De Ofer-gevangenis bij Ramallah is een van de meest gevoelige plekken van Israël – hier zitten honderden leden van Hamas, Hezbollah en Islamitische Jihad vast. In een uitgebreid interview met Arutz 7 beschrijft commandant luitenant-kolonel Vadim Goldstein hoe strenge regels, technische controle en psychologische afschrikking de veiligheid binnen en buiten de muren waarborgen.
Minimale voorwaarden en duidelijke grenzen
“Ons doel is afschrikking. We willen voorkomen dat ze achter de tralies dezelfde structuur opbouwen als buiten”, zei Goldstein tegen Arutz 7. In Ofer zitten momenteel ongeveer 2.700 gevangenen, onder wie ook daders van het bloedbad van Hamas op 7 oktober. Het personeel staat in direct contact met hooggeplaatste leden van militante organisaties.
Goldstein beschrijft het dagelijks leven als een voortdurende evenwichtsoefening tussen controle en het voorkomen van escalatie. “Het kan niet meer zijn zoals vroeger – ze krijgen alleen het hoogstnodige.” Daarmee verwijst hij naar de nieuwe lijn van het ministerie van Veiligheid, dat gevangenen alleen minimale voorwaarden biedt.
Meerdere keren zijn er wapens en geïmproviseerde messen in cellen gevonden. “Ze maken wapens van alledaagse voorwerpen – douchekoppen, plastic spiegels, zelfs lepels worden geslepen”, aldus Goldstein. Veiligheidstroepen doorzoeken regelmatig de cellen, ook om te voorkomen dat er nieuwe machtsstructuren onder de gevangenen ontstaan.
Er heerste bijzondere spanning tijdens de vrijlating van Israëlische gijzelaars in het kader van het staakt-het-vuren met Hamas. “We wisten dat ze daar misbruik van zouden proberen te maken – misschien met aanvallen of provocaties”, aldus Goldstein. Om dat te voorkomen werd de hele gevangenis tijdens de dagen van de uitwisseling in hoogste staat van paraatheid gebracht.
Afschrikking als onderdeel van de nationale veiligheidsstrategie
Het artikel in Arutz 7 citeert Goldstein met de woorden: “Afschrikking werkt.” Deze houding staat centraal in de Israëlische veiligheidsfilosofie. De Ofer-gevangenis is niet alleen bedoeld om te straffen, maar ook om duidelijk te maken dat terroristische activiteiten onvermijdelijk leiden tot een gecontroleerd, vernederend dagelijks leven.

Een van de beslissingen die tot een belangrijke verandering in de recente oorlog heeft geleid, was het besluit van de minister van Nationale Veiligheid, Itamar Ben-Gvir, om een einde te maken aan de goede omstandigheden waarvan terroristen jarenlang in de gevangenis hebben genoten. “Vroeger hadden ze luxueuze omstandigheden. Er waren kantines, wasserettes, opslagruimtes en een keuze aan voedsel die zelfs normale burgers niet hadden. Nu hebben we de volledige controle en krijgen ze alleen nog het minimum dat volgens het internationaal recht is voorgeschreven. We dwarsbomen elke poging om hier leiderschapsstructuren op te bouwen. We identificeren dergelijke pogingen. Onze reactie is onmiddellijk en afschrikkend, om ze te verspreiden, zodat er geen verborgen leiderschapsstructuren ontstaan”, aldus Goldstein.
“Er is een aanzienlijke afschrikkende werking. Ik weet dat de terroristen niet in de gevangenis willen komen, omdat de omstandigheden niet meer zijn zoals vroeger. Veel terroristen keren vanwege deze afschrikkende werking niet meer terug naar de gevangenis”, benadrukt hij.
De drijvende kracht voor hem en zijn ondergeschikten is de wens om de hun toevertrouwde missie met succes te volbrengen. “Je bent je ervan bewust dat je een zeer gevoelige rol met een grote verantwoordelijkheid hebt voor het leiden van een grote eenheid met veel medewerkers en dat je altijd paraat moet zijn. Er is geen dag en geen uur dat je niet aan de gevangenis en de operaties denkt. Je moet altijd vooruitdenken, zodat de terroristen je niet kunnen verrassen. Dat is de sleutel tot succes”, besluit hij.