De IPU is de wereldwijde organisatie van nationale parlementen, met 179 parlementsleden en 13 geassocieerde leden. Dichter, hoofd van de delegatie van de Knesset bij de IPU, riep de Unie op om de overdracht van salarissen door de Palestijnse Autoriteit (PA) aan terroristen die in Israël gevangen zitten en aan hun families, te veroordelen. Israël beschouwt dit beleid als het aanzetten tot terrorisme door de PA.
In reactie daarop kondigde al-Ahmad aan dat de PA ‘voor de gevangenen zal blijven zorgen. Ze zijn geen terroristen’ en beweerde dat aarts-terrorist Marwan Barghouti ‘geen terrorist is’. Dichter antwoordde door erop te wijzen dat Barghouti vijf levenslange gevangenisstraffen uitzit voor de moord op Israëli’s. ‘Dit is een moordenaar en geen man van vrede. Verder dan dat, als dit het beeld is van de Palestijnen over degenen die tientallen kinderen en bejaarden hebben vermoord, dan zitten we in de problemen,’ voegde hij eraan toe.
Al-Ahmad beweerde dat de PA het terrorisme bestrijdt. Maar Dichter, voormalig hoofd van de Shin Bet veiligheidsdienst, antwoordde dat ‘in alle jaren van het bestaan van de Palestijnse Autoriteit er geen enkel geval is geweest waarin een terrorist die Israëli’s vermoordde, door de PA werd ondervraagd en vervolgd of veroordeeld tot gevangenisstraf, en in een Palestijnse gevangenis zit. Zo bestrijden we het terrorisme niet.’
Azzam riep op tot beëindiging van de ‘Israëlische bezetting’ en verklaarde dat Jeruzalem ‘de hoofdstad van Palestina is.’ Hij merkte echter op dat Israël en de Palestijnen vreedzaam naast elkaar moeten leven, maar zonder de bemiddeling en sponsoring van de VS. Dichter vroeg zich af ‘leven we in dezelfde regio? Het is moeilijk om samen te werken met degenen die een maandsalaris van 3.500 euro betalen aan veroordeelde moordenaars.’
Dichter wendde zich tot het Franse parlementslid Hubert Julien-Laferrière, die deelnam aan het debat, en vroeg zich af: ‘wat zou Frankrijk hebben gedaan als was gebleken dat ‘Carlos de Jakhals’, de beroemde aarts-terrorist in een Franse gevangenis, een salaris kreeg van de Palestijnse Autoriteit voor het feit dat hij een terrorist was?’ Dichter benadrukte verder dat Israël niet zou toestaan dat de Gazastrook ‘een tweede Libanon’ zou worden met de steun van Iran om de raketcapaciteiten van Hamas te verbeteren.
De vertegenwoordiger van Somalië in de commissie, Ali Ahmad Jama, sprak zijn steun uit voor de verklaring van de vertegenwoordiger van de PA en zei dat ‘de angst voor Iran de voortzetting van de bezetting niet kan rechtvaardigen. Israël handelt in strijd met de VN-resoluties en het internationaal recht.’ In antwoord daarop bespotte Dichter de verklaring van de Somaliërs door te vragen om ‘meer te horen over de oorlog tegen het terrorisme van landen als Somalië, dat is overgenomen door de aan Al Qaida gekoppelde terroristische organisatie al-Shabaab.’
Dichter zei tegen de voorzitster van de commissie, Salma Ataullahjan uit Canada, dat ‘het onmogelijk is dat er in een forum over het Midden-Oosten geen discussie is over Iran, de terroristische Staat die verantwoordelijk is voor de instabiliteit in de regio. Iran investeert, parallel aan de ontwikkeling van kernwapens, middelen in vijf terroristische organisaties zoals Hamas en de jihad in Gaza en Hezbollah in Libanon.’
Verrassend genoeg steunde de Somalische vertegenwoordiger het voorstel van Dichter.
Wilt u meer nieuws ontvangen over Israël? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.