speler die werkt in het belang van het Palestijnse volk. Het is daarom van cruciaal belang dat de Palestijnse Autoriteit zichzelf hervormt, en wel zo snel mogelijk.”
Washington wil dat een hervormde Palestijnse Autoriteit de controle over de Gazastrook overneemt na afloop van de oorlog tegen Hamas, waar Israël fel op tegen is vanwege de openlijke steun van Ramallah voor terrorisme.
In haar opmerkingen aan de Veiligheidsraad op dinsdag veroordeelde Thomas-Greenfield Hamas voor zijn afwijzing van een meerfasen staakt-het-vuren dat door Israël was voorgesteld en door de Veiligheidsraad werd gesteund.
“Helaas heeft Hamas de oproepen van deze Raad getrotseerd en de stemmen van de hele internationale gemeenschap genegeerd,” zei ze, “en in plaats van het akkoord te accepteren, heeft Hamas nog meer voorwaarden gesteld.”
Vanuit het standpunt van Washington is het tijd om een einde te maken aan de onverzettelijkheid van Hamas, een staakt-het-vuren af te sluiten en de gijzelaars vrij te laten,” zei ze.
Israëls plaatsvervangend VN-gezant Jonathan Miller vertelde de Veiligheidsraad dat Israël zich blijft inzetten voor het staakt-het-vuren, maar dat de weigering van Hamas om de gijzelaars via diplomatieke kanalen vrij te laten bewijst dat de inspanningen om onze gijzelaars thuis te brengen militaire middelen moeten omvatten.
Verwijzend naar de recente vrijlating van vier gijzelaars door Israëlische veiligheidstroepen, zei hij: “We zullen doorgaan totdat de laatste gijzelaars zijn teruggekeerd, en we zullen niet stoppen totdat de militaire en politieke capaciteiten van Hamas zijn verpletterd.”
Miller verwierp beweringen van Thomas-Greenfield en andere raadsleden dat Israël meer moet doen om de levering van hulp aan Gaza te vergemakkelijken, en beschuldigde de Verenigde Naties van het inhalen van een enorme achterstand van hulpgoederen die Israël al heeft doorgelicht.
“Bijna alle verzoeken van de VN om humanitaire konvooien te coördineren zijn en worden goedgekeurd, en de dagelijkse pauzes in de operaties tegen de terroristen blijven de distributie van hulp mogelijk maken,” zei Miller.
“Toch blijft Hamas hulpkonvooien aanvallen, enerzijds om voedsel en voorraden te stelen voor terroristische strijders en anderzijds om hulpleveranties te verstoren,” voegde hij eraan toe, verwijzend naar een raketaanval van Hamas op Israël op 14 juni vanuit een centraal humanitair gebied in de Gazastrook.
“Waar was de verontwaardiging van de Raad hierover,” vroeg hij.
22 gewonden in Eilat na aanval met een Houthi-drone vanuit Jemen
Israël streeft naar meer zelfvoorziening in het licht van wapenembargo’s
Geen andere keuze: Israëls strijd om Gaza-stad
