De ‘Maandag-club’ – mensen op zoek naar een echte dialoog

Hoe een ongewone vriendschap nieuw terrein opende voor Joodse en Christelijke wereldbeelden

Door Avshalom Kapach | | Onderwerpen: christenen, Jodendom
Mozes Mendelssohn te gast bij Gotthold Lessing, samen met dominee en filosoof Johann Kaspar Lavater. Foto: Publiek Domein

De leden van de Maandag-club kwamen wekelijks bijeen voor een intellectuele ontmoeting in een huis aan de Morenstrasse in Berlijn.

Zij vonden plaats in het midden van de achttiende eeuw – de tijd van de Verlichting in West-Europa. Tot de groep behoorden filosofen en beroemdheden als Karl Philipp Bach, Johann Sulzer, Gotthold Ephraim Lessing en anderen.

Onder het genot van een kopje koffie bespraken zij de universele vraagstukken.

Zij wisselden ideeën uit, verkondigden meningen en voerden verhitte discussies over vele onderwerpen, ook en vooral over het vraagstuk van de godsdienst en de plaats daarvan in de samenleving. De interreligieuze “huiskamer” was echter niet compleet zonder een waardige Jood, die werd opgenomen in de kring van leden, en die hielp de standpunten en meningen van de deelnemers te bevragen en te integreren.

De Jood die ze vonden, leed aan een fysieke handicap – hij had een bochel. De artikelen die hij schreef waren geweldig, zeker voor een autodidact (kennis uit zelfstudie). Hij kende vele talen en was aangenaam in zijn verschijning. Dit alles leidde ertoe dat Mozes Mendelssohn werd toegelaten tot de Maandag-club. Tussen Moses Mendelssohn en Gotthold Ephraim Lessing ontwikkelde zich een langdurige vriendschap.

Gotthold Lessing (1729-1781), zoon van een Lutherse dominee, werd beroemd als toonaangevend toneelschrijver tijdens de Verlichting, en hij speelde een centrale rol in de vorming van een maatschappelijke kijk op de samenleving in het 18e-eeuwse Duitsland. In zijn geschriften verdedigde Lessing de vrijheid van denken van de gelovige Christen, en pleitte hij voor een rationeel christendom. Lessing geloofde onder andere in het idee van emancipatie en riep tegelijkertijd op tot tolerantie tussen leden van verschillende religies. Volgens hem zouden de Joden alleen op die manier hun “obscene” gewoonten en hun “corrupte taal” [Jiddisch] opgeven en de christelijke beginselen van filosofie en moraal aanvaarden.

Standbeeld van Moses Mendelssohn in zijn geboortestad Dessau (Foto: Pixabay)

Moses Mendelssohn, deze Jood uit Dessau, was inderdaad de ideale kandidaat voor de visie-vorming binnen deze groep. Zij bewonderden zijn charme en elegantie – zo “anders dan de Joden”, zijn oprechtheid en zijn subtiele zelfironie. Mendelssohns brede kennis en zijn vermogen om religieus geloof te verenigen met filosofische verfijning leidden tot zijn kroning tot een “wijze en goede Jood”.

De artikelen die hij schreef en zijn brede bekendheid, maakten Mozes Mendelssohn tot een gewild doel voor hen die Joden wilden bekeren. Zij trachtten hem vol verwachting over te halen om zich tot het christendom te bekeren, hetgeen volgens hen de logische stap was voor een verlicht en geleerd man.

Hij mengde zich echter niet in deze religieuze debatten. Hij wilde niet in de val lopen, en voor een middeleeuwse rabbi tijdens de inquisitie aangezien worden, die de Joodse godsdienst verdedigde.

Mendelssohn wees op het verschil tussen de zendingsijver van de christenen en de Joodse terughoudendheid om bekering te prediken:

“God heeft het Joodse volk om bijzondere redenen bepaalde plichten opgelegd, en wel uitsluitend … Ik heb het voorrecht gehad uitstekende vrienden te hebben die niet tot mijn godsdienst behoren. Wij houden van elkaar met heel ons hart, ook al hebben wij het vermoeden dat wij er in godsdienstige kwesties totaal verschillende opvattingen op nahouden. Ik geniet van hun gezelschap en haal er voordeel en plezier uit. Mijn hart heeft nooit stiekem gefluisterd: “Wat jammer dat zo’n prachtige ziel verdoemd is”. 

Toen de mogelijkheden voor een volledige integratie van de Joden in de burgermaatschappij dichterbij kwamen, verhevigden de aanvallen op de Joden zich, vooral onder intellectuelen – met spitse pennen en wetenschappelijk-filosofische argumenten. Zij voerden aan dat de Thora van Mozes een onoverkomelijk obstakel was, dat de Joden ervan weerhield zich volledig in de samenleving te integreren.

