
Sigrid Kaag, speciaal gezant van de VN voor de Gazastrook en verantwoordelijk voor het Israëlisch-Palestijnse vredesproces, heeft vrijdag haar ontslag aangekondigd. In een interview uitte ze haar hopeloosheid en kritiek, zowel op haar eigen organisatie als op Israël en de Amerikaanse president Donald Trump.
“Ik wil niet cynisch klinken”, zei Kaag tegen het Nederlandse dagblad NRC Handelsblad. “Maar het is belangrijk om een signaal af te geven dat er bij de Verenigde Naties iets moet veranderen. Ik denk dat er hervormingen nodig zijn. Het mandaat voor vrede en veiligheid, dat eigenlijk normatief zou moeten zijn, wordt steeds verder naar de humanitaire hoek gedrongen.”
In een gesprek met een Israëlische gesprekspartner vroeg ze hem “niet te lachen” toen ze vermeldde dat haar titel ook het bevorderen van het vredesproces omvat. “Ik weet eerlijk gezegd niet wat er gaat gebeuren. De toekomst ziet er niet goed uit”, zei Kaag, voormalig voorzitter van de linkse partij D66 in Nederland.
Het uitbreken van de oorlog tussen Israël en Iran op 13 juni heeft haar taak om de humanitaire hulp van de VN aan Gaza te coördineren nog moeilijker gemaakt, aldus Kaag. Ze is getrouwd met Anis al-Qaq, een voormalig vice-minister van de Palestijnse Autoriteit onder Yasser Arafat en voormalig PLO-ambassadeur in Zwitserland.
“Gaza wordt in feite opgeofferd”, verklaarde Kaag. “Het wordt alleen nog maar gezien als een chronische humanitaire crisis. De media-aandacht neemt af, terwijl de grote geopolitieke kwesties rond Israël en Iran de agenda domineren. In een dergelijk klimaat is het moeilijk om toestemming te vragen voor nog eens 50 hulpkonvooien.”
Voor haar politieke carrière werkte Kaag voor de VN-hulporganisatie voor Palestijnse vluchtelingen (UNRWA), die onlangs door Israël werd verboden vanwege betrokkenheid bij terroristische activiteiten.
Kaag betreurde een gebrek aan empathie van de Israëli’s jegens de Palestijnen na 7 oktober 2023 – de dag waarop duizenden Hamas-terroristen, andere gewapende mannen en burgers uit Gaza Israël binnenvielen, ongeveer 1.200 mensen doodden en 251 ontvoerden.
“Na 7 oktober is alles veranderd – er is geen empathie meer voor Palestijnse burgerslachtoffers zolang er gijzelaars worden vastgehouden, ook al is er de laatste tijd een lichte beweging in die richting. En nu, bijna 20 maanden later, praten we nog steeds over een staakt-het-vuren, terwijl Gaza volledig is verwoest”, zei ze.
Ze voegde eraan toe: “Ik vind het erg moeilijk om hoop te blijven geven. Vroeger was er nog een zekere overeenstemming met Washington – een interesse in het internationaal recht en de burgerbevolking in Gaza. Dat is nu verdwenen”, zei ze met het oog op de verkiezing van Donald Trump vorig jaar.
“Een jaar geleden rond deze tijd had de Amerikaanse regering nog belangstelling voor het internationaal recht en de burgerbevolking”, zei ze, verwijzend naar de vorige regering-Biden.
Drie dagen voor het interview had Kaag Gaza bezocht. “Ik was er eerlijk gezegd bang voor”, zei ze. “Je schaamt je – voor het collectieve falen.”
In het interview verklaarde Kaag dat ze binnenkort Jeruzalem zal verlaten en naar Genève zal verhuizen. In het najaar wil ze lesgeven aan de gerenommeerde universiteit Sciences Po in Frankrijk. “Ik wil echt iets anders doen. Iets positiefs. Iets waar je echt een verschil kunt maken.”
Hulpfonds voor Gaza
Kaag verdedigde de weigering van de VN om hulp te verlenen via het zogenaamde Gaza Humanitarian Fund (GHF) – een door Israël en de VS goedgekeurde hulporganisatie die ervoor moet zorgen dat humanitaire hulp zonder tussenkomst van Hamas bij de bevolking terechtkomt.
“Naar mijn mening is het GHF gebaseerd op militaire overwegingen. Door Gaza staat de internationale rechtsorde op het spel. Als staten gaan samenwerken met een onderaannemer van een oorlogvoerende partij, hoe kunnen we dan in de toekomst elders optreden? Dan kan elke dictator de VN en het Rode Kruis in een hoek drijven”, aldus Kaag.
Het interview, waarin de auteur Israël openlijk beschuldigt van een “vernietigingsoorlog” tegen Gaza, bevat geen uitspraak van Kaag over het systematische misbruik van VN-middelen door Hamas – een centraal probleem dat de GHF probeert op te lossen.
Kaag probeerde ook in gesprek te komen met de Israëlische minister van Financiën Bezalel Smotrich. Maar de samenwerking liep al snel spaak nadat Smotrich zijn bewondering had uitgesproken voor Geert Wilders, de leider van de islamkritische Nederlandse Partij voor de Vrijheid en een fervent tegenstander van Kaags partij.
“Hij is dol op Wilders en gelooft dat we ons in een cultuuroorlog bevinden. Ik sprak over mensenrechten en het internationale rechtssysteem. Bij hem kwam ik niet verder”, zei Kaag over Smotrich, een streng gelovige jood die de aanwezigheid van Israël in Judea en Samaria steunt.
Al vroeg in haar carrière had Kaag openlijk haar afkeer van premier Benjamin Netanyahu en de Israëlische kolonisten in Judea en Samaria getoond – uitspraken die haar relatie met Israël blijvend hebben belast.
In een televisie-interview in 1996 prees ze “de vredelievende Israëli’s die het beleid van Netanyahu racistisch en demagogisch tegenover de Palestijnse vredespartner” noemden. In hetzelfde interview noemde ze de Israëlische kolonisten “illegale kolonisten op geconfisqueerd land” beweerde dat een van hen haar een “hoer van de Arabieren” had genoemd en zei dat haar schoonvader in 1995 op de promenade van Jeruzalem was neergestoken door een Jood met een Arabische hoofddoek – een incident dat critici later in twijfel trokken, omdat er in de Israëlische politiegegevens voor dat jaar geen melding van was gemaakt.