
Vorige week rond deze tijd brak mijn hart toen ik zag hoe wanhopig een van de moeders van de gijzelaars, Ditza Or, hoopte op de vrijlating van haar zoon Avinatan. Vandaag ben ik blij voor haar.
Voor onze vaste lezingen van de Scripture Union behandelen we deze week Ezra en de lange lijst van ballingen die na 70 jaar gevangenschap uit Babylon terugkeerden. Gezien de terugkeer van de overgebleven Israëlische gijzelaars na 738 verschrikkelijke dagen van marteling had het niet toepasselijker kunnen zijn.
Een soortgelijk geopolitiek scenario lag ten grondslag aan beide belangrijke gebeurtenissen. In het eerste geval bewoog de God van Israël de hand van de Perzische koning Cyrus om de deuren naar een nieuw tijdperk te openen. En nu heeft dezelfde God het hart van president Donald Trump van de Verenigde Staten bewogen. Het was hartverwarmend om de kop van de populaire krant Daily Mail te zien: “Zalig zijn de vredestichters”, die precies de woorden van onze Heer en Messias citeert.
Enkele maanden geleden schreef ik hoe de verzwakking van Iran en zijn terroristische vertegenwoordigers de voorwaarden voor vrede creëerde, althans voor een bepaalde tijd. En ik besefte dat de wereldwijde oorlogszucht weliswaar veel kenmerken vertoonde van een voorbereiding op Harmagedon, maar dat deze grote strijd niet op handen was, omdat Israël niet in veiligheid leefde (zie Ezechiël 38:8 e.v.). Maar er zou een periode van vrede aan voorafgaan.
Zoals ik al zei, is de Amerikaanse president niet de troefkaart van Israël, hoewel hij zeker veel lof verdient. Nee, het laatste woord is aan de God van Israël. En in dit opzicht hebben de gebeden van de heiligen ongetwijfeld een cruciale rol gespeeld.
Ik denk daarbij in het bijzonder aan het ontwaken van de gelovigen in Iran, waarvan het aantal op ongeveer twee miljoen wordt geschat en van wie velen ‘ondergronds’ bijeenkomen, buiten het zicht van de religieuze politie. Vervuld van een nieuwe liefde voor Israël, het land waar hun Verlosser vandaan komt, bidden zij vurig voor verzoening tussen hun naties.
God heeft hun gebeden zeker verhoord, samen met die van christenen over de hele wereld. En de Israëli’s van vandaag bootsen de vreugde na van hun terugkerende voorouders, die de Heer loofden en zongen:
“Hij is goed, want Zijn goedertierenheid over Israël is tot in eeuwigheid.” (Ezra 3:11)
Het was Jesjoea die zei dat geloof bergen kan verzetten, en er zijn duidelijk velen die daar echt in geloven, waaronder vrienden van ons die op korte termijn op zending gaan naar Israël – naar een bergachtig gebied.
Ze hebben hun reis geboekt op een moment dat de oorlog woedde en hebben zichzelf gezworen zich door niets te laten tegenhouden, behalve door ziekte of de sluiting van de luchthaven Ben Gurion. Dat laatste gebeurde inderdaad tijdens de oorlog met Iran. Op dat moment hebben ze zich misschien afgevraagd of ze God wel goed hadden begrepen.
Maar de Heer heeft hun geloof beloond. En we bidden dat de vrede na de oorlog zal blijven bestaan en dat de tempel, die volledig belichaamd wordt in Messias Jesjoea, weer zal worden opgebouwd.
Met de woorden uit Jesaja 61, die Jezus als zijn opdracht claimde:
De Geest van de Heere HEERE is op Mij,
omdat de HEERE Mij gezalfd heeft;
Hij heeft Mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen,
om te verbinden de gebrokenen van hart,
om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen
en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis;
om uit te roepen het jaar van het welbehagen van de HEERE
en de dag van de wraak van onze God;
om alle treurenden te troosten,
om aan de treurenden van Sion te beschikken
dat hun gegeven wordt sieraad in plaats van as,
vreugdeolie in plaats van rouw,
lofgewaad in plaats van een benauwde geest.