Abbas geeft VS schuld van Israëlische anti-terreuraanslagen

De leider van de Palestijnse Autoriteit, Mahmoud Abbas, heeft dinsdag de VS de schuld gegeven van de Israëlische invallen in Palestijnse steden in Judea en Samaria.

Het persagentschap Wafa citeerde de woordvoerder van het presidentiële kantoor, Nabil Abu Rudeineh, toen hij dit zei nadat een Palestijnse terrorist was gedood en een andere man ernstig gewond was geraakt bij een inval van Israëlische troepen in het Nur Shams kamp in de buurt van Tulkarm in Samaria op dinsdagochtend.

Volgens het Ministerie van Gezondheid van de Palestijnse Autoriteit was de gedode schutter Ayed Abu Harb, 21. De lokale vleugel van de Palestijnse terreurgroep Islamitische Jihad wees hem aan als lid.

Israëlische troepen gingen het kamp binnen om gebruiksklare explosieven te vernietigen in een gebouw dat diende als hoofdkwartier van lokale terroristen. Gevechtstechnici van de IDF vernietigden het explosievenmagazijn.

“De voortzetting van dit agressieve beleid tegen ons volk en ons land, en de voortdurende bestorming van de Al-Aqsa moskee [d.w.z. de Tempelberg] door joodse extremisten onder de bescherming van het bezettingsleger, naast het kolonistenterrorisme en aanvallen op ons volk en andere eenzijdige acties, zal zeer gevaarlijke gevolgen hebben voor iedereen,” zei Abu Rudeineh.

“De VS moeten onmiddellijk ingrijpen om de voortdurende Israëlische agressie te stoppen en geen genoegen nemen met verklaringen die niets veranderen aan de situatie ter plaatse,” eiste hij. “De situatie dreigt te exploderen door de gevaarlijke Israëlische escalatie”.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken sprak maandag telefonisch met Abbas, meldde Wafa.

Naast andere eisen riep Abbas de Verenigde Staten op om “het streven van de staat Palestina te accepteren om volledig lidmaatschap van de VN te verkrijgen door een besluit van de Veiligheidsraad, een einde te maken aan alle sancties die de VS-wetten aan de Palestijnen opleggen, en normale betrekkingen tot stand te brengen tussen de Amerikaanse regering en de staat Palestina, inclusief de heropening van het Amerikaanse consulaat in Jeruzalem en een kantoor voor Palestina in Washington, en het herstel van het directe hulpprogramma.”