In de afgelopen zes maanden zijn honderden jongeren en volwassenen aan het werk geweest bij de grote archeologische opgraving, onder leiding van de IAA. Daarbij waren lokale bedoeïenen, universiteitsstudenten en studenten in militaire voorbereidingsprogramma’s. De opgraving werd geleid door Dr. Elena Kogen-Zehavi met de hulp van Dr. Yael Abadi-Rice en Avinoam Lehavi. Het doel was om de band tussen de gemeenschap en haar lokale geschiedenis te herstellen.
De opgravingen werden uitgevoerd met het oog op de bouw van nieuwe woonwijken in Rahat, geïnitieerd door het Department of Development and Settlement of Bedouin, DDSB (Departement van Ontwikkeling en huisvesting van Bedoeienen) in de Negev.
De productie van olijfoliezeep wordt al sinds de 10e eeuw na Christus in handschriften genoemd en was vanaf de Middeleeuwen tot het begin van de 20e eeuw een belangrijke economische tak in de regio. Olijfolie werd gebruikt als grondstof voor de productie van zeep, gemengd met as afkomstig van de verbranding van salsola-sodaplanten (zoutkruid) die kalium en water bevatten. Het mengsel werd ongeveer zeven dagen gekookt, waarna het vloeibare materiaal werd overgebracht naar een ondiep bassin waar de zeep ongeveer tien dagen uithardde, tot die in repen kon worden gesneden. Deze werden gestapeld voor extra droging, en het eindproduct was na nog eens twee maanden klaar. Op de site van Rahat is apparatuur te zien die met deze industrie te maken heeft. Onderzoekers van de IAA namen monsters van de vondsten om de gebruikte materialen in het productieproces te identificeren.
De ontdekte zeepfabriek. (Foto: IAA)
Volgens Dr. Elena Kogen Zehavi, de projectleider van de IAA, ‘is dit de eerste keer dat zo’n oude zeepwerkplaats werd ontdekt. En we hebben hierdoor het traditionele productieproces van de zeepindustrie kunnen traceren. Daarom is het vrij uniek. We kennen belangrijke zeepfabrieken uit een veel latere periode – de Ottomaanse periode. Deze werden ontdekt in Jeruzalem, Nablus, Jaffa en Gaza’.
Volgens Svetlana Tallis, de archeologe van de IAA voor de Noordelijke Negev, ‘bevatte een van de ondergrondse kamers van het welvarende gebouw nog een spannende vondst die licht werpt op het dagelijkse leven van de bewoners – een rond kalkstenen bord dat gebruikt werd voor een strategiespel genaamd ‘molenspel’. Het is bekend dat dit spel al bestond in de 2e en 3e eeuw na Christus (de Romeinse periode) en nog steeds wordt gespeeld.
In de buurt werd ook een tweede speelbord gevonden, genaamd ‘Honden en jakhalzen’ (ook wel bekend als Shield Game of 30-punten spel). Dit spel werd voor het eerst gespeeld in Egypte en verspreidde zich rond 2000 voor Christus naar andere delen van het Middellandse Zeegebied en naar Mesopotamië. In Israël werd het ontdekt in het oude Megiddo en Tel Beth She’an. Het werd gespeeld door twee spelers die dobbelstenen of stokken gooiden en zo het aantal plaatsen bepaalden dat bij elke worp moest worden verplaatst. Het doel van het spel lijkt een bepaald punt op het bord te zijn geweest’.
Antiek molenspel (Foto: IAA)
De burgemeester van Rahat, Fahiz Abu Saheeben, zei: ‘De opgraving heeft de Islamitische wortels van Rahat blootgelegd. We zijn trots op deze opgraving en blij dat deze in samenwerking met de lokale gemeenschap heeft plaatsgevonden. We onderhouden goede betrekkingen met de IAA en de DDSB in de Negev en hopen een bezoekerscentrum te bouwen dat beschikbaar zal zijn voor toeristen en de lokale gemeenschap.’
Wilt u meer nieuws over Israël ontvangen? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.