Palestijnen tonen geen respect voor Jozua’s altaar

De Palestijnse Autoriteit (PA) heeft stenen van een oud Joods archeologisch monument, het altaar op de berg Ebal, toegeschreven aan Jozua, vergruizeld om er een weg mee te helpen verharden van het Arabische dorp Asira ash-Shamaliya naar de stad Nabloes (Sichem).

Door Redactie Israeltoday.nl |

De Israëlische website N12 heeft dit bekend gemaakt en noemde het een reden tot bezorgdheid. Omdat de site in Zone B ligt in Samaria, heeft het Israëlische burgerlijke bestuur daar geen zeggenschap.

Twee maanden geleden had het Knessetlid Michal Shir (Likoed) een dringende vraag gesteld over het behoud van de site tegen plundering door de PA. Onder­minister Michael Biton van Defensie verzekerde haar, dat het werk was goedgekeurd en er geen schade aan de archeologische site was.

Het betreffende altaar wordt beschreven in het boek Jozua, hoofdstuk 8. Jozua, de leider van de Israëlieten, bouwde het op aanwijzing van Mozes nadat het volk het land was binnengetrokken. De archeoloog Adam Zertal heeft de restanten van het altaar onderzocht, en geconstateerd dat het dateert uit de periode dat Jozua het land binnentrok (de 13e eeuw BCE), en dat er alleen koshere dieren op zijn geofferd. We schreven eerder over dit altaar, dat de PA tot Palestijns historisch erfgoed wil verklaren.

De NGO Shomrim Al Hanetzach (Het Eeuwige Bewaren) ontdekte echter een video op de Facebook pagina van het dorp Asira ash-Shamaliya, waarop te zien is dat de PA er in de afgelopen weken flink aan het werk is geweest en aanzienlijke schade heeft aangericht. Een deel van de oude stenen muur rond de plaats is afge­broken en zijn stenen zijn vergruizeld als onder­grond voor het verharden van een weg.

Guy Derech, directeur van Shomrim Al Hanetzach, noemt het altaar ‘een van de belangrijkste sites in ons land en van bijzonder belang voor het erfgoed van het Joodse volk.’. Hij noemt het vergruizelen van cultureel bezit van duizenden jaren oud een extreem onaanvaardbare daad.

‘De Palestijnse Autoriteit gebruikt zijn macht om archeologische sites te beschadigen, en israël steekt geen vinger uit om zijn nationale en werelderfgoed te beschermen. Wij roepen de premier en de ministers op om hun hoofd niet langer in het zand te steken en in actie te komen voordat er hier geen erfgoed meer over is’, vervolgde hij.

Yossi Dagan, hoofd van de Regionale Raad van Samaria, riep de IDF op om meteen in actie te komen om een einde te maken aan de vernielingen. ‘Dit is een directe en ongelukkige voortzetting van de minachting van alle betrokkenen wat betreft de historische plaatsen van het Joodse volk en de Staat Israël.’

De Palestijnse Autoriteit heeft een geschiedenis van het vernietigen van Joodse archeologische vindplaatsen in een poging om de Joodse banden met het land uit te wissen. De Palestijnse Autoriteit zet een ’traditie’ voort die begonnen is door Jordanië, dat Joodse sites vernietigde en grafstenen gebruikte voor de aanleg van wegen en openbare toiletten, toen het tussen 1948 en 1967 Judea en Samaria en een deel van Jeruzalem bestuurde.

Het herstellen van een muur rond het altaar. (Foto: Regionale Raad van Samaria).

De Regionale Raad van Samaria heeft op 11 februari ongeveer 35 meter van de westelijke muur rond het altaar laten herstellen door 30 man van een aannemers en deskundigen op het gebied van restauraties. Hierbij werden stenen uit het gebied gebruikt. Het was niet mogelijk de noordelijke muur van 20 meter te herstellen. Hiervoor is meer tijd en een grondig archeologisch onderzoek nodig.

De Israëlische politicus Naftali Bennett (Yamina) bezocht de vernielde archeologische site en noemt in de videoboodschap de vernielingen ‘ongelofelijk. Dit is een barbaarse daad zoals ze alleen horen van ISIS en radicale islamisten die historische plaatsen van andere volken willen wegnemen’.

Bronnen: WIN, UwI, INN, INN, INN.

Wilt u meer nieuws ontvangen over Israël? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuws­brief.