Archeologie: Magnetisch veld in 586 BCE gemeten

Voor het eerst in de geschiedenis hebben weten­schappers het magnetisch veld van de aarde op 9 Av 586 BCE kunnen meten, dank zij het generaties lang doorgeven van de Joodse geschiedenis en het gedenken van de verwoesting van de Tempels.

Door Michael Selutin, IAA |

Elk jaar op de 9e van de Joodse maand Av (Tisha Be’Av) gedenken Joden over de hele wereld de verwoesting van hun twee tempels, die op dezelfde dag werden verwoest. Dankzij het lange historische geheugen van het Joodse volk en de archeologische vondsten die onlangs in de stad David zijn ontdekt, hebben onder­zoekers van de Tel Aviv Universiteit, de Hebreeuwse Universiteit en de Israel Antiquities Authority (IAA) het magnetisch veld van de aarde kunnen meten in de maand Av in het jaar 586 voor Christus.

Deze baanbrekende interdisciplinaire studie, gepubliceerd rond 9 Av 5780 (2020) in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE, is gebaseerd op het doctoraal proefschrift van Yoav Vaknin van de Archeologische afdeling van TAU (Tel Aviv Universiteit) en werd uitgevoerd in samenwerking met dr. Ron Sha’ar van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem, Prof. Erez Ben-Yosef, Prof. Oded Lipschits en Prof. Yuval Gadot van de Archeologische afdeling van TAU en Dr. Yiftach Shalev van de IAA.

Albert Einstein definieerde schommelingen in het magnetisch veld van de aarde als een van de vijf grote mysteries van de fysica. Het magnetisch veld, dat de aarde omgeeft, is onzichtbaar, maar speelt toch een belangrijke rol voor het leven op de planeet. Het dient als een scherm, dat de aarde beschermt tegen de straling die uit de ruimte komt, waardoor het leven zich kan ontwikkelen en bloeien, en wordt door mensen, vogels en zeezoogdieren gebruikt als een navigatie­middel. Maar ondanks het belang ervan weten we weinig over het magnetisch veld van de aarde: hoe wordt het door de kern van de planeet opgewekt? Hoe en waarom schommelt het? En wat is het effect van de schommelingen in de atmosfeer van de aarde?

Om deze vragen te beantwoorden en het raadselachtige gedrag van het magnetisch veld te verklaren, proberen geofysici het gedrag van het magnetisch veld te reconstrueren in perioden voordat de directe metingen begonnen. Hiervoor kunnen ze gebruik maken van archeologische vondsten – zoals scherven van klei, bakstenen, dakpannen en kachels – die het magnetisch veld tijdens het branden hebben ‘vastgelegd’. Deze vondsten bevatten magnetische mineralen die opnieuw zijn gemagnetiseerd, in overeenstemming met de richting en de grootte van het magnetische veld op dat moment, waardoor een venster op de geschiedenis van het magnetisch veld van de aarde ontstaat. De verwoesting van Jeruzalem, gedateerd 9 Av 586 BCE, kan dienen als een buitengewoon chronologisch anker voor de aardmagnetische datering – tot op de dag van vandaag.

De plaats van de opgravingen. (Foto: Shai Halevi/IAA)

Tijdens een archeologische opgraving die momenteel wordt uitgevoerd in het City of David National Park, het voormalige parkeerterrein Givati (we schreven er al eerder over), vonden de opgravers een groot openbaar gebouw met een hoogwaardige gipsvloer. De leiders van de opgraving, Dr. Yiftah Shalev van de IAA en Prof. Yuval Gadot van de Tel Aviv Universiteit, leggen uit: ‘We dateren de vernietiging van het gebouw tot 586 voor Christus – de vernietiging van Jeruzalem door de Babyloniërs, gebaseerd op verbrijzelde keramische vaten die typisch zijn voor het einde van de Eerste Tempelperiode, en die op de grond werden gevonden. Afgezien van het gebroken keukengerei vonden we tekenen van verbranding en grote hoeveelheden as.

De vondsten herinneren ons aan het 2e boek van de koningen, hoofdstuk 25, vers 9: ‘Hij verbrandde het huis van de HEERE, het huis van de koning en alle huizen van Jeruzalem. Ja, alle huizen van de aanzienlijken verbrandde hij met vuur. In dit specifieke ‘belangrijke gebouw’ dat afbrandde, vonden de onderzoekers een groot deel van de grond die vanaf de bovenste verdieping was ingestort – en door het meten van het magnetische veld dat in dit fragment werd vastgelegd, waren de onderzoekers in staat om het magnetische veld van de aarde ten tijde van de brand te ontdekken.

