Biden’s herleven van het vredesproces lijkt vastgelopen

De Amerikaanse regering van president Joe Biden probeert het vastge­lopen vredes­proces tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit weer op gang te brengen, maar lijkt dezelfde fouten te maken die deze bemid­delings­pogingen hebben gekenmerkt sinds de onder­tekening van de Oslo-akkoorden in 1993 en 1995, zoals we hieronder zullen zien.

Door Yochanan Visser |

Meer dan een week nadat de Palestijnse Autoriteit (PA) een groslijst van voor­waarden voor nieuwe vredes­besprekingen met Israël voorlegde aan de Amerikaanse regering van president Joe Biden, lijkt het erop dat de Verenigde Staten ten minste één van deze voor­waarden heeft aanvaard.

Bouwstop in Judea en Samaria
Woensdag 21 juli werd bekend dat de Amerikanen eisen dat Israël alle bouwactiviteiten in de Joodse gemeen­schappen in Judea en Samaria stopzet, en dat de regering van premier Naftali Bennett blijkbaar aan deze eis heeft toegegeven.

Bennett heeft bevolen dat er voorlopig geen vergade­ringen van het Israëlische Comité voor Burgerlijk Bestuur van het leger zullen worden gehouden die over bestem­mings­plannen in Samaria en Judea gaan.

Dit betekent dat plannen voor nieuwbouw in de Joodse gemeenschappen in deze gebieden geen doorgang kunnen vinden en dat er nu een de-facto bouwstop is in Judea en Samaria.
Dit gebeurde eerder tijdens de regering van oud-president Barack Obama, die tegen de Israëlische aanwezigheid in Judea en Samaria was omdat die volgens hem de oprichting van een Palestijnse Staat in de weg stond.

Obama beschouwde de Joodse gemeenschappen in het gebied, dat Israël in 1967 veroverde op Jordanië, als illegaal.

In feite heeft Israël echter altijd de beste aanspraak gehad op deze gebieden, omdat Jordanië een illegale bezetter was van Judea, Samaria en Oost-Jeruzalem, terwijl de Palestijnse Arabieren nooit een eigen Staat hebben gehad.

Zal Biden, net als Obama, de Joodse nederzetting in de heuvels van Samaria als illegaal beschouwen? (Foto: Sraya Diamant/Flash90)

Biden beoordeelt Israël verkeerd
Biden, die vice-president was onder Obama, lijkt nu dezelfde weg te bewandelen als zijn voormalige baas in zijn poging om de vredes­besprekingen, die al jaren vastzitten, weer op gang te brengen.

De Amerikaanse president vergist zich echter wat betreft de stemming in Israël, waar politieke leiders van rechts tot centrum-links menen dat nieuwe vredes­besprekingen met de PA zinloos zijn, zolang Machmoud Abbas de leider van de Palestijnse Autoriteit is.
Dit is vooral te wijten aan Abbas’ hardnekkige weigering om concessies te doen en zijn onhaalbare eisen met betrekking tot nieuwe Israëlische concessies.

Reeks Palestijnse voorwaarden vooraf
Meer dan een week geleden meldde Channel 12 News, dat de leiding van de PA een groslijst had opgesteld van voorwaarden vooraf ,voor het hervatten van de vredes­onder­hande­lingen met Israël. De lijst werd vorige week gepresenteerd aan de regering-Biden in de VS en volgens Channel 12 heeft Bennett ook een kopie van de lijst ontvangen.

Volgens de Israëlische tv-zender eist de PA dat Israël het Orient House in Oost-Jeruzalem heropent.
Dit herenhuis werd ooit door de PA gebruikt voor politieke doeleinden, iets wat verboden is volgens de Oslo Akkoorden.
Het Orient House werd in 2001, tijdens het eerste jaar van de Tweede Intifada, door de Israëlische politie gesloten nadat de PA het begon te gebruiken als hoofdkwartier van waaruit terreur­aan­slagen tegen Israël werden gepland.

Orient House in Jeruzalem. De Palestijnen schonden de Oslo-akkoorden door het te gebruiken als een officiële overheidsinstelling. (Foto: Nati Shohat/Flash90)

Herstel van de status quo op de Tempelberg is een andere eis van de PA, en Israël moet ook zijn politie-activiteiten in de buurt van de Al-Aqsa Moskee vermin­deren, terwijl ook het aantal Joden dat de heilige plaats bezoekt wordt beperkt.

De PA eist ook dat Israël stopt met het uitzetten van Arabieren uit hun huizen in Jeruzalem. Dit was duidelijk een verwijzing naar een recent gerechtelijk bevel waarbij toestemming werd verleend voor de uitzetting van Arabische krakers in Shimon HaTzadik, of Sheikh Jarrah in het Arabisch, een stadsdeel in de buurt van de Oude Stad van Jeruzalem.

De PA eist ook een totale stopzetting van de bouw in ‘nederzettingen’ en Joodse bouwprojecten in wat gewoonlijk ‘Oost-Jeruzalem’ wordt genoemd (in feite wonen de meeste Arabieren in het noorden van Jeruzalem).

Dit zijn niet alle voorwaarden die de PA heeft opgesomd.

Israël moet ook Palestijnse Arabieren het land binnen­laten om zich te herenigen met hun Israëlisch-Arabische families. Daarnaast moet Israël meer werk­vergun­ningen afgeven voor Palestijnse arbeiders en in beslag genomen wapens van de Palestijnse veilig­heids­troepen terug­geven aan de PA.

