Amerika heeft een probleem door met twee maten te meten als het om Israël gaat. Dat geldt overigens voor bijna de gehele internationale gemeenschap. Maar de Israëli’s verwachten meer van hun naaste bondgenoot.
Een groep die 2.000 Amerikaanse rabbijnen vertegenwoordigt, bekritiseerde vorige week de regering-Biden voor het betreuren van de opkomst van rechts-nationalistische Israëlische politici als Itamar Ben-Gvir.
Zij wezen op de hypocrisie om Ben-Gvir te bekritiseren en te proberen hem uit het Israëlische kabinet te houden, terwijl zij tegelijkertijd hun retoriek richting de leiders van de Palestijnse Autoriteit beperken en aandringen op onderhandelingen met hen.
Eerder deze maand woonde Ben-Gvir een evenement bij ter gelegenheid van de 32e verjaardag van de dood van zijn mentor, Rabbi Meir Kahane.
Kahane was een voorstander van absolute Joodse soevereiniteit in het Beloofde Land, wat ertoe leidde dat zijn politieke partij Kach als racistisch werd beschouwd en uiteindelijk werd verboden.
Israël, Europa en het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken gingen zelfs zover om Kach als een terroristische organisatie te classificeren. Leden van de beweging hebben vernielingen aangericht en bedreigingen geuit aan het adres van Arabieren, maar nooit iemand gedood.
De rabbijnen wezen er deze week op dat Ben-Gvir tijdens de herdenkingsdienst uitdrukkelijk zei dat hij het niet langer eens was met alle standpunten van Kahane.
Maar dat weerhield woordvoerder Ned Price van het ministerie van Buitenlandse Zaken er niet van de aanwezigheid van Ben-Gvir een “verachtelijke” viering van een “terroristische erfenis” te noemen.
En dat is wat de rabbijnen echt boos maakt.
Want het State Department, dat Price nu vertegenwoordigt, is al tientallen jaren de drijvende kracht achter de Amerikaanse betrokkenheid bij de Palestijnse Autoriteit, die slechts een politieke dekmantel is voor de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO), ooit de belangrijkste terroristische organisatie ter wereld.
Zelfs vandaag de dag wordt geen enkele naam, behalve misschien Osama Bin Laden, zo geassocieerd met terrorisme als die van Yasser Arafat, een man met het bloed van vele mensen aan zijn handen.
Maar toen de Palestijnse Autoriteit, nu geregeerd door Arafats protegé Mahmoud Abbas, eerder deze maand de 18e verjaardag van zijn dood herdacht, sprak Price geen woord.
Hoe kunnen de acties van Ben-Gvir een “viering van een terroristische erfenis” zijn, maar die van Abbas niet? Dat vragen de rabbijnen zich af.
De voorzitter van de Rabbinale Kring van het CJV, rabbijn Avrohom Gordimer, schreef op de website van de groep:
“Als het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken echt bezorgd zou zijn over het steunen van terrorisme, zou het zijn betrekkingen met de Palestijnse Autoriteit niet uitbreiden, laat staan geld verstrekken dat indirect leidt tot de financiering van haar beruchte ‘Pay to Slay’ (betalen om te doden)-programma.”
Rabbijn Steven Pruzansky voegde daaraan toe:
“Het komt erop neer dat rabbijn Kahane nooit iemand heeft vermoord, terwijl de Palestijnse Autoriteit, een verzameling van terroristische organisaties, dagelijks aanzet tot en een lofzang houdt op moord, naar het voorbeeld van haar oprichter, Yasser Arafat, die sinds de jaren negentig wordt geadoreerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken.”
“Het ministerie van Buitenlandse Zaken financiert de voortdurende steun van de Palestijnse Autoriteit aan terreur en veroordeelt Ben-Gvir ten onrechte voor het bijwonen van een herdenkingsdienst voor iemand die meer dan dertig jaar geleden stierf. Dit is zowel een schending van de Amerikaanse wet als een schaamteloze dubbele standaard die in tegenspraak is met de verklaringen van het ministerie van Buitenlandse Zaken dat het neutraal en eerlijk is. We kunnen en mogen beter verwachten van de Amerikaanse regering en haar vertegenwoordigers.”
NASA wil eerste ruimtetelescoop van Israël inzetten
Israël roept de VS op tot een “geloofwaardige militaire dreiging” aan het adres van Iran
Afscheiding van Israël – een chronische christelijke stoornis
