Het blijkt dat de Romeinse legers niet echt de Joden uit Israël wilden verdrijven of de Tempel verwoesten in 70 na Christus. Ze werden gemotiveerd door de vuile winst van mammon.
Een papyrus met een gedetailleerd salarisoverzicht van een Romeinse legioensoldaat, gedateerd op het jaar 72 na Christus – tijdens de Grote Opstand van de Joden tegen de Romeinen (66-74 n.Chr.) – werd ontdekt bij Masada en werpt een licht op de voor- en nadelen van het in dienst treden als soldaat in het Romeinse Legioen.
De zeldzame oude rol maakt deel uit van een verzameling van ten minste 14 Latijnse documenten – 13 geschreven op papyrus en één op perkament – die in verschillende staat van bewaring zijn teruggevonden. Dit document wordt beschouwd als de best bewaarde Latijnse papyrus uit Masada, en als een van de slechts drie legioensoldijboeken die in het hele Romeinse Rijk zijn ontdekt.
Hoewel de papyrus in de loop der tijd is beschadigd en daardoor zeer fragmentarisch is, bevat het waardevolle informatie over het beheer van het Romeinse leger en de status van de soldaten. Het document geeft een gedetailleerd overzicht van het salaris van een Romeinse soldaat over twee loonperioden (van de drie die hij jaarlijks zou ontvangen), inclusief de verschillende inhoudingen die hij moest betalen. Het leger voorzag de soldaten van een basisuitrusting, maar net als nu kozen sommige soldaten ervoor hun uitrusting aan te vullen en te verbeteren. “Het loonstrookje van deze soldaat bevatte inhoudingen voor laarzen en een linnen tuniek, en zelfs voor gerstvoer voor zijn paard,” zegt dr. Oren Ableman, senior curator-onderzoeker bij de Israel Antiquities Authority Dead Sea Scrolls Unit.
Verrassend genoeg geven de details aan dat de inhoudingen het salaris van de soldaat bijna overschreden. Hoewel dit document slechts een blik werpt op de uitgaven van een enkele soldaat in een bepaald jaar, is het duidelijk dat, gezien de aard en de risico’s van het werk, de soldaten niet alleen voor het salaris in het leger bleven. Wat waren hun andere drijfveren?
Volgens dr. Ableman, “was het de soldaten misschien toegestaan te plunderen tijdens militaire campagnes. Andere mogelijke suggesties komen voort uit het bekijken van de verschillende historische teksten die bewaard worden in het laboratorium van de Israël Antiquities Authority Dead Sea Scrolls. Zo werpt een document dat in de Grot der Brieven in Nahal Hever werd ontdekt uit de tijd van de Bar Kokhba Opstand (132-135 n.Chr.) licht op enkele bijverdiensten die Romeinse soldaten gebruikten om extra geld te verdienen.
“Dit document is een leenakte, ondertekend tussen een Romeinse soldaat en een Joodse inwoner, waarbij de soldaat de inwoner een hogere rente in rekening bracht dan wettelijk was toegestaan. Het document versterkt het inzicht dat de salarissen van de Romeinse soldaten werden aangevuld met extra bronnen van inkomsten, waardoor de dienst in het Romeinse leger veel lucratiever werd.”
Met rapportage van de Israel Antiquities Authority.