Vreugde te midden van mistroostigheid

Op de laatste dag van het Joodse Chanoekahfeest – en nog maar een week voor het Kerstfeest – richtten we ons opnieuw op het Licht van de wereld, dat voor velen wordt vertegen­woordigd door de ‘dienaar’ (of Shamash), de centrale kaars van de negen-armige Menorah.

Door Charles Gardner |

Afgelopen zaterdag had ik het voorrecht om een toespraak te organiseren over Chanoekah, met als spreker ds. David Pileggi, rector van ‘Christ Church’ in Jeruzalem, sinds 175 jaar het centrum in Israël van de Church Ministry among the Jews (CMJ).

Dominee Pileggi is duidelijk niet erg onder de indruk van kaarsen en hun symboliek (ondanks zijn anglicaanse geloofsbrieven), maar hij heeft wel licht geworpen op een ontbrekend element in de niet-Joodse kerk, door erop te wijzen dat in de Joodse feesten de nadruk wordt gelegd op blijdschap.

De meeste Joden hebben in deze tijd Jezus nog niet gevonden, maar zijn toch in staat om uitbundige vreugde te uiten, iets wat nu meer dan ooit nodig is, te midden van de somberheid en het onheil van de Covid-19 pandemie, om nog maar te zwijgen van de donkere winternachten.

Christenen kunnen veel leren van Joden, die zelfs in de meest uitdagende omstandig­heden de vreugde van het herdenken van Gods wonderen en zegeningen vieren. (Foto: Olivier Fitoussi/Flash90)

Deze predikant uit Jeruzalem bekende, dat een van zijn hobby’s is om ‘alles wat in Groot-Brittannië gebeurt’ te volgen – door regelmatig zowel The Guardian als de Daily Mail te lezen (om een evenwichtig beeld te krijgen, denk ik). En hij is tot de conclusie gekomen dat de staat waarin het Verenigd Koninkrijk verkeert goed wordt samengevat door de woorden van Paulus aan de Efeziërs – ‘zonder hoop en zonder God in deze wereld’ (Ef. 2:12).

Voor de christenen in Efeze was dit verleden tijd – ze waren gered uit deze wanhoop -, terwijl deze woorden nu de stemming van het moderne Groot-Brittannië beschrijven, een natie die vroeger zoveel aan de wereld gegeven heeft, in geestelijk opzicht.

In de situatie van een dergelijke uitzichtloosheid, suggereerde dominee Pileggi, is het zo belangrijk voor Christenen om als blije mensen te worden gezien. Johannes de Doper, de neef en voorloper van Jezus, misschien soms afgeschilderd als streng en onver­zoenlijk, was eigenlijk een man vol vreugde. In de allereerste beschrijving van hem spreekt de engel: ‘En er zal blijdschap en vreugde voor u zijn en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden’ (Lukas 1:14 HSV)

Dit is heel duidelijk verbonden met het ‘vervuld zijn met de Heilige Geest’ (vers 15). Zoals hij als baby in de baarmoeder ‘opsprong van vreugde’ bij de groet van Jezus’ moeder (vers 44). Het antwoord van Maria was op haar beurt om zich te verheugen in God, haar Verlosser. Zacharia, de vader van Johannes, werd tijdelijk geslagen met stomheid, vanwege zijn ongeloof, toen de engel aankondigde dat zijn ‘onvruchtbare’ vrouw een zoon zou krijgen op haar oude dag. Maar het eerste wat hij deed, toen zijn tong werd losgemaakt, was God loven (vers 64).

De komst van Christus, zo werd aan de herders verteld, was een boodschap van ‘grote blijdschap’ (Lucas 2:10) en zij ‘verheerlijkten en loofden God’ (vers 20).

