Shabbatslezingen: God houdt zijn werk in stand

Driemaal lezen we in deze Bijbelgedeelten over Gods zorg voor continuïteit in zijn werk. De leider Mozes wordt opgevolgd door Jozua, de profeet Elia door Elisa, en de apostel Judas door Matthias. God houdt zijn werk in stand!

Door Redactie Israeltoday.nl |

De Bijbelgedeelten voor de komende shabbat Pinchas (Pinehas) zijn:

✡ Torahlezing: Numeri 25:10 – 30:1,
✡ Profetenlezing: 1 Koningen 18:46 – 19:21,
✡ Extra lezing: Jeremia 1:1 – 2:3,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Johannes 2:13-25.
In verband met het thema wijken we daar van af.

Een gedeelte uit de Torahlezing
Mozes is oud geworden. Hij heeft zware jaren doorstaan als leider van een koppig en eigenzinnig volk, en mag ingaan in de rust. God wijst een geschikte opvolger aan, Mozes’ eigen assistent Jozua zal het volk leiden bij het veroveren van het beloofde land.

Daarna sprak de HEERE tot Mozes: Klim deze berg Abarim op, en bezie het land dat Ik de Israëlieten gegeven heb. Wanneer u het gezien hebt, zult ook u met uw voorgeslacht verenigd worden, net als uw broer Aäron daarmee verenigd is. Dat is omdat u Mijn bevel ongehoorzaam bent geweest in de woestijn Zin, tijdens de twist van de gemeenschap, door Mij voor hun ogen niet te heiligen bij het water. Dat is het water van Meriba, ter hoogte van Kades, in de woestijn Zin.
Toen sprak Mozes tot de HEERE: Laat de HEERE, de God Die aan alle vlees de adem geeft, over deze gemeenschap een man aanstellen die voor hen uitgaat en die voor hen ingaat, en die hen doet uitgaan en die hen weer doet ingaan, opdat de gemeenschap van de HEERE niet zal zijn als schapen die geen herder hebben.
Toen zei de HEERE tegen Mozes: Neem Jozua bij u, de zoon van Nun, een man in wie de Geest is, en leg uw hand op hem. Plaats hem voor de priester Eleazar en voor heel de gemeenschap, en draag voor hun ogen het bevel aan hem over. Leg een deel van uw waardigheid op hem. Dan zal heel de gemeenschap van de Israëlieten naar hem luisteren. En hij moet voor Eleazar, de priester, gaan staan, en die zal voor hem vragen naar het oordeel van de urim, voor het aangezicht van de HEERE. Op zijn bevel zullen zij uitgaan en op zijn bevel zullen zij ingaan, hij, en al de Israëlieten met hem, heel de gemeenschap.
Mozes deed zoals de HEERE hem geboden had: hij liet Jozua halen en plaatste hem voor Eleazar, de priester, en voor heel de gemeenschap. Hij legde hem zijn handen op en droeg hem het bevel over, zoals de HEERE door de dienst van Mozes27:23 de dienst van Mozes – Letterlijk: de hand van Mozes. gesproken had.

Numeri 27:12-23 (HSV).

Een gedeelte uit de Profetenlezing
Elia is moe en teleurgesteld. Na de ‘offerwedstrijd’ met de Baäl­priesters op het Karmelgebergte, kondigde koningin Izebel aan hem te doden, zoals hij alle Baäl­priesters had laten doden. Hij vlucht naar de berg Horeb in de Negev, ontvangt daar opdrachten van God, en zalft Elisa tot zijn opvolger.

De HEERE zei tegen hem: Ga heen, keer terug op uw weg, naar de woestijn van Damascus. Wanneer u daar komt, moet u Hazaël zalven tot koning over Syrië. En u moet Jehu, de zoon van Nimsi, zalven tot koning over Israël. En Elisa, de zoon van Safat, uit Abel-Mehola, moet u tot profeet zalven in uw plaats.


Hij ging daarvandaan en trof Elisa, de zoon van Safat, aan. Deze was aan het ploegen met twaalf span runderen voor zich uit, en hij bevond zich bij het twaalfde. Elia ging op hem af en wierp zijn mantel naar hem toe. Hij verliet de runderen, snelde achter Elia aan en zei: Laat mij toch mijn vader en moeder kussen, daarna zal ik u volgen. En hij zei tegen hem: Ga, keer terug, want wat heb ik u gedaan? Zo keerde hij van achter hem terug, nam een span runderen, slachtte ze en kookte hun vlees op het hout van het juk van de runderen. Hij gaf dat aan het volk en zij aten. Daarna stond hij op, volgde Elia en diende hem.

1 Koningen 19:15-16 en 19-21(HSV).

Een gedeelte uit het Nieuwe Testament
Na de dood van Juda, die zichzelf niet kon vergeven dat hij Jezus had verraden, moest een ander worden gekozen om zijn plaats in te nemen bij de twaalf apostelen, om officieel getuige te zijn van alles wat zich in hun dagen had afgespeeld, en mee te helpen bij het besturen van de jonge gemeente van gelovigen in Messias Jezus.

En in die dagen stond Petrus op te midden van de discipelen – er was namelijk een menigte bijeen van ongeveer honderdtwintig personen – en sprak: Mannen broeders, dit Schriftwoord moest vervuld worden dat de Heilige Geest bij monde van David van tevoren gesproken heeft over Judas, die gids geweest is voor hen die Jezus gevangen namen; want hij werd bij ons gerekend en had aan deze bediening deel gekregen.
Want er staat geschreven in het boek van de Psalmen: Laat zijn woonplaats woest worden en laat er niemand zijn die daarin woont. En: Laat een ander zijn ambt als opziener nemen. Het is dus nodig dat een van de mannen die met ons omgegaan zijn gedurende heel de tijd dat de Heere Jezus onder ons in- en uitging, te beginnen met de doop van Johannes tot op de dag waarop Hij van ons opgenomen werd, met ons getuige wordt van Zijn opstanding. En zij stelden er twee voor: Jozef, die Barsabas heette, die ook Justus genoemd werd, en Matthias. En zij baden en zeiden: U Heere, Kenner van het hart van allen, wijs van deze twee er een aan, die U uitgekozen hebt om deel te krijgen aan deze bediening, namelijk aan het apostelschap, waarvan Judas afgeweken is om naar zijn eigen plaats te gaan. En zij wierpen hun loten en het lot viel op Matthias; en hij werd met instemming van allen aan de elf apostelen toegevoegd.

Handelingen 1:15-17 en 20-26 (HSV).

Wilt u meer nieuws ontvangen over Israël? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.