De fatale fout bij het herdenken van de Holocaust

In plaats van bescherming te bieden tegen ongebreideld antisemitisme, heeft het dit alleen maar aangewakkerd.

Door Melanie Phillips | | Onderwerpen: Holocaust
De oude muren in Jeruzalem herdenken de Holocaust. Foto door Yonatan Sindel/Flash90

Een van de vele controversiële besluiten van president Donald Trump die voor opschudding zorgden, was het ontslaan van meerdere leden van de raad van bestuur van het Amerikaanse Holocaust Memorial Museum, die waren benoemd door voormalig president Joe Biden.

Het gaat onder meer om Doug Emhoff, de echtgenoot van voormalig vicepresident Kamala Harris; Ron Klain, Bidens eerste stafchef; Tom Perez, voormalig minister van Arbeid en senior adviseur van de president; Susan Rice, die als Bidens belangrijkste adviseur voor binnenlands beleid fungeerde; en Anthony Bernal, senior adviseur van voormalig first lady Jill Biden.

De Trump-regering heeft deze personen ontslagen omdat ze geen “onwankelbare aanhangers van de staat Israël” waren.

De Biden-regering, waartoe zij behoorden, nam niet alleen maatregelen om Israël te hinderen bij het verslaan van Hamas in Gaza, maar herhaalde ook lasterlijke leugens over het optreden van Israël in die oorlog, leugens die een onmetelijke rol hebben gespeeld bij het aanwakkeren van het antisemitisme en de aanvallen op Joden in Amerika en elders.

Bovendien zijn de Palestijnse Arabieren, wier zaak door de Democratische Partij zozeer wordt gesteund dat zij zich heeft laten meeslepen door haar kwaadaardige propaganda tegen Israël, de erfgenamen van Hitlers bondgenoten tijdens de Holocaust.

Hun leider, de grootmoefti Haj Amin al-Husseini, beloofde alle Joden in het Midden-Oosten uit te roeien als Hitler de oorlog zou winnen. Toch is al-Husseini de verklaarde held en het rolmodel van de leider van de Palestijnse Autoriteit, Mahmoud Abbas.

Emhoff beweerde dat zijn ontslag een politieke “splijtzwam” had gemaakt van de holocausteducatie en -herdenking. Dit mag inderdaad nooit worden gepolitiseerd. Het is echter een ongelukkig feit dat dit wel is gebeurd – door de mensen die er zelf bij betrokken zijn.

Voormalig congreslid David Cicilline (D-Md.), een ander bestuurslid dat eveneens werd ontslagen, demonstreerde dit onbedoeld toen hij uit protest zei dat het werk van het museum “bedoeld was om ons allemaal uit te dagen kritisch en helder na te denken over onze rol in de samenleving, om antisemitisme en alle andere vormen van haat te bestrijden”.

Die laatste zin is het probleem. Holocausteducatie en -herdenking zijn de weg kwijt. Het oorspronkelijke doel was ervoor te zorgen dat de wereld nooit de unieke gruweldaden van de nazi-genocide op de Joden zou vergeten. Hoewel ook andere groepen door de nazi’s werden vermoord, waren het alleen de Joden die werden uitgekozen om van de aardbodem te worden weggevaagd.

Toch is veel holocausteducatie en -herdenking veranderd in het verdoezelen van de vervolging van de Joden, niet alleen met andere groepen die door de nazi’s werden vermoord, maar ook met andere “genocides”.

In Londen zeggen de ontwerpers van het holocaustmonument en leercentrum dat naast het parlementsgebouw zal worden gebouwd, dat het ook “de andere slachtoffers van nazi-vervolging, waaronder Roma, homoseksuelen en gehandicapten, en de slachtoffers van latere genocides in Cambodja, Rwanda, Bosnië en Darfur” zal herdenken.

In een artikel uit 2020 voor National Affairs schreef Ruth Wisse, voormalig professor in het Jiddisch en vergelijkende literatuur aan de Harvard-universiteit, dat het grootste probleem met het herdenken van de Holocaust ligt in het onderwijzen dat deze in gelijke mate van toepassing zou zijn op Joden én andere door de nazi’s geviseerde groepen, zoals de Roma, mensen met een beperking, Slaven, communisten, Jehovah’s Getuigen, homoseksuelen en anderen.

Als gevolg van deze fundamentele conceptuele fout had het US Holocaust Memorial Museum in Washington DC bijvoorbeeld “een politiek en historisch proces gedepolitiseerd, gedehistoriseerd en geuniversaliseerd om het onderwijzen van antisemitisme of de oorlog tegen de Joden te voorkomen”.

Deze relativering van de Holocaust heeft verschillende schadelijke gevolgen gehad. Het reduceert de genocide op de Joden tot iets dat gelijkstaat aan “andere vormen van haat”. Maar de Holocaust was niet slechts een vorm van haat. Het was een unieke, kwaadaardige gebeurtenis. Door het gelijk te stellen aan “andere vormen van haat” wordt die unieke betekenis tenietgedaan.

Erger nog, de onderliggende boodschap van een dergelijke relativering is dat iedereen een nazi kan worden. Als dat zo is, volgt daaruit dat de nazi’s zelf niet uniek verschrikkelijk kunnen zijn geweest.

