De Bijbelgedeelten voor de komende shabbat Mikets (Na verloop van) zijn:
✡ Torahlezingen: Genesis 41:1 – 44:17,
✡ Profetenlezing: 1 Koningen 3:15 – 4:1,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Matteüs 27:15-46.
In verband met het thema wijken we daar van af.
Een gedeelte uit de Torahlezing
Het lijkt wel een sprookje. De ene dag in de gevangenis, de andere dag de belangrijkste adviseur van de farao, dank zij het door God gegeven inzicht in de dromen van de farao en de door God gegeven wijsheid. Dit alles paste in Gods plan om de stam van Jakob van de hongerdood te redden.
Nu dan, laat de farao naar een verstandige en wijze man uitzien en die over het land Egypte aanstellen. Laat de farao het volgende doen: Laat hij opzichters over het land aanstellen en tijdens de zeven jaren van overvloed het vijfde deel van de opbrengst van het land Egypte opeisen. Laten zij alle voedsel van deze komende goede jaren bijeenbrengen en op last van de farao het koren opslaan, als voedsel in de steden, en dat bewaren. Dan zal dat voedsel als voorraad dienen voor het land in de zeven jaren van honger die in het land Egypte zullen komen, zodat het land niet van honger omkomt.
Deze woorden waren goed in de ogen van de farao en in de ogen van al zijn dienaren. Daarom zei de farao tegen zijn dienaren: Zouden wij ooit iemand kunnen vinden als deze man, in wie de Geest van God is? Daarop zei de farao tegen Jozef: Aangezien God u dit alles heeft bekend gemaakt, is er niemand zo verstandig en wijs als u.
En Jozef was dertig jaar oud, toen hij bij de farao, de koning van Egypte, in dienst trad. Toen ging Jozef bij de farao weg en trok heel het land Egypte door. Het land bracht in de zeven jaren van overvloed bij handen vol op, en hij bracht al het voedsel van de zeven jaren dat in het land Egypte was, bijeen en sloeg het voedsel op in de steden; het voedsel van de akkers van elke stad, die eromheen lagen, sloeg hij binnen die stad op. Jozef sloeg zeer veel koren op, als zand van de zee, totdat men ophield met tellen, want er was geen tellen meer aan.
Genesis 41:33-39 en 46-49 (HSV).
Een gedeelte uit de Profetenlezing
Hoe zal de jonge onervaren koning Salomo zijn wijze vader opvolgen? Hoe zal Salomo hetzelfde gezag onder het volk krijgen dat koning David had? Hij bidt om wijsheid, en God geeft hem die, samen met voorspoed en rijkdom – mits Salomo naar Gods geboden leeft.
De koning ging naar Gibeon om daar te offeren, omdat de hoogte daar de belangrijkste was. Duizend brandoffers bracht Salomo op dat altaar. In Gibeon verscheen de HEERE ‘s nachts aan Salomo in een droom, en God zei: Vraag wat Ik u geven zal. Salomo zei: Ú hebt aan Uw dienaar David, mijn vader, grote goedertierenheid bewezen, zoals hij voor Uw aangezicht gewandeld heeft, in trouw, in rechtvaardigheid en in oprechtheid van hart bij U. En U hebt dit grote blijk van goedertierenheid aan hem bewezen dat U hem een zoon gaf die op zijn troon zit, zoals op deze dag. Nu dan, HEERE, mijn God! Ú hebt Uw dienaar koning gemaakt in de plaats van mijn vader David. Ík ben echter een jonge man: ik weet niet uit of in te gaan. En Uw dienaar is te midden van Uw volk geplaatst, dat U verkozen hebt, een groot volk, dat vanwege de menigte niet geteld of geschat kan worden. Geef dan Uw dienaar een opmerkzaam hart, om recht te kunnen spreken over Uw volk, om met inzicht onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad, want wie zou over dit machtige volk van U kunnen rechtspreken? Het was goed in de ogen van de Heere, dat Salomo dit gevraagd had.
God zei tegen hem: Omdat u hierom gevraagd hebt, en niet gevraagd hebt om een lang leven voor uzelf; omdat u niet om rijkdom voor uzelf hebt gevraagd en niet om de dood van uw vijanden hebt gevraagd, maar om inzicht hebt gevraagd voor uzelf om naar rechtszaken te kunnen luisteren, zie, daarom doe Ik overeenkomstig uw woorden: zie, Ik geef u een wijs en verstandig hart, zodat uws gelijke er vóór u niet geweest is, en uws gelijke na u niet zal opstaan. En zelfs dat waar u niet om gevraagd hebt, geef Ik u: zowel rijkdom als eer, zodat niemand onder de koningen uws gelijke zal zijn, al uw dagen. En als u in Mijn wegen gaat door Mijn verordeningen en Mijn geboden in acht te nemen, zoals uw vader David gewandeld heeft, dan zal Ik uw dagen verlengen.
1 Koningen 3:4-14 (HSV).
Een gedeelte uit het Nieuwe Testament
Jakobus weet, dat echte wijsheid alleen bij God te vinden is, niet bij de Griekse filosofen van die dagen. Vraag om wijsheid, in gelovig gebed.
En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden. Maar laat hij er in geloof om vragen en daarbij niet twijfelen. Immers, wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt. Want zo iemand moet niet denken dat hij iets ontvangen zal van de Heere.
Jakobus 1:5-7 (HSV).
Voor een uitwerking van deze sidra voor een Bijbelleeskring, zie Genesis-41
Wilt u meer nieuws ontvangen over Israël? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.