(Foto: Shutterstock)

Nathan de Wijze – Zijn de spanningen tussen godsdiensten te vergelijken met “rivaliteit tussen broers en zussen”?

Gotthold Lessing schreef een bekend toneelstuk, “Nathan de Wijze” (1779). Het is een drama in de geest van de Verlichting, gericht tegen religieuze bekrompenheid, waarin de beginselen van verdraagzaamheid en broederschap tussen godsdiensten worden uitgedragen. Lessing gebruikt in het stuk een beroemde parabel uit de Middeleeuwen, de tijd van de godsdiensttwisten – de parabel van de drie ringen.

In deze parabel vraagt de Moslimheerser Saladin aan de Joodse wijze welke van de drie monotheïstische godsdiensten waar en juist is: het Jodendom, het Christendom of de Islam. De Joodse wijze vertelt koning Saladin over een koning in een ver land die een unieke en wonderbaarlijke ring om zijn vinger droeg. Deze ring bepaalde generaties lang de identiteit van de heerser, en werd doorgegeven bij de dood van de koning en de kroning van de zoon, de nieuwe koning. Er was eens een koning aan het bewind, die gezegend was met drie succesvolle zonen die het koningschap waardig waren. Aan het eind van zijn leven vroeg de koning aan de koninklijke juwelier om nog twee ringen te maken, die identiek waren aan de originele ring aan zijn vinger. Toen zijn tijd gekomen was, riep de koning zijn drie geliefde zonen bij zich, verdeelde zijn koninkrijk onder hen en gaf ieder van hen een koninklijke ring. Na de dood van hun vader begonnen de zonen ruzie te maken – ieder beweerde de originele ring aan zijn hand te hebben en dat de anderen valse ringen droegen. Na jaren van bittere onenigheid, oorlogen en conflicten, meldde Nathan de Wijze zich aan. Hij luisterde geduldig naar de argumenten van de partijen. Nathan bemiddelde en verzoende de partijen door te wijzen op de wil van de koning, die de gelijke grootheid van de broers erkende. Hij verordonneerde daarom dat elk van de broers verder moest gaan met zijn leven alsof de originele ring aan zijn vinger zat, zonder de anderen te storen.

Met dit toneelstuk eert Gotthold Lessing zijn jarenlange vriendschap met Moses Mendelssohn. Lessing modelleerde Nathan de Wijze in het stuk naar de karaktereigenschappen van Moses Mendelssohn – zijn metgezel in de Verlichting.

De lessen voor ons hieruit: Gemeenschap tussen mensen met verschillende meningen is mogelijk, en liefde voor de mensheid is een morele verplichting.

Mozes Mendelssohn was een Jood die ernaar streefde te leven volgens de leerstellingen van de Joodse godsdienst en de geboden te gehoorzamen, maar hij was ook vertrouwd met de algemene cultuur en verdraagzaamheid, en legde die aan de dag tegenover leden van verschillende godsdiensten.

De vriendschap tussen de beide mannen stuitte op kritiek en aanvallen, zowel van de kant van vele Duitse vertegenwoordigers van de “Verlichting” als in kringen en personen binnen de Joodse gemeenschap. Naast de felle kritiek en spreekkoren tegen Gotthold Lessing, ontstonden er ook haat-artikelen tegen Mendelssohn en zelfs fysiek geweld tegen hem en zijn gezin, zoals in 1780. Op een dag, toen Mozes Mendelssohn met zijn gezin op reis was, viel een groep jongeren zijn gezinsleden aan, waarbij ze stenen gooiden en “Joden, Joden” riepen.

Tegen het einde van zijn leven schreef Moses Mendelssohn een brief aan zijn vriend, de Zwitserse arts Johann Georg Zimmerman, in een van zijn donkere momenten:

“We droomden van niets anders dan verlichting. Wij geloofden dat het licht van de rede de wereld zo helder zou verlichten, dat de fanatiekelingen er niet meer zouden zijn, maar zoals wij nu zien, is aan het andere eind van de horizon de nacht al opgegaan met al zijn spoken. Het meest beangstigende van alles is dat het kwaad zo actief en effectief is. Fanatisme handelt, terwijl de rede zich tevredenstelt met praten.”

Twee zonen van Mozes Mendelssohn werden uiteindelijk bereid gevonden te doen wat de “Verlichte” kringen altijd al hadden gewild. Zij gaven hun Jodendom op en integreerden zich in de christelijke samenleving die hen omringde. Een van Moses Mendelssohns kleinkinderen was Felix Mendelssohn. Tot ongenoegen van zijn vader wilde hij zijn Joodse achternaam behouden. Felix werd een beroemd componist en musicus. Tot zijn beroemdste werken behoren de “Bruiloftsmars” en de “Italiaanse Symfonie”.

Israel Today nieuwbrief

Dagelijks nieuws

Gratis in uw mailbox

Israel Heute Newsletter

Tägliche Nachrichten

FREI in Ihrer Inbox