As op de plaats van de opgravingen. (Foto: Shai Halevi/IAA)

Promovendus Yoav Vaknin van TAU heeft in het Paleo­magnetisch Laboratorium van het Instituut voor Aardweten­schappen van de Hebreeuwse Universiteit monsters genomen van bodem­fragmenten, die verspreid lagen over het terrein en hij heeft het magnetisch veld gemeten dat daarin was vastgelegd. ‘Het doel van deze studie was tweeledig,’ zegt Vaknin. ‘Een van de doelstellingen was het opnieuw ontdekken van de richting en de kracht van het magnetisch veld op de dag dat Jeruzalem werd vernietigd. De andere was om te begrijpen wat de magnetische gegevens in de bodem­fragmenten ons kunnen vertellen over de vernietiging zelf. Ook zonder het magnetisch veld te meten, konden we aannemen dat dit grote gebouw tijdens de vernietiging van de Eerste Tempel verbrandde, maar de magnetische metingen hebben nu bewezen dat het gebouw waarschijnlijk opzettelijk was verbrand bij een temperatuur van meer dan 500 graden Celsius, en dat de vloer, ondersteund door massieve houten balken, tijdens de brand was ingestort.’

Vaknin vervolgde: ‘Deze conclusie hebben we getrokken uit het feit dat de meeste fragmenten van de vloer, die na de instorting afkoelden, dezelfde magnetische richting registreerden – onafhankelijk van hun willekeurige positie na een val van bovenaf. We hebben de vernietiging van Jeruzalem in verband kunnen brengen met het opnemen van het magnetisch veld van de aarde, en zo bijgedragen aan zowel geofysisch als archeologisch onderzoek. Dit is echt buitengewoon.

De archeo-magnetische methode heeft ook implicaties voor toekomstig onderzoek. Als we morgen een soortgelijke vernietigingslaag vinden op een andere site met soortgelijke keramiek, kunnen we de magnetische velden die op de twee verschillende sites zijn geregistreerd, vergelijken en zo bepalen of de andere site ook door de Babyloniërs is vernietigd.

Dr. Jiftach Shalev bij scherven aardewerk, die ter plaatse zijn gevonden. (Foto: Shai Halevi/IAA)

Dr. Ron Shaar van het Instituut voor Aardwetenschappen van de Hebreeuwse Universiteit: ‘Het meten van magnetische gegevens van een bodem die duizenden jaren geleden is verbrand, is geen onbeduidende zaak. We moesten de magnetische deeltjes karakteriseren, begrijpen hoe de magnetische gegevens in het materiaal werden gecodeerd en meettechnieken ontwikkelen die ons in staat stelden de gegevens te lezen. De natuur heeft het ons niet gemakkelijk gemaakt. Daarom is een essentieel onderdeel van het analytisch werk dat we doen in het paleomagnetisch laboratorium het bestuderen van de magnetische eigenschappen van archeologische materialen. Gelukkig heeft Yoav in deze specifieke studie de magnetische code kunnen ontcijferen en ons belangrijke informatie kunnen verschaffen vanuit verschillende hoeken: historisch, archeologisch en geomagnetisch’.

Vaknin concludeerde: ‘Om het magnetisch veld te ontdekken, hebben we informatiebronnen nodig van bekende punten uit de geschiedenis. Zeer zelden hebben we een historische gebeurtenis die duizenden jaren geleden plaatsvond en die we zo nauwkeurig kunnen dateren – tot het jaar, de maand en zelfs de dag, zoals de verwoesting van Jeruzalem. Het is belangrijk om te begrijpen, dat ondanks het geschil over de algemene historische geldigheid van het Oude Testament, de beschrijving van de gebeurtenissen die in het koninkrijk Judea in de laatste 100 jaar hebben plaatsgevonden, bijna in real time is geschreven – de Bijbelse tekst voor deze periode wordt zelfs door critici als betrouwbaar beschouwd.

De archeologie in Israël bevestigt dus niet alleen steeds weer de Bijbel, maar draagt nu ook bij aan de oplossing van vele mysteries van het universum vanwege de exacte Joodse verslagen.

Wilt u meer nieuws ontvangen over Israël? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuws­brief.