Het was onmiddellijk duidelijk dat een grote meerder­heid binnen de Israëlische regering nooit zou instemmen met deze Palestijnse eisen en dat de poging om het vredes­proces nieuw leven in te blazen feitelijk op niets zou uitlopen.

Israël stelt zijn eigen voorwaarden
Om het standpunt van Israël over de door de regering-Biden gewenste nieuwe vredes­onder­hande­lingen te verduidelijken, hebben twee belangrijke Israëlische ministers woensdag hun eigen voorwaarden gesteld voor de eventuele hervatting van die onder­hande­lingen met de Palestijnse Arabieren.

Vice-premier Yair Lapid, die ook de portefeuille Buiten­landse Zaken heeft, zei tijdens een bezoek aan de Europese Unie in Brussel dat ‘een toekom­stige Palestijnse staat een democratie moet zijn die vrede met Israël nastreeft’.

Premier Bennett was het met Lapid eens en voegde eraan toe: ‘Zelf­beschik­king hangt ook af van democratie, zodat het volk in staat is te bepalen wat het wil. Bijna geen van onze buren heeft een democratie en als ze dat wel hadden, zouden ze ophouden te bestaan.’
Bennett is geen voorstander van een Palestijnse Staat en gebruikte daarom de term ‘zelfbeschikking’.

Bennett noch Lapid hebben meer vertrouwen in het Palestijnse leiderschap dan hun voorganger, Benjamin Netanyahu. (Foto: Yonatan Sindel/Flash90)

Republikeinse politiek?
De opvattingen van Lapid en Bennett over een democratie die vrede met Israël moet nastreven als de Palestijnse Arabieren een eigen Staat of volledige zelfbe­schik­king willen bereiken, werden eerder gedeeld door de Amerikaanse presidenten George W. Bush en Donald J. Trump.

Hier is wat Bush zei op 30 april 2003:
‘Een tweestaten­oplossing voor het Israëlisch-Palestijnse conflict zal alleen worden bereikt door een einde aan geweld en terrorisme, wanneer het Palestijnse volk een leiderschap heeft dat resoluut optreedt tegen terreur en bereid en in staat is om een functio­nerende democratie op te bouwen die gebaseerd is op tolerantie en vrijheid en op de bereid­heid van Israël om alles te doen wat nodig is voor de vestiging van een demo­cra­tische Palestijnse Staat.’

President Trump had de volgende paragraaf opgenomen in zijn vredesplan uit 2020, dat nu van tafel is:
‘De Palestijnen moeten een bestuurs­systeem hebben ingevoerd met een grondwet of een ander systeem voor het vestigen van de rechtsstaat dat voorziet in pers­vrijheid, vrije en eerlijke verkie­zingen, eerbie­diging van de mensen­rechten voor zijn burgers, bescher­ming van de gods­dienst­vrijheid en voor religieuze minder­heden om hun geloof te belijden, uniforme en eerlijke hand­having van de wet en contrac­tuele rechten, een eerlijke rechtsgang, en een onaf­hankelijke rechterlijke macht met passende juridische gevolgen en straffen vastge­steld voor schendingen van de wet.’

Trump’s streven naar een nieuwe aanpak van het vredesproces omvatte bovendien de volgende paragraaf in het vredesplan:
‘De Palestijnen moeten een einde hebben gemaakt aan alle programma’s, met inbegrip van leer­plannen en school­boeken, die dienen om aan te zetten tot of het bevorderen van haat of vijand­schap tegen zijn buren, of die criminele of geweld­dadige activi­teiten compenseren of aanmoe­digen.’

Trump heeft het vredesproces op zijn kop gezet, en wel heel erg in het voordeel van Israël. (Foto: Yonatan Sindel/Flash90)

Palestijnen kijken naar predident Biden
Uiteraard verwierp de PA het plan van Trump botweg toen het werd gepubliceerd, en is nu euforisch over Biden’s aanpak van het conflict met Israël.

De Amerikaanse president heeft de financiële hulp hervat aan de PA en de UNRWA, het VN-agentschap dat hulp biedt aan Palestijnse vluchtelingen en al hun nakomelingen, en heeft een anti-Israël Arabische Amerikaan benoemd als zijn gezant voor Palestijnse en Israëlische zaken.

Deze gezant, Hadi Amr, is tevens adjunct assistent secretaris voor Israëlische en Palestijnse Zaken van Buitenlandse Zaken in het bureau Midden Oosten zaken van het Amerikaanse ministerie van BuitenlandseZaken.

Zijn benoeming wekte argwaan in Israël omdat Amr altijd zeer nauwe banden heeft onderhouden met Palestijnse politieke groeperingen, waaronder Hamas, en bekend stond om zijn anti-Israëlstandpunt.

Amr schreef artikelen waarin hij zijn bewondering uitsprak voor de Palestijnse Intifada’s en Israël beschul­digde van apartheid en etnische zuivering, terwijl hij pleitte voor een deal met Hamas.

De in Beiroet geboren Amerikaanse Arabier groeide op in Saoedi-Arabië en richtte het Doha Brookings Institute op, dat geld ontvangt uit Qatar, een land dat nauwe banden onderhoudt met Hamas, de Moslim­broeder­schap en Iran.

Rekening houdend met al deze zaken is het redelijk om aan te nemen dat de nieuwe Amerikaanse poging om het vredes­proces te vernieuwen opnieuw gedoemd is te mislukken.

Wilt u meer nieuws over Israël ontvangen? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuws­brief.