
De regering van premier Benjamin Netanyahu moet voor het einde van de maand de nationale begroting goedkeuren, anders wordt de Knesset automatisch ontbonden. Het probleem is dat zij niet over de middelen beschikt om aan sommige van haar begrotingsverplichtingen volgens de coalitieakkoorden te voldoen. En dus wil de regering nu een soort herverdeling van de rijkdom invoeren.
Er is namelijk niet genoeg geld over om te investeren in armere, zich ontwikkelende gemeenschappen.
Het plan dat ze hebben bedacht is een zogenaamd “Arnona Fonds” – Arnona is de gemeentelijke onroerendgoedbelasting. Gemeenten bepalen en beheren de arnona om lokale diensten te verlenen, zoals vuilnisophaling en landschapsonderhoud, en om lokale scholen te onderhouden en te financieren.
Het plan van de regering is dat rijkere gemeenten een bepaald percentage van de arnona opzij zetten voor dit nieuwe fonds, dat vervolgens wordt verdeeld onder armere gemeenten. Het idee van herverdeling van rijkdom is niet populair bij de Israëli’s. Maar wat de mensen echt van streek maakt, is dat veel van de gemeenten die van de regeling zouden profiteren ultraorthodoxe steden en nederzettingen zijn, waar het inkomensniveau zo laag is omdat de meeste mannelijke inwoners naar een yeshiva (bijbelschool) gaan en niet werken.
Als reactie op deze maatregel kondigden veel Israëlische gemeenschappen maandag een grootschalige staking aan, die onder meer leidde tot de sluiting van plaatselijke scholen, tot groot verdriet van veel ouders.
Minister van Financiën Bezalel Smotrich gaf als tegenzet dat de regering veel geld heeft gepompt in de aanleg van een lightrailsysteem voor Tel Aviv, belastingen die zowel van de rijken als van de armen komen. Als de rijkste grote gemeente van Israël ziet hij daarom geen reden waarom Tel Aviv en andere rijkere gemeenten niet iets terug zouden geven.