Ondanks al het slechte nieuws uit het Midden-Oosten groeit de kerk daar. Sinds 1998 is het aantal Joodse volgelingen van Jezus vervijfvoudigd.
In een toespraak voor christenen in Doncaster over het belang van onze Joodse wortels vertelde dominee Aaron Eime hoe hij en zijn vrouw Michelle 27 jaar geleden naar Israël kwamen tijdens een wereldreis die begon in hun thuisland Australië.
Ze waren niet van plan om te blijven (zeker niet voor de komende 26 jaar), totdat ze na een ernstige voedselvergiftiging tijdens een picknick bij de Dode Zee op zoek gingen naar rust en terechtkwamen in de Oude Stad van Jeruzalem, waar ze Arabieren en Joden samen zagen bidden en werken.
Zij waren zelf al christenen, maar hadden geen idee dat er in een regio die sinds mensenheugenis door conflicten wordt gekenmerkt, zo’n harmonie heerste.
Ze waren terechtgekomen op het terrein van de Christ Church, het hoofdkwartier van de bijna 200 jaar oude Church’s Ministry among Jewish People (CMJ).
Ze werden gevraagd om te blijven en te helpen. Hoewel ze onder de indruk waren van wat ze zagen, twijfelde Aaron. “Missionaris worden stond niet op mijn agenda”, legde hij uit. “Ik wilde gewoon weer mijn pub in Londen runnen, wat ik had gedaan voordat ik door Europa reisde in een roestige oude camper.”
Maar nadat ze erover hadden gebeden, bleven ze en voedden ze hun drie kinderen op in Israël. Aaron werd diaken in de kerk, leerde Hebreeuws en studeerde bij rabbijnen, van wie hij er enkele tot een relatie met Jezus, hun Messias, mocht leiden.
Vorig jaar verhuisden ze naar Engeland, nadat Aaron was benoemd tot algemeen directeur van CMJ UK. Nu meldt hij dat de interesse in Jezus onder Israëli’s ongekend is, vooral sinds het uitbreken van de oorlog in Gaza. Zoals hij zegt: “In loopgraven zijn er geen atheïsten en begint iedereen over God te praten.”
Een van de taken van de gelovigen in Israël is om te zorgen voor moslims en Joden die zich tot Jezus bekeren en daarvoor vaak een hoge prijs moeten betalen omdat ze door hun familie worden verstoten. In één geval namen ze een 19-jarige Arabische vrouw op die vanwege haar geloof bijna doodgeslagen was. Ze is nu getrouwd en woont veilig in Canada.
Aaron legde uit hoe het begrijpen van onze Hebreeuwse wortels kan leiden tot een diepere waardering voor ons geloof, en legde de betekenis uit van twee gebeurtenissen in het Nieuwe Testament waarin vijgenbomen een centrale rol spelen. In één geval herkent de discipel Nathanaël Jezus als de Messias omdat de Heere hem “onder de vijgenboom” had gezien (Johannes 1:48).
“Bomen zijn metaforen in de Bijbel”, zei hij. “En deze gebeurtenis suggereert dat hij ‘onder de Thora’ zat, dat wil zeggen de geschriften. Onder de vijgenboom zitten betekent de Bijbel bestuderen en in praktijk brengen, wat onze Heere in Nathanaël herkende.”
In het andere voorbeeld vervloekte Jezus de vijgenboom omdat hij geen vruchten droeg, en vervolgens ontruimde hij de tempelhof van degenen die daar kochten en verkochten (Marcus 11:12-26).
“Hij zei: Ik kom naar de tempel (waar de Thora werd bestudeerd) om vruchten te zoeken, en ik vind er geen. Daarom zal de tempel worden vernietigd.” (Hij werd binnen een generatie verwoest, waarmee Jeshua’s eigen profetie, opgetekend in Mattheüs 24:2, in vervulling ging).
Aaron verklaarde ook nog een ander raadsel. Toen Abraham Isaak verzekerde dat God een lam voor het offer zou voorzien, waarom werd er dan in deze situatie geen lam gebruikt, maar een ram die in een struik verstrikt was geraakt? Het antwoord wordt duidelijk op het moment dat Johannes de Doper uitroept: “Zie, het Lam van God.” (Johannes 1:36)
Charles Gardner is auteur van “Israel the Chosen” (Israël, het uitverkoren volk), verkrijgbaar bij Amazon; “Peace in Jerusalem” (Vrede in Jeruzalem), verkrijgbaar bij olivepresspublisher.com; “To the Jew First” (Eerst aan de Joden), “A Nation Reborn” (Een herboren natie) en “King of the Jews” (Koning van de Joden), allemaal verkrijgbaar bij Christian Publications International.