De schietaanval op IDF-soldaten van zondag 4 september jl. versterkt de inschatting van het veiligheidsapparaat dat terroristische organisaties in Judea en Samaria sterker worden en een strategisch kantelpunt kunnen bereiken. De Palestijnse Autoriteit heeft allang de controle over haar steden verloren, en het is alleen dankzij de proactieve houding van de Israëlische veiligheidstroepen dat Jenin en Nablus geen tweede Gaza zijn geworden.
De nieuwe terroristische dreiging zou Israël moeten doen nadenken over de algemene logica achter zijn beleid, sinds de inwerkingtreding van de Oslo-akkoorden in de jaren negentig. Bijna 30 jaar nadat ze geacht werden een nieuw tijdperk van vrede in te luiden, is het onze plicht de onjuiste veronderstellingen waarop ze gebaseerd waren, onder de loep te nemen.
De eerste veronderstelling was dat een afscheiding van de Palestijnen een voorwaarde was voor een oplossing van het conflict. Feit is dat de IDF zich in 1996 uit Jenin heeft teruggetrokken. In 2005 werden verschillende Joodse nederzettingen uit Gaza ontruimd. Beide gebieden werden vervolgens terroristische broeinesten waarbij de IDF telkens weer in actie moest komen om zijn burgers te beschermen.
Het ontstaan van deze terroristische broeinesten was het directe gevolg van de leegte die ontstond door het gebrek aan Israëlische troepen en burgers in het gebied. Men moet zich afvragen: Is afscheiding misschien allesbehalve een oplossing?
De tweede veronderstelling: Elk risico dat het volgen van de Oslo-route met zich meebracht was berekend en omkeerbaar. De toenmalige premier Yitzhak Rabin verklaarde dat Israël de effectieve controle zou behouden over de overgedragen gebieden, waardoor het mogelijk zou zijn om, indien nodig, de koers om te keren. De gebeurtenissen die zich de afgelopen decennia in de Gazastrook hebben afgespeeld – samen met de nieuwe trends in Judea en Samaria – hebben ons ruw wakker geschud. Kijk maar naar hoe de pogingen om de Joodse nederzetting in Noord-Samaria te herstellen op verzet stuiten van Israëlische veiligheidsfunctionarissen (die hun voorbeeld nemen aan hun Amerikaanse collega’s). Dit toont aan dat wat de internationale gemeenschap betreft, de Israëlische terugtrekking onomkeerbaar is.
De derde veronderstelling: “Beëindiging van de bezetting” zal Israël internationale legitimiteit verschaffen. De internationale kritiek op Israël telkens wanneer het IDF invallen doet in Palestijnse steden, gaat voorbij aan het feit dat het gaat om defensieve acties die erop gericht zijn het moorddadige terrorisme in Israël in te perken. Beschuldigingen als “het is geen zaak van Israël om daar te zijn” ondermijnen het idee zelf dat Israël het recht heeft zich naar eigen goeddunken te verdedigen door het initiatief te nemen in Palestijnse gebieden.
De vierde veronderstelling: Een Palestijnse staat zal gedemilitariseerd zijn. De proliferatie van gestandaardiseerde wapens in de gebieden rond Jenin, strookt niet met de grondbeginselen waarop de Oslo-akkoorden waren gebaseerd. De Israëlische verwachting dat een Palestijnse staatseenheid de veiligheid van Israël niet in gevaar zou brengen, heeft de toets der realiteit niet doorstaan. Om de potentiële dreiging te begrijpen, volstaat het te kijken naar wat zich in de Gazastrook heeft afgespeeld. Het is duidelijk dat als Rabin had geweten dat Gaza zou worden wat het nu is, hij de Oslo-akkoorden niet zou hebben ondertekend.
De uitgangspunten waarop de tweestatenoplossing is gebaseerd, lijken jammerlijk te hebben gefaald. In het licht van deze situatie moet Israël een nieuwe weg uitstippelen voor de toekomst van Judea en Samaria en de Jordaanvallei.
Generaal-majoor (Reservist) Gershon Hacohen is senior research fellow bij het Begin-Sadat Centrum voor Strategische Studies. Hij diende 42 jaar in de IDF en voerde het bevel over troepen in gevechten met Egypte en Syrië. Hij was voorheen korpscommandant en commandant van de militaire hogescholen van de IDF.
Dit artikel verscheen eerst in Israel Hayom.