Eeuwen eerder verkondigde de profeet Zacharias dat er grote vreugde zou zijn over de komst van de Koning van IsraëI, ‘zachtmoedig en rijdend op een ezel’. (Zacharia 9:9)

De psalmen staan vol met oproepen om met vreugde te zingen voor de Heer, en Paulus vertelt het aan de Filippensen: ‘Verblijd u altijd in de Heere; ik zeg het opnieuw: Verblijd u’. (Fil 4:4) En zelfs toen de Israëlieten weenden toen Ezra het Boek van de Wet voorlas in Nehemia’s tijd, werden ze aangespoord: ‘Wees niet bedroefd, want de vreugde van de Heere, dat is uw kracht.’ (Nehemia 8:11)

Was dit een voorproefje van de Pinksterdag toen de pelgrims door het Woord van God ‘in hun hart geraakt werden’ (Handelingen 2:37) en werden aangemoedigd om zich te bekeren en te geloven in het evangelie dat hen in de kracht van de Geest grote vreugde zou brengen?

Net zoals de Shamash, de kaars die de dienaar wordt genoemd, degene is die de mensen eromheen verlicht, kwam Jezus ons dopen met de Heilige Geest en met vuur – dit laatste is een louterings-middel om alle vuil en al hetgeen niet belangrijk is, te verbranden en ons een vlammende passie te geven voor de Verlosser die ons met zijn bloed heeft gekocht.

We kennen het hedendaagse Pinksterfeest en de charismatische gaven die daarbij horen, maar toch is er nog een vreugde­loos­heid bij veel geloof dat doorgaat voor Christendom. De 120 discipelen die in gebed wachtten op de doop met de Heilige Geest, gehoor­zaam­den eenvoudigweg aan het bevel van hun Heer: ‘Hij beval hun dat zij niet uit Jeruzalem weg zouden gaan, maar de belofte van de Vader zouden verwachten, die u, zei Hij, van Mij gehoord hebt; want Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden’ (Handelingen 1:4,5). Zo zetten ze de wereld op zijn kop en konden – te midden van al hun vele beproevingen – hun vreugde niet inhouden.

Ik kan getuigen van een soortgelijke ervaring. Hoewel de traditioneel aanvaarde leer mij afschrikte van het zoeken naar zo’n doop, ging ik uiteindelijk zo wanhopig op zoek naar meer kracht in mijn Christelijk leven – vooral om de verleidingen te weerstaan – dat ik vroeg om een passend gebed, dat wil zeggen de ‘doop met de Heilige Geest’.

Ik werd al snel overspoeld door de vreugde van Jezus. Ik was op zoek naar kracht, maar ik kreeg vreugde. Pas veel later besefte ik dat er een verband was tussen beide, dat ‘de vreugde van de Heer uw kracht is’. In veel opzichten werd het leven moeilijker, maar de vreugde bleef opborrelen, zoals Jesaja voorspelde: ‘U zult met vreugde water scheppen uit de bronnen van het heil.’ (Jesaja 12:3)

Jezus belooft onze geestelijke dorst te lessen. Aan de vrouw bij de bron, en aan allen die hem zoeken, belooft hij ‘een bron te worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven’ (Johannes 4:14). Als je, net als de eerste discipelen, wacht op het geschenk van bovenaf, zul je alles ontvangen wat je nodig hebt om een effectief, energiek en vreugdevol christelijk leven te leiden.

Zoals wijlen Selwyn Hughes zei: ‘Veel christenen leven een gespannen en gestrest geestelijk leven in die zin, dat ze te intensief proberen om goed te zijn. (…) Het is allemaal erg serieus, maar niet erg uitnodigend.’ De doop met vuur daarentegen zuivert en reinigt ons ‘zodat wanneer de druk op ons komt, we niet breken, maar alleen buigen’.

Nu terug naar die Bijbeltekst waarmee domine Pileggi de toestand van Groot-Brittannië samenvatte – ‘zonder hoop en zonder God in de wereld’. Het is nu de tijd om – in onze huizen en scholen, op onze straten en in onze kerken – een geestelijk lichaam te vormen van met de Geest vervulde christenen, die hun licht helder laten schijnen, gevoed door de vreugde van Jezus.

Charles Gardner is auteur van Israel the Chosen, Peace in Jerusalem, A Nation Reborn en King of the Jews.

Wilt u meer nieuws over Israël ontvangen? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuws­brief.