De Bijbelgedeelten voor de komende shabbat Yitro (Jetro) zijn:
✡ Torahlezing: Exodus 18:1 – 20:23,
✡ Profetenlezing: Jesaja 6:1 – 7:6 en 9:5-6,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Matteüs 5:8-20.
In verband met het thema wijken we daar van af.
Een gedeelte uit de Torahlezing
Toen sprak God al deze woorden: Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte,uit het slavenhuis, geleid heeft. U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. U zult voor uzelf geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde of in het water onder de aarde is. U zult zich daarvoor niet neerbuigen, en die niet dienen, want Ik, de HEERE, uw God, ben een na-ijverig God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten,maar Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden in acht nemen.
U zult de Naam van de HEERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HEERE zal niet voor onschuldig houden wie Zijn Naam ijdel gebruikt. Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt. Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienaar, noch uw dienares, noch uw vee, noch uw vreemdeling die binnen uw poorten is. Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die.
Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HEERE, uw God, u geeft.
U zult niet doodslaan.
U zult niet echtbreken.
U zult niet stelen.
U zult geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste.
U zult niet begeren het huis van uw naaste. U zult niet begeren de vrouw van uw naaste, noch zijn dienaar, noch zijn dienares, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets wat van uw naaste is.
Exodus 20:1-17 (HSV).
Gedeelten uit de Profetenlezing
Maar de Israëlieten pleegden trouwbreuk met wat door de ban gewijd was, want Achan, de zoon van Charmi, de zoon van Zabdi, de zoon van Zerah, uit de stam Juda, nam van wat door de ban gewijd was. Toen ontbrandde de toorn van de HEERE tegen de Israëlieten.
Toen zei Jozua tegen Achan: Mijn zoon, geef de HEERE, de God van Israël, toch de eer en doe voor Hem belijdenis. Vertel mij toch wat u gedaan hebt, verberg het niet voor mij. Achan antwoordde Jozua: Het is waar, ík heb tegen de HEERE, de God van Israël, gezondigd, en ik heb zo en zo gedaan. Want ik zag onder de buit een mooie kostbare Babylonische mantel, tweehonderd sikkel zilver, en een goudstaaf met een gewicht van vijftig sikkel. Ik begeerde ze en nam ze mee. En zie, ze zijn verborgen in de grond, in het midden van mijn tent, en het zilver eronder.
Jozua 7:1 en 19-21 (HSV).
Een gedeelte uit het Nieuwe Testament
Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen dan door de wet. Ik zou immers ook niet geweten hebben dat begeerte zonde was, als de wet niet zei: U zult niet begeren. Maar de zonde heeft door het gebod een aanleiding gevonden en in mij allerlei begeerte teweeggebracht, want zonder de wet is de zonde dood. Ik nu leefde voorheen zonder wet, maar toen het gebod kwam, is de zonde weer levend geworden. Ik echter ben gestorven. En het gebod, dat tot leven had moeten leiden, bleek voor mij de dood te betekenen. Want de zonde heeft door het gebod een aanleiding gevonden en mij misleid en daardoor gedood.
Zo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.
Romeinen 7:7-12 (HSV).
Woord uit Jeruzalem: De cactus zonder doornen
Een maand geleden is een nieuw burgerlijk jaar begonnen. Hoewel de Joden hun nieuwe jaar reeds in september zijn begonnen met Rosh HaShanah, rekent men in het bedrijfsleven volgens de christelijke Gregoriaanse kalender, zoals overal elders in de wereld. Daarom wenst men elkaar op 1 januari een ‘Gelukkig Nieuwjaar!’ of beter ‘Een Gezegend Nieuwjaar!’ met de toevoeging: ‘Een gezond, vredig en voorspoedig Nieuwjaar!’ En dat is precies wat ik jullie toewens!
In onze wijk groeit een drie meter hoge cactus (latijn: Opuntia) Er bestaan wereldwijd 192 Opuntia soorten. Maar dat is niet mijn punt. Ik ben bezorgd over de Sabra-cactus die in Israël groeit. In het Hebreeuws צָבָּר tzabar, want zo worden de in Israël geboren Joden sinds 1930 genoemd. Ze hebben een dikke huid, zijn stekelig aan de buitenkant en verdedigen hun land. Maar van binnen zijn ze net zo zoet als hun vruchten. Het duurt altijd even voor een niet-Israëli gewend is aan de stekelige aard van Israëli’s. Maar dan proef je hun hartelijkheid.
Ludwig Schneider
Maar de elliptische vlezige bladeren van de Sabra-cactus van onze buurman hebben geen stekels, zij zijn spiegelglad. Hij draagt ook geen vrucht. Onze buurman houdt van zijn cactus en vraagt zich af, waarom hij geen stekels heeft en geen vruchten. Toch geeft hij hem veel water en doet alles voor zijn cactus. Het is zijn trots en vreugde.
Dit is het geheim. Zijn cactus krijgt te veel water. De cactus is een plant die het best gedijt in droge gebieden, hij haalt zijn water hoofdzakelijk uit de dauw op zijn bladeren. Om die te beschermen, krijgt hij 3 cm lange harde stekels, zodat dieren de cactus niet kunnen afvreten. En pas als hij stekels heeft, bloeit hij en groeit de heerlijke sabra-vrucht.
Al eerder schreef ik over de vijgenboom als Israëls symbolische boom (Mattheüs 24:32) en over Israëls olijfboom waarin christenen zijn geënt (Romeinen 11:17-24), dus nu is de Sabra-boom aan de beurt, en die gaat ons allen aan, Israëli’s zowel als christenen.
Als ik vandaag Israëli’s en christenen zie, zijn de meesten alleen maar bezig met welvaart, met een leven zonder doornen – om bij het voorbeeld van de cactus te blijven. En dan vragen ze zich af waarom ze zo gemakkelijk te verwonden zijn. Dit geldt niet alleen in politiek of militair opzicht voor de Israëli’s, maar ook in geestelijk opzicht voor de christenen, ‘Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.’ (Efeziërs 6:12 HSV).
Natuurlijk wenst men elkaar alleen maar goede dingen in het nieuwe jaar! Maar hoeveel goed mag het zijn? Een Joods gebed zegt: ‘Heer, geef me alleen wat ik nodig heb. Maar wat ik niet nodig heb, geef het mij niet!’ Dat betekent dat wat God ons niet geeft, niet goed voor ons is. Dit is voor iedereen verschillend. Overvloed vernietigt, net als cactus, onze verdediging, zodat valse leerstellingen aan ons kunnen vreten en wij geen Godsvrucht voortbrengen.
We behoeven niet alles te hebben wat anderen hebben. Alles wat begint met ’te’ is uit den boze. Als de cactus te weinig water krijgt, droogt hij uit! Maar als hij te veel water krijgt, ziet hij er mooi uit, maar het is een waardeloze boom, want hij draagt geen vruchten! Het hangt dus altijd af van de juiste dosering van bewatering. En dat is wat de Bijbel ons leert, want Gods Woord is er niet om ons te vermaken, maar om ons te leren hoe we moeten gedijen in het geloof en hoe we ons ‘met doornen’ moeten beschermen tegen alle pogingen van de vijand om tot bloei te komen en vrucht te dragen.
Dit artikel is opnieuw gepubliceerd in het Israel Today Magazine van februari, ter nagedachtenis aan de oprichter van ons tijdschrift, Ludwig Schneider. Zijn gedachten en bijbelse analyses zijn vandaag nog even relevant als toen deze tekst werd geschreven. Bent u al abonnee?