Een nieuw Midden-Oosten lijkt in opkomst

Prins Bandar bin Sultan, de voormalige ambas­sadeur van Saoedi-Arabië in de Verenigde Staten, heeft in een interview zijn minachting uitgesproken over het gedrag van een corrupt Palestijns leiderschap, dat zich vastklampt aan het mislukte beleid uit het verleden.

Door Jason Silverman |

Het exclusieve interview, dat werd uitgezonden door de Saoedische televisiezender Al Arabiya, bestond uit drie delen en was rechtstreeks gericht tot de bevolking van Saoedi-Arabië. Elk 30 minuten durend deel van het interview van de voormalige ambassadeur raakte een ander aspect van de Saoedische betrekkingen met het Palestijnse leiderschap en zijn nationale zaak, van 1939 tot aan de Camp David-akkoorden in 2000.

Het eerste deel opent met een harde kritiek op de huidige Palestijnse leiders na hun eigen verbale aanvallen op de leiders van Saudi-Arabië, die de Palestijnen beschuldigen van verraad aan de Arabische wereld in het algemeen, en aan de Palestijnse zaak in het bijzonder, en over de steun van Riyad voor de recente overeenkomsten tot normalisering met Israël.

Bin Sultan noemt de beschuldigingen een ‘overtreding tegen de leiding van de Golf’, en legt uit dat het Saudische volk moet horen over de decennialange onwrikbare steun die Saudi-Arabië verleent aan de Palestijnse zaak. Hij vervolgt dat de Saudische burgers de waarheid moeten kennen en niet voor de gek moeten worden gehouden door de leugens van degenen (de Palestijnse leiding) die door de geschiedenis heen hebben bewezen dat ze niet te vertrouwen zijn.

De timing van zo’n schaamteloze boodschap van de monarchie aan haar burgers is duidelijk strategisch. Hoewel de gewaagde beweringen van de Palestijnse leiders, dat een van de meest invloedrijke Arabische mogendheden hun volk heeft verraden, ongetwijfeld beledigend zijn, is het waarschijnlijk dat de Saoedische leiders de harten en de geesten van hun bevolking wilden winnen voor de steun aan twee dingen:
1. De recente normalisatie-overeen­komsten tussen Israël en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Bahrein.
2. Het is mogelijk dat dit een eerste poging is om de basis te leggen voor een mogelijke toekom­stige vredes­overeen­komst tussen Saudi-Arabië en Israël

Het is ook belangrijk om de rust binnen het koninkrijk te bewaren. Het feit dat Arabische regimes vrede sluiten en hun betrekkingen met Israël normaliseren, betekent niet dat de bevolking het hiermee eens.

Na tientallen jaren van indoctrinatie van haat tegen Israël, zijn veel Arabieren niet klaar voor een normalisering met Israël, ook al zijn hun leiders dat wel. (Foto: Abed Rahim Khatib/Flash90)

Een nalatenschap van fouten

In deel één van het interview kiest bin Sultan zijn woorden met grote precisie. Hij neemt het Palestijnse leiderschap op de korrel, door hen de schuld te geven van de pijn die het Palestijnse volk zichzelf heeft aangedaan door hun chronische fouten. Tegelijkertijd spreekt hij het Palestijnse volk met waardigheid en respect toe, waarbij hij hen verzekert dat Saoedi-Arabië altijd heeft gepleit voor hun zaak, zelfs in de moeilijkste tijden.

‘De Palestijnse zaak is een rechtvaardige zaak, maar zijn pleitbezorgers zijn mislukkingen,’ zei de voormalige ambassadeur van Saoedi-Arabië. Terwijl hij beschuldigingen afwijst dat hij in de gunst wil komen bij de Joodse Staat, verduidelijkt bin Sultan zijn zeer realistische standpunt ten opzichte van Israël, waarbij hij benadrukt dat ‘de Israëlische zaak onrechtvaardig is, maar zijn verdedigers hebben bewezen succesvol te zijn’.

Hij introduceert een tweevoudig terugkerend thema dat hij in het drieledige interview steeds weer aan de orde stelt. In elk vermelde historische gebeurtenis beschrijft hij een frustrerend patroon, waarin de leiders van de Palestijnse nationale zaak voortdurend op de verlie­zende kant van de geschiedenis hebben ingezet. Bovendien is er een tendens geweest, zegt hij, om een overeenkomst af te wijzen en pas later, wanneer de overeen­komst niet meer op tafel ligt, dezelfde principes te accepteren.

Bin Sultan noemt twee pijnlijke voorbeelden die de Palestijnen zijn gaan achtervolgen. Het eerste is een voorbeeld, waarop veel voorstanders van Israël wijzen bij een discussie over de geschiedenis van de Palestijnse nationale beweging tijdens de Britse Mandaatperiode, toen het hoofd van de Palestijnse beweging in de jaren dertig van de vorige eeuw, Haj Amin al-Husseini, wedde op de nazi’s en hen steunde in hun strijd tegen de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De Palestijnse leider Haj Amin al-Husseini ontmoet Adolf Hitler in 1941 in Berlijn. (Foto: Publiek domein)

Een ander voorbeeld heeft blijkbaar een litteken achtergelaten op het collectieve geheugen van Saoedi-Arabië. In 1990 steunde Yasser Arafat, lange tijd voorzitter van de Palestijnse Bevrijdings­organisatie (PLO), Saddam Hoessein nadat hij Koeweit met geweld had bezet, waardoor hij een ander standpunt innam dan het grootste deel van de Arabische wereld in die tijd. Tijdens dit conflict, merkt prins Bandar op, was het de eerste keer dat Saoedi-Arabië direct werd aangevallen met raketten. Hij zegt dat hij de beelden van jonge Palestijnen in Nablus niet mag vergeten, terwijl zij met een foto van Saddam Hoessein zwaaien.

De Palestijnen schoffeerden de rest van de Arabische wereld door Saddam Hoessein en zijn invasie in Koeweit openlijk te steunen. (Foto: Najeh Hashlamoun/Flash 90)

Maar een groot deel van de frustratie van de prins lijkt voort te komen uit, zoals hij het beschrijft, de vicieuze cirkel van het voort­durend afwijzen van vredes­voor­stellen en vervolgens het accepteren van hun principes op een later tijdstip, wanneer het aanbod niet meer op tafel ligt. Het was VN-resolutie 181 (het Verdelingsplan) die resoluut werd verworpen door de Palestijnen, een afwijzing die door de Saudi’s werd gesteund. Deze principes zouden later worden aanvaard in de vorm van de zogenaamde tweestatenoplossing.

Op een gegeven moment lijkt bin Sultan zelfs de toenmalige zionistische beweging te vergelijken met de huidige Palestijnen, wanneer hij zegt dat de Joden ook binnen hun nationale beweging twee verdeelde kampen hadden (duidelijk een parallel met de Palestijnse verdeling tussen Hamas in de Gazastrook en Fatach op de Westelijke Jordaanoever). Het ene Joodse kamp wilde het verdelingsplan verwerpen en doorgaan met geweld, en het andere wilde de pragmatische weg inslaan en nemen wat ze konden krijgen, wat een kleine, maar niettemin onafhankelijke natiestaat was, die de VN erkende. Anders dan bij de Palestijnen wonnen de pragmatici het bij de Joden.

Hoewel hij geen aanhanger is van de zionistische beweging, respecteert de Saoedische prins het pragmatisme van de vroege zionistische leiders. Afbeelding: het uitroepen van de Staat Israël door David ben Goerion. (Foto: Hans Pin/GPO)

Geen zionist

We moeten niet te snel conclusies trekken en de voormalige ambassadeur van Saoedi-Arabië als de nieuwste aanwinst zien voor toekomstige Hasbara (pleitbezorger van Israël) campagnes. Hij heeft niet nagelaten om zowel de ideologische standpunten van zijn land ten aanzien van het zionisme als de geschiedenis van Israël te verwoorden. Zoals eerder opgemerkt, stelt hij duidelijk dat de zionistische zaak in zijn ogen onrechtvaardig is, terwijl de Palestijnse zaak rechtvaardig is. Bovendien noemt hij de zionistische paramilitaire groepe­ringen van voor 1948 terroristen, terwijl de Palestijnse gewapende groepe­ringen als vrijheids­strijders worden bestempeld. Hij spreekt met trots over de geschiedenis van de militaire steun van zijn natie aan de Palestijnen en herinnert eraan dat Saoedi-Arabië deelnam aan elke oorlog die voor Palestina werd gevochten.

Tegelijkertijd benoemt bin Sultan het zeer realistische geopolitieke wereldbeeld van Saoedi-Arabië uit. Hij prijst Israël, en zegt dat terwijl de Arabieren onderling ruzie maakten – met zijn woorden, verdeeldheid zaaiden die vaak werd geleid door de Palestijnen – de Israëli’s zich vaak op zichzelf richtten, waardoor hun natie en hun leger werden versterkt. ‘Dit is de realiteit,’ zegt hij.

Benjamin Netanyahu heeft lang benadrukt, dat het sterk maken van Israël de sleutel was tot vrede met de Arabische wereld. (Foto: Yonatan Sindel/Flash90)

Palestijnse mislukkingen komen als boemerang terug

Dit is een ongekend interview, gegeven door een hoge Saoedische ambtenaar. Het komt zelden voor, dat zo’n hoge ambtenaar van een grote Arabische macht in het openbaar Palestijnse leiders ‘leugenaars’ en ‘bedriegers’ noemt. Hij deelde zelfs met satirische minachting een stoot naar hen uit met de woorden: ‘Het grijze haar dat ik heb, komt door hen en hun gemiste kansen.’

Dit is weer een ongelukkige wending voor de Pales­tijnen. We hebben het hoogtepunt bereikt van de verschuiving in de Arabische politiek die de Palestijnse nationale zaak op een laag pitje zet. De Saudi’s lijken genoeg te hebben van wat zij zien als een corrupt, ondankbaar Palestijns leiderschap. De Koran citerend, zegt Bin Sultan: ‘Inderdaad, Allah zal de toestand van een volk niet veranderen totdat ze veranderen wat er in henzelf is’.

Het lijkt erop, dat totdat er nieuw Palestijns leiderschap is gekomen, de rest van de Arabische wereld verder gaat en zich richt op hun primaire nationale belangen. In het interview merkt bin Sultan op dat de Palestijnen zich hebben aangesloten bij nieuwe bondgenoten – Iran, Turkije en Hezbollah. Hij betreurt dat al deze landen de Palestijnen als vazalstaat gebruiken om hun eigen belangen te behartigen.

Er is een nieuw tijdperk aangebroken in het Midden-Oosten. Ontmoedigd door de Palestijnse hardnekkigheid en op zijn hoede voor een steeds verder oprukkend Iran, zullen de betrekkingen tussen de Arabische wereld en Israël blijven ontdooien.

Het volledige interview van Prins Bandar bin Sultan, Arabisch gesproken en Engels ondertiteld, is te zien op de volgende links:
Deel 1, Prins Bandar bin Sultan over Israël, Palestina en Washington,
Deel 2, Prins Bandar bin Sultan over Yasser Arafat‘s mislukte Palestinadeals,
Deel 3, Prins Bandar bin Sultan over steun aan Palestina maar niet aan zijn leiders.

Wilt u meer nieuws over Israël ontvangen? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuws­brief.