
Afbeelding: Premier Netanyahu en toenmalig minister van Onderwijs Naftali Bennett waren in 2016 samen presentator van de jaarlijkse Bijbelquiz. (Foto: Shlomi Cohen/Flash90)
Israël probeert nog steeds te bevatten dat Naftali Bennett Benjamin Netanyahu heeft vervangen, en dat de laatste niet langer premier is na meer dan 15 jaar op de bestuurderszetel te hebben gezeten, het langste van alle Israëlische premiers. We houden nog steeds onze adem in, want Bibi leek onoverwinnelijk. En niet eerder had de ongeveer 51% van de bevolking, die een verandering wilde, een zucht van verlichting geslaakt, of sommigen begonnen zich af te vragen wat ze hadden gedaan.
Spelen in de ‘grote wedstrijden’ tegen Poetin en Iran en zelfs Biden is geen grapje; en Bibi was zeker een veteraan op het wereldtoneel. En sommige Israëli’s waarderen het niet, dat Bennett elke burger probeert te dwingen het Pfizer-vaccin te nemen.
Dat brengt me tot mijn punt: de regeerder van een natie zijn is moeilijk. Er zijn veel manieren om in deze baan te falen, en het Torah gedeelte van deze week in Deuteronomium 17 noemt er verschillende:
- Trots door militaire macht (‘Maar [de koning] mag voor zichzelf niet veel paarden aanschaffen.’)
- Moreel falen op het gebied van seksualiteit (‘Ook mag hij voor zichzelf niet veel vrouwen nemen’)
- Verlangen naar te veel geld (‘Hij mag voor zichzelf ook niet al te veel zilver en goud nemen.’)
Iemand noemde het ‘glory, girls and gold.‘ De Torah signaleerde deze drie centrale poorten naar corruptie van het leiderschap al meer dan 3.500 jaar geleden.
Als een gelovige Joodse man kent Bennett dit gedeelte van de Torah waarschijnlijk, en we hopen dat hij op deze drie gebieden op zijn hoede is. Maar als de pas gekroonde ‘koning’ van Israël heeft hij het waarschijnlijk te druk om zijn eigen exemplaar van de Torah met de hand over te (laten) schrijven, zoals bevolen in Deuteronomium 17:18. Wat is een betere manier om Gods instructies te verinnerlijken dan ze vers voor vers op te schrijven! Misschien kunnen we Bennett’s persoonlijke assistent dit in zijn ‘To Do’ lijst laten zetten.
Honderden jaren na Mozes’ passage over koningen, beschrijft 1 Samuël 8, dat het volk eindelijk zijn stem liet horen en een koning eiste, zoals alle volken om hen heen. Samuël realiseerde zich wat een problematische stap dat zou zijn, en zijn vrees voor de menselijke natuur werd onmiddellijk bevestigd in de levens van Saul, David en Salomo. Gedurende de regering van de enige drie Bijbelse koningen die over geheel Israël regeerden, waren de aangeboren neigingen tot corruptie en mislukking al duidelijk in overvloed aanwezig.
De ‘roem’ steeg koning Saul naar het hoofd, en hij negeerde de instructies van Samuël (1 Sam 15:17).
‘Meisjes’ stegen naar het hoofd van koning David en hij pleegde overspel.
Koning Salomo, ondanks een goede start, faalde al snel op verschillende fronten.
In een intrigerende passage gaf God de Babylonische koning Nebukadnezar een kans om zijn falen op het gebied van trots van macht en glorie te herstellen. Hij werd voor zeven jaar teruggebracht tot een dierlijke toestand totdat hij kon ‘…erkennen dat de Allerhoogste soeverein is…’ (Daniël 4:32), waarna hij een kans kreeg om opnieuw te regeren na te zijn vernederd.
Israël zou er goed aan doen om te wensen, er voor te bidden, en leiders te kiezen die nederig zullen zijn, trouw in het huwelijk en bescheiden in hun financiële aspiraties. Laten Bennett, Lapid en Netanyahu hier nota van nemen.
Uit het Torah-gedeelte ‘Shoftim’ (Rechters), Deuteronomium hoofdstuk 17 (HSV):
14 Wanneer u in het land komt dat de HEERE, uw God, u geeft, en u dat in bezit neemt en erin woont, en u dan zegt: Ik wil een koning over mij aanstellen, zoals al de volken die rondom mij zijn, 15 dan moet u voorzeker hem tot koning over u aanstellen die de HEERE, uw God, verkiezen zal. Uit het midden van uw broeders moet u een koning over u aanstellen; u mag geen buitenlander over u zetten, die uw broeder niet is.
16 Maar hij mag voor zichzelf niet veel paarden aanschaffen en het volk niet laten terugkeren naar Egypte om veel paarden aan te schaffen, omdat de HEERE tegen u gezegd heeft: U mag nooit meer langs deze weg terugkeren. 17 Ook mag hij voor zichzelf niet veel vrouwen nemen, anders zal zijn hart afwijken. Hij mag voor zichzelf ook niet al te veel zilver en goud nemen.
18 Verder moet het zó zijn, als hij op de troon van zijn koninkrijk zit, dat hij voor zichzelf op een boekrol een afschrift van deze wet schrijft, vanuit de rol die onder het toezicht van de Levitische priesters is. 19 Dat moet bij hem zijn en hij moet er alle dagen van zijn leven in lezen om de HEERE, zijn God, te leren vrezen en om alle woorden van deze wet en deze verordeningen in acht te nemen door ze te houden, 20 opdat zijn hart zich niet verheft boven zijn broeders, opdat hij niet afwijkt van het gebod, naar rechts of naar links en opdat hij zijn dagen verlengt in zijn koninkrijk, hij en zijn zonen, te midden van Israël.
Wilt u meer nieuws over Israël ontvangen? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.