En als iedereen een nazi kan zijn, dan kunnen ook Joden nazi’s zijn. Dat leidt rechtstreeks tot de onbeschrijfelijke laster die door de vijanden van de Joodse staat wordt verspreid, namelijk dat de Israëli’s nazi’s zijn geworden en dat zij een genocide plegen op de Palestijnen.

In plaats van een bolwerk te vormen tegen het ongebreidelde antisemitisme, hebben de holocausteducatie en -herdenking het juist helpen aanwakkeren.

Hoewel het met de meest nobele bedoelingen was ontwikkeld, had het een nog fundamentelere tekortkoming. Het was gebaseerd op een misvatting over antisemitisme in het Westen. De bedenkers dachten dat het vastleggen van wat er tijdens de Holocaust was gebeurd, het Westen zo zou schokken dat het zou besluiten om dit nooit meer te laten gebeuren.

Ze beseften niet dat het Westen een diepgewortelde afkeer had om over de Holocaust te horen. Omdat deze ramp zich had voltrokken in het epicentrum van de westerse beschaving, voelden zelfs landen die er niet direct bij betrokken waren een onontkoombare en ondraaglijke schuld door associatie.

De manier waarop het schuldige Westen hiermee omging, was in feite het zuiveren van het nazisme. Als men kon zeggen dat iedereen een nazi kon zijn, inclusief de Joden zelf, zou het Westen van zijn schuldgevoel af zijn.

Nog duisterder was dat de genocide op de Joden het verhaal van de Jodenhaat dat in de westerse cultuur was ingebed, ter discussie stelde. Hoewel de Holocaust dit ondergronds had gedreven, geloofden mensen nog steeds op grote schaal in de paranoïde, antisemitische stereotypen over de verborgen macht en kwaadaardige bedoelingen van de Joden.

Ze hadden er een hekel aan dat de Holocaust hen belette deze opvattingen te uiten. Door Israëli’s “nazi’s” te noemen – de demoniserende leugen die werd verspreid door degenen die Israël vernietigd wilden zien – konden antisemieten opnieuw hun haat tegen Joden uiten, gezuiverd en gecamoufleerd als antizionisme, zodat ze niet konden worden beschuldigd van datgene wat de nazi-Holocaust had veroorzaakt.

In haar artikel wees Wisse op de perversiteit van het onderwijzen van haat om haat te voorkomen. Samenlevingen die zich concentreren op zelfverbetering, zo merkte zij op, vertrouwen doorgaans op positieve instructie en bekrachtiging. “Een pedagogische fixatie op haat wordt daarentegen geassocieerd met samenlevingen als het fascistische Duitsland en Sovjet-Rusland, die de schuld en haat willen richten tegen bepaalde vreemde of ongewenste groepen”, schreef zij.

De focus van het onderwijs na de Holocaust moet niet liggen op haat, maar op bewondering. De meeste mensen hebben nog nooit een Jood ontmoet, omdat hun aantal statistisch gezien onbeduidend is.

In plaats van de bredere gemeenschap te confronteren met de bijna onvoorstelbare gruwel van de poging om een volk te vernietigen waarover zij niets weten en waar zij zich niets van aantrekken, moet de nadruk liggen op het onderwijzen van het Jodendom, het Joodse volk en de staat Israël.

Mensen moeten worden onderwezen over de belangrijkste principes van het Jodendom die absoluut essentieel zijn geweest voor de ontwikkeling van beschaafde waarden in het Westen, waaronder politieke vrijheid, de rechtsstaat en respect voor het menselijk leven.

Ze moeten worden onderwezen dat de Joden een oud volk zijn waarvan de religie is gecentreerd rond het land Israël, dat zij het enige volk zijn voor wie dit ooit hun nationale koninkrijk was, en dat dit de reden is waarom de voorloper van de VN alleen hen het recht heeft gegeven om zich te vestigen in wat nu Israël is, de betwiste gebieden van de “Westelijke Jordaanoever” en Gaza.

Zoveel mensen in het Westen denken ten onrechte dat het Jodendom slechts een religie is, die daarom geen land zou mogen hebben. Zoveel mensen denken ten onrechte dat de Joden moderne indringers zijn in dat land, waar zij de oorspronkelijke bewoners hebben verdreven. Zoveel mensen denken ten onrechte dat Israël de betwiste gebieden van Judea en Samaria illegaal bezet houdt.

Zij denken dit omdat zij alleen Palestijnse propaganda hierover horen en nooit te horen krijgen dat dit allemaal leugens zijn. Als gevolg daarvan denken zij dat Israël aan de verkeerde kant staat als het gaat om eerlijkheid, rechtvaardigheid en de rechtsstaat, terwijl de waarheid juist het tegenovergestelde is.

Antisemitisme zal altijd bestaan. Het beste wat we kunnen hopen is dat het weer stevig onder de grond wordt begraven. Als daar enige kans op is, moet het herdenken van overleden Joden plaatsmaken voor het vieren van de cultuur van de levenden.

Israel Today nieuwbrief

Dagelijks nieuws

Gratis in uw mailbox

Israel Heute Newsletter

Tägliche Nachrichten

FREI in Ihrer Inbox