De toespraak van EU-Commissievoorzitter Ursula von der Leyen in het Parlement in Straatsburg heeft in Israël een storm van verontwaardiging veroorzaakt. Von der Leyen kondigde aan dat de EU alle bilaterale betalingen aan Israël voorlopig zal bevriezen. Ze beschuldigde Jeruzalem van een “door de mens veroorzaakte hongersnood” in de Gazastrook en verklaarde het optreden van het Israëlische leger “onaanvaardbaar”. Hoewel ze benadrukte dat projecten van het Israëlische maatschappelijk middenveld en instellingen zoals Yad Vashem niet zouden worden getroffen, was de boodschap duidelijk: Europa wil Israël onder druk zetten.
De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Gideon Sa’ar reageerde fel. In een bericht op X beschuldigde hij Von der Leyen ervan de “valse propaganda van Hamas en haar partners” te hebben overgenomen. Europa zou een signaal afgeven dat niet de vrede bevordert, maar de terroristen sterker maakt. “Zo ga je niet om met partners”, verklaarde Sa’ar. Wie echt een einde aan de oorlog wil maken, moet de gijzelaars vrijlaten, Hamas ontwapenen en een nieuw perspectief voor Gaza creëren – en niet Israël verzwakken.
Maar ook binnen Europa heerst er geen eensgezindheid. Al tijdens de informele bijeenkomst van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken eind augustus in Kopenhagen kwamen diepe kloven aan het licht. De Estse buitenlandpolitica Kaja Kallas, die fungeert als EU-vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken, verklaarde weliswaar dat alle opties op tafel liggen, maar dat niet alle lidstaten bereid zijn sancties te steunen. Er werd “goed gediscussieerd”, maar een gezamenlijk besluit bleef uit. Terwijl landen als Ierland en Spanje aandringen op harde maatregelen, blokkeren Oost-Europese landen een dergelijke lijn.
Het debat wordt bovendien aangewakkerd door scherpe woorden uit Brussel zelf. Von der Leyens plaatsvervanger, Teresa Ribera, verklaarde enkele weken geleden dat de oorlog in Gaza “sterk op genocide lijkt”. Ze verweet haar eigen baas dat ze niet krachtig genoeg optrad tegen Israël en waarschuwde dat de geschiedenis “niet zal wegkijken”. Het is tot nu toe het duidelijkste signaal van een verdeeldheid binnen de Commissie.
Ook de reacties na de recente terreuraanslagen in Israël versterken deze indruk. Na de terroristische aanslag in Jeruzalem, waarbij zes Joodse Israëli’s werden vermoord, veroordeelde de EU de aanslag weliswaar. Maar woordvoerder Anouar El Anouni voegde er in één adem aan toe dat men “elk verlies van mensenlevens” veroordeelde en riep opnieuw op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren. In Israël wordt deze gelijkstelling gezien als een gevaarlijke relativering van terreur en verdediging.
Daardoor groeit in Jeruzalem de bezorgdheid dat Europa met zijn koers uiteindelijk Hamas en de radicale krachten in de regio versterkt. Von der Leyen mag dan wel de ambitie hebben om de morele stem van Europa te laten horen, maar vanuit Israëlisch perspectief dreigt ze daarmee de realiteit in het Midden-Oosten te negeren – en het vertrouwen tussen Europa en Israël op het spel te zetten.
Zie: “Tschüss Europa”