Druzen en het zionisme

De voormalige Israëlische minister van Defensie, Moshe Arens, schreef in zijn memoires: ‘Ik ben altijd onder de indruk geweest van de loyaliteit van de Israëlische Druzen gemeenschap aan de Staat Israël en de wijze waarop hun zonen dienen in het leger.’

Door Rachel Avraham |

Afbeelding: Druzen zijn niet bang en spreken Arabisch. Daarom worden ze vaak in de Oude Stad van Jeruzalem ingezet om de orde te bewaren. (Foto: Jamal Awad/Flash90)

Momenteel bekleden Druzen officiersposten in de hoogste rangen van de IDF (het Israëlische leger) en de meeste Druzische Israëli’s stemmen op zionistische partijen.

De Joods-Druzische samenwerking gaat ver terug in de geschiedenis. Nawaf Azam is een gepensi­oneerde officier en adjunct-directeur van het Universal Peace Center. Hij zegt: ‘De meerderheid van de Druzen beschouwt zichzelf als een integraal onderdeel van de Israëlische samenleving. Onze betrek­kingen gaan terug tot Mozes’ schoon­vader Jetro, en dankzij de zionistische beweging werd de draad weer opgepakt. In 1948 verde­dig­den wij de nieuw opgerichte Staat.’

Toen de Druz Ayoob Kara minister van Communicatie was, hadden wij een interview met hem waarin hij ons eraan herinnerde dat de Druzen al in 1913 met de zionistische beweging samenwerkten. Indertijd hadden Druzen met name te lijden onder de Otto­maanse over­heersing: ‘De Turken hebben honderden autonome Druzen­dorpen van Ashkelon tot Libanon ver­nietigd. Vandaag zijn er nog maar 145.000 Druzen in Israël over. Ze wonen hoofd­za­kelijk in het Karmel­gebergte, Galilea en de Golan hoogvlakte. In het zuiden wonen helemaal geen Druzen meer. De Otto­manen hebben die gebieden etnisch gezuiverd. Wij Druzen praten daar liever niet over.’

Druzen kregen veel leed te verduren vanwege hun steun aan Israël. De auteur Randall Geller schreef daarover: ‘In novem­ber 1938 vermoordden moslim­rebellen Druzen in Usfiya en werden Druzen aan­gevallen in Abu Snan, Yirka en Yanuh. De beruchte bende van Abu Durras voerde aan­vallen uit op Druzen in Daliyat al Carmel. Overal waar de Turken kwamen werden de heilige boeken van de Druzen ontwijd.’

Rafik Halabi, een Druzische journalist uit Daliyat Al Carmel, vertelt: ‘Toen de Druzen van Carmel weigerden om geld aan de moslimrebellen te geven, groeide de vijandigheid tot een dieptepunt.’ Volgens Kara doodden de rebellen in 1948 zeventien Druzen op één dag: ‘Het betekende een groot verlies voor de kleine gemeen­schap.

Tijdens Israëlische oorlogen en acties om Israël te verdedigen, kwamen 434 Druzen om het leven, waaronder enkele Druzische generaals. (…)
Raed Nasir Din, een inwoner van Dali-yat Al Carmel, zit in een rolstoel en vertegen­woordigt gehan­di­capte militairen. ‘Ik zat in het leger in de Givati-brigade. Ik heb vrienden verloren. In de strijd om Israël zijn in Jenin, Gaza en Libanon veel Druzen omgekomen. Ik heb vier kinderen van wie er twee in het leger dienen, een derde gaat binnenkort in dienst. Mijn zoon zwaaide op zijn bruiloft met de Israëlische vlag. De Staat behandelt ons goed. Wij en het Joodse volk zijn broeders, we hebben een verbond met elkaar.’

Dit artikel verscheen in zijn geheel in het oktobernummer van het Israel Today Magazine. Klik hier voor een abonnement.