Rapport: UNRWA-personeel betrokken bij bloedbad en ontvoering in Be’eri

Israëlisch inlichtingenmateriaal dat aan de VS is overhandigd, onthult de mate van betrokkenheid van medewerkers van de United Nations Relief and Works Agency (UNRWA) bij het bloedbad van 7 oktober 2023.

De New York Times publiceerde zondag details over de betrokkenheid van 12 UNRWA-medewerkers bij de door Hamas geleide terreuraanslag in het zuiden van Israël – tien Hamas-medewerkers en één lid van de Palestijnse Islamitische Jihad.

Een van de UNRWA-medewerkers wordt beschuldigd van het ontvoeren van een vrouw, een ander van betrokkenheid bij het bloedbad in Kibboets Be’eri, waarbij bijna 100 mensen werden vermoord, en een derde van het verspreiden van munitie.

Volgens het dossier waren zeven van de verdachten leraren aan UNRWA-scholen. Zes van de mannen waren op 7 oktober in Israël, dat blijkt uit hun mobiele telefoons, terwijl anderen in Gaza werden onderschept toen ze spraken over hun betrokkenheid bij de terroristische aanval.

Drie van hen ontvingen sms’jes met de boodschap dat ze op 7 oktober naar ontmoetingsplaatsen moesten komen, en één van hen werd verteld een bazooka mee te nemen die in zijn huis lag opgeslagen.

Volgens het Times rapport gaat de meest gedetailleerde zaak in het dossier over een schooldecaan uit Khan Yunis in de zuidelijke Gazastrook die ervan beschuldigd wordt samen met zijn zoon te hebben gewerkt aan de ontvoering van een vrouw uit Israël. In een ander geval hielp een maatschappelijk werker uit Nuseirat in het centrum van de Gazastrook om het lichaam van een Israëlische soldaat naar Gaza te brengen en om munitie te verdelen en voertuigen te coördineren op de dag van de aanval.

UNRWA ontsloeg een deel van haar personeel nadat Israël informatie had verstrekt over hun medeplichtigheid. De secretaris-generaal van de VN, António Guterres, zei op zondag dat negen personeelsleden waren ontslagen, dat één personeelslid dood was en dat de identiteit van de andere twee personeelsleden nog werd opgehelderd.

Op maandag sloot Oostenrijk zich aan bij 14 andere landen die hun financiering van UNRWA hebben stopgezet als gevolg van de beschuldigingen – Australië, Canada, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, IJsland, Italië, Japan, Nederland, Schotland, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.

“We roepen de UNRWA en de Verenigde Naties op om een uitgebreid, snel en volledig onderzoek uit te voeren naar de beschuldigingen,” aldus een verklaring van het Oostenrijkse ministerie van Buitenlandse Zaken.

Ongeveer 1.200 mensen, voornamelijk burgers, werden gedood bij de terroristische aanval op 7 oktober. Duizenden anderen raakten gewond en 253 mensen werden gegijzeld in de Gazastrook, waar 136 mensen worden vastgehouden door Hamas, van wie van sommigen de dood is bevestigd.

UNRWA onder vuur

Sinds 7 oktober is UNRWA herhaaldelijk onder vuur komen te liggen, wat wetgevers in de Knesset ertoe heeft aangezet om Israëls relatie met de organisatie opnieuw te beoordelen.

Uit rapporten van IMPACT-SE en de niet-gouvernementele organisatie UN Watch blijkt dat UNRWA-medewerkers de aanvallen steunen op sociale media.

Soldaten vonden raketten verborgen onder UNRWA-hulp en zakken met hulpgoederen met UNRWA-etiket werden gevuld met aarde om terreurtunnels van Hamas te bekleden.

De Palestijnen zijn het enige vluchtelingenvolk met een eigen VN-organisatie. Alle andere vluchtelingen in de wereld vallen onder het mandaat van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN. Israëlische functionarissen hebben opgeroepen om de UNRWA te sluiten en de Palestijnse vluchtelingen onder te brengen bij de UNHCR.

Israëls belangrijkste kritiek op de UNRWA is dat deze organisatie, in tegenstelling tot de UNHCR, de vluchtelingenstatus definieert als erfelijk en onafhankelijk van het staatsburgerschap in andere landen, waardoor het aantal Palestijnse vluchtelingen in de loop der tijd toeneemt.