Jeremia, de profeet uit Anathoth, waarschuwt hardnekkig tegen de corruptie aan het hof van koning Jojakim. Hij waarschuwt dat Nebukadnezar, de koning van Babylonië, het koninkrijk Juda zal vernietigen als het niet tot inkeer komt. Maar Jojakim en zijn ambtenaren weigeren te luisteren.
Toen koning Hizkia in 701 v. Chr. in opstand kwam tegen Assyrië, begon Sanherib een veldtocht tegen Juda en veroverde al zijn versterkte steden. Sanherib vereeuwigde de verovering van de stad Lachish in grote reliëfs die hij in zijn paleis in de Iraakse stad Nineve liet plaatsen.
De watertunel van Siloam wordt toegeschreven aan koning Hizkia op grond van twee Bijbelteksten, 2 Koningen 20:20 (‘Het overige van de geschiedenis van Hizkia en al zijn dappere daden, en hoe hij de vijver en de waterleiding heeft aangelegd’) en 2 Kronieken 32:4.
Hoe veroverde koning David 3000 jaar geleden de stad Jeruzalem op de Jebusieten die er woonden? Die vraag heeft bijbelcommentatoren vele jaren bezig gehouden. De Bijbel verhaalt dat Joab, de zoon van zijn zuster Zeruja, David hielp bij de verovering van de Jebusitische vesting.
