Immigratie bemoeilijkt voor Joden met psychiatrisch verleden

 

Door Joshua Pex |

Het Israëlische Ministerie van Binnenlandse Zaken, de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor immigratie naar Israël, heeft de wettelijke bevoegdheid om aliya (immigratie) – aanvragen te aanvaarden of af te wijzen. De laatste jaren wordt deze bevoegdheid steeds meer gebruikt om aanvragen, in het kader van de ‘wet op de terugkeer’, van personen met een psychiatrisch verleden af te wijzen of te negeren.

Aliyah-kandidaten uit Noord-Amerika en andere landen beginnen het aliyah-proces gewoonlijk met een vertegenwoordiger van het Joods Agentschap, in Hebreeuws Nefesh b’Nefesh, een organisatie die speciaal voor dit doel is opgericht. Bij het invullen van de formulieren, nodig om het aliyah-proces te beginnen, bijvoorbeeld het formulier van het Joods Agentschap voor Israël, wordt aanvragers gevraagd naar hun psychische verleden. Er wordt gevraagd of zij in het verleden hebben geworsteld met geestelijke gezondheidsproblemen, zoals bijvoorbeeld depressies, schizofrenie, enz. Van degenen die met dergelijke problemen te kampen hebben gehad, kan de aanvraag worden afgewezen of zelfs helemaal worden genegeerd.

Het ongemak en de onbillijkheid van deze verplichte verklaring, blijkt een groot probleem te vormen voor mensen die willen emigreren. Jongeren uit de VS, die de afgelopen jaren hebben geprobeerd aliyah te maken en met de aanvraagprocedure zijn begonnen, wordt gevraagd naar Israël te komen om de procedure af te ronden, als zij aangeven dat zij in het verleden geestelijke gezondheidsproblemen hebben gehad, zelfs als die minder ernstig waren.

Organisaties zoals Nefesh b’Nefesh worden verondersteld het aliyah-proces te ondersteunen en te vergemakkelijken, maar zodra de vroegere psychische problemen van de aanvrager bekend worden, wordt de aanvraag bevroren. Zij krijgen te horen dat alleen het Ministerie van Binnenlandse Zaken hierover kan beslissen, en dat Nefesh b’Nefesh derhalve niet langer de verantwoordelijkheid voor de zaak op zich kan nemen.

Wanneer zij vervolgens Israël binnengekomen zijn en proberen te onderhandelen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken, stuiten deze aanvragers op veel problemen, zoals de eis een brief van een Israëlische psychiater te kunnen overleggen, waarin wordt bevestigd dat men geestelijk gezond is. U kunt zich voorstellen hoe moeilijk deze eis is, en hoeveel frustratie deze situatie veroorzaakt.

Rechtsgrond – Wet op de Terugkeer
De Wet op de Terugkeer (1950) bepaalt dat alle Joden of nakomelingen van Joden het recht hebben om naar Israël te emigreren, vooral om een toevluchtsoord en veiligheid te kunnen vinden na de Holocaust. De wet benadrukt dat de Israëlische regering de beslissing neemt wie aliyah mag maken, op basis van het fundamentele beginsel dat iemand die een gevaar vormt voor de samenleving, niet in de Israëlische samenleving mag worden opgenomen.

Dit wordt duidelijk gemaakt in afdeling 2 van de wet, waarin staat dat het ministerie van Binnenlandse Zaken kan besluiten geen immigratievisum af te geven, wanneer er reden is om aan te nemen dat ‘de aanvrager de volksgezondheid of de veiligheid van de staat in gevaar kan brengen’.

In de regel is dit beginsel toegepast om aliyah te weigeren aan mensen met een criminele achtergrond, die een gevaar voor de Israëlische samenleving zouden kunnen vormen. Helaas wordt deze stellingname ook steeds meer toegepast op mensen met een
verleden van geestesziekte, die als een gevaar voor de bevolking worden beschouwd en daarom geen toestemming krijgen om aliyah te maken.

De argumenten tegen de weigering van deze aliyah-aanvragers
Weigering van aliyah op grond van een geestesziekte alleen is juridisch nauwelijks houdbaar, en het argument van de Staat dat er een ‘publiek gevaar’ aanwezig is, is om een aantal redenen onbevredigend.

– Ten eerste wordt in artikel 2, onder lid b, punt 2 van de wet op de terugkeer een situatie beschreven, waarin iemand een erg besmettelijke ziekte heeft en binnenkomst in Israël een bedreiging voor de volksgezondheid zou vormen en mogelijk tot een epidemie zou leiden. Het is duidelijk dat personen met een gecompliceerde psychiatrische voorgeschiedenis niet op deze wijze een bedreiging voor het openbare leven vormen, zoals dat met personen met een besmettelijke ziekte het geval is.

– Ten tweede werd de wet op de terugkeer ingevoerd om alle Joden een toevluchtsoord te bieden, ook de kinderen en kleinkinderen van Joden. Als gevolg van het trauma dat het Joodse volk heeft opgelopen, met name door de Holocaust, is het aannemelijk dat veel van de nieuwe immigranten lijden aan een verscheidenheid van psychische stoornissen, zoals posttraumatische angst als gevolg van de vervolgingen die zij hebben doorstaan. Deze groep het recht op aliyah en een veilig toevluchtsoord in Israël te ontzeggen is daarom ondenkbaar.

– Ten derde is het bewustwordings-proces, de behandeling, de medicatie en de aanvaarding van geestesziekten de laatste jaren toegenomen, hoewel het stigma nog sterk aanwezig is, vooral bij de Israëlische Immigratiedienst. Immigratie naar Israël wordt iemand niet geweigerd op grond van een lichamelijke ziekte, maar aanvragen van mensen met geestelijke gezondheidsproblemen worden veelal genegeerd en afgewezen.
Het huidige systeem is overduidelijk niet rechtvaardig. Mensen die in het verleden te maken hadden met een psychische ziekte moeten op dezelfde manier worden behandeld als mensen zonder psychische ziekte.

Wat kan er gedaan worden?
In de afgelopen jaren heeft ons advocatenkantoor dit onrecht bestreden, door de zaken van onze cliënten voor de rechter te brengen met de eis hen het recht op aliyah toe te staan, ondanks hun psychiatrische verleden. Mensen het recht ontzeggen om terug te keren naar hun land van herkomst, enkel en alleen vanwege hun psychiatrisch verleden is onrechtvaardig en niet legaal.

Wij werken onder meer samen met Israëlische NGO’s om het systeem in zijn geheel te verbeteren, en een verandering te bewerkstelligen in de interpretatie van de wet en de immigratievoorschriften.

Advocaat Joshua Pex is partner bij het advocatenkantoor Cohen, Decker, Pex & Brosh en levert regelmatig bijdragen aan